| |
| |
| |
Kunst- en letternieuws.
- Behalve de inteekening ter oprigting van Willem's grafzuil en borstbeeld, te Gent, heeft de Antwerpsche Rederykkamer, De Olyftak, besloten eene inschryving te openen om den betreurden Vlaming een gedenkteeken op te rigten in zyne geboorteplaets Bouchoute. - Men heeft redenen om te hopen dat de provincie Antwerpen in de daeruit te ontstane kosten ruimschoots zal deel nemen.
De commissie benoemd in eene der laetste zittingen der Rederykkamer voor het inzamelen der inschryvingen, bestaet uit de heeren: Th. Teichmann, gouverneur der Provincie; L. Veydt, volksvertegenwoordiger; E. Geelhand, provincieraed, H. De Baillet et L. Jacobs gemeente raedsheeren; Dr F.J. Mathyssens voorzitter der Rederykkamer, Baron G. Wappers, bestierder der Koninglyke Akademie; J.F.C. Verspreeuwen, ondervoorzitter der Rederykkamer, Dr H.S. Hymans, werkend lid derzelve en Ed. Terbruggen, sekretaris.
- De verdienstelyke dichter van Ambiorix, de heer Jan Nolet De Brauwere is ridder benoemd van het Leopoldsorde.
- Men leest in de Eendragt, van Gent: De dagbladen melden dat er op het einde der maend October op den grooten schouwburg te Gent, in het fransch zal worden vertoond een groot opera, in vyf bedryven, getiteld: Jacques Van Artevelde, woorden van den heer Van Peene, muziek van den heer Bovery, en voegen er by dat dit nationale stuk, met nieuwe tooneelsieraden en kleedingen opgetooid, en waerin een bylgevecht en een ballet zullen plaets hebben, niets zal te wenschen overlaten onder betrekking der pracht en luister by de opvoering. De laetste tooneelversiering zal de Vrydagmarkt verbeelden, gelyk zy in de veertiende eeuw bestond, en de triomftogt, waermede het stuk eindigt, zal aen de blikken der toeschouwers onze oude Neringen met hare banieren vertoonen, alsmede die ontzagverwekkende burger-krygslieden, gekend onder den naem van Witte Kaproenen.
De partitie van den heer Bovery, die men als zeer merkwaerdig opgeeft, zal tot voorname tolken hebben: den 1n tenor (rol van Van Artevelde), den eersten bas-zanger (Seger de Kortryksaen), den baryton (Lodewyk van Nevers), en de eerste zangeres (Christina van Baronaige, Artevelde's echtgenoote).
De tooneelversieringen, waervan de kosten door het stadsbestuer zullen worden gedragen, zullen aen het penseel des heeren Philastre worden toevertrouwd.
Ofschoon wy voorzeker dit zangspel liever in de moedertael hadden zien opvoeren (iets dat wy niet wanhopen te zien wanneer Minard's schouwburg zal voltrokken zyn), moeten wy deze pooging toejuichen, in dien zin dat het onderwerp van het stuk echt vaderlandsch is, en eene heilzame afwisseling met den armzaligen inhoud der meeste groote operas zal daerstellen.
- Onze vaderlandsche dichteresse mevrouw van Ackere, geb. Doolaeghe, heeft een voornaem dichtwerk grootendeels afgewerkt, den lof van den beroemden uitvinder van den Forceps of verloslepel toegewyd. Wy verheugen ons den grooten Palfyn een gedenkteeken door eene moeder te zien oprigten. Als eene byzonderheid heeft men ons doen opmerken, dat de echtgenoot der dichteresse vroedmeester is.
Men verzekert ons tevens, dat haer groot gedicht op Jakob van Artevelde voltrokken is, en waerschynlyk met andere stukken zal verzameld worden in een bondel, die ten waerdigen tegenhanger der Madelieven zou strekken. Deze hoop moge zich ten spoedigste verwezenlyken: verscheidene harer gedichten in 't engelsch en 't hoogduitsch overgebragt, bewyzen dat ook de vreemdeling hare verdiensten naer waerde weet te schatten.
| |
| |
- Een smartelyk verlies heeft de stad Gent en met haer het geheele vaderland getroffen: de heer Hendrik Van der Haert, een der voortreffelykste teekenaren en schilders der vlaemsche school, lid van de klas der schoone kunsten by de koninglyke akademie van België, professor-bestuerder der akademie van teekenkunde te dezer stede, is in den ochtend van den 5 October jl. in den weinig gevorderden ouderdom van twee en vyftig jaren overleden.
- De heer Von Sydow, minister van Z.M. den koning van Pruisen by het Belgische staetsbestuer, is tot corresponderend lid der Maetschappy van vlaemsche letteroefening: detael is gansch het volk, alhier, benoemd.
- Profr. Lenz, dezer stad, die onlangs het prospectus van een groot werk over beide Artevelden heeft laten uitgaen, stelt zich voor, dezer dagen eene reis naer Londen te doen, om aldaer de authentieke stukken naer te gaen, die geschikt zouden zyn om licht te verspreiden over onze handel- en staetkunstbetrekkingen tydens het bestuer dier groote mannen, welke de heer Cornelissen eerst heeft getracht te herstellen in hunnen verdienden roem, en naer welker eerenaem men thans onze stad by omschryving noemt. De stad der Artevelden verhoopt nu dat profr. Lenz, onmiddelyk na deze opsporing, zyn sedert lang verwacht werk in het licht zal zenden.
- Het derde kohier van het Inventaire analytique des chartes des Comtes de Flandre, berustende ter provinciale archieven van Oostvlaenderen, door den Baron de St.-Genois, is van de pers gekomen, en volmaekt dit werk, dat wy als onontbeerlyk beschouwen voor elken grondigen beoefenaer der vaderlandsche geschiedenis. De geleerde Diericx heeft gezeid: ‘Byna al de onderrigtingen die men behoeft om eene geschiedenis van Vlaenderen te schryven, bevinden zich in de verzamelplaetsen der charters..... Een goed godgeleerde put in 't Evangelie, een goed regtsgeleerde in de wetten, een goed geschiedkundige in de oorspronkelyke oirkonden.’ (Mémoires sur la ville de Gand). Deze woorden zyn waer, en behelzen den besten lof, dien men aen den gewezen archivist onzer provincie kan geven voor het gedenkteeken, door zyne aenhoudende vlyt aen 's Lands geschiedenis opgerigt.
- De heer Wappers, kunstschilder, bestuerder der Antwerpsche Akademie, is eerelid der Akademie van schoone kunsten te Munich (hoofdstad van Beijeren) benoemd.
- Met genoegen zien wy dat onze taelbroeders in Holland vriendschappelyke kunstbetrekkingen met de Vlamingen aenknoopen. Ook Profr. Visscher, by de Hoogeschool van Utrecht, deelt ten volle in die gedachte, en poogde reeds vroeger er het zyne aen toe te brengen door de uitgave van Historisch Tijdschrift, waerin hy de aendacht zyner landgenoten bepaeldelyk op de historische werkzaemheden der Belgen inriep. Om dit doelwit te zekerder te bereiken, en de Vaderlandsche Geschiedenis belangryke bydragen te bezorgen, zoo uit het zuid als uit het noorden van de Nederlanden, heeft de gemelde yverige Professor gezamenlyk met den heer A.N. Cranetsch van Wycke, een Historisch Gezelschap ingerigt. Reeds is het eerste kohier van deszelfs berichten verschenen, en behelst artikels over de benoeming tot den raed van State, bij de komst van den Aartshertog Matthias - Joannes Vanderlinden, abt van St. Geertrui, te Leuven. - Valerius Andreas. - Onze bekende dichter J.H. Houwaert. - Jan Van Rode, verlaler der Summe de Roy en bydragen over het Universiteits-wezen. Het Utrechtsch historisch gezelschap, dat sedert eenigen tyd zeer werkzaem is, wordt door vele Hollandsche en Duitsche geleerden ondersteund. Tot dus verre waren er geene Belgen in opgenomen; doch, by besluit van den 7n der loopende maend zyn de heeren Blommaert, Snellaert, Serrure, Van Duyee en baron Julius de St.-Genois, binnen Gent, honoraire leden benoemd.
| |
| |
| |
Duitsch-Vlaemsch Zangverbond.
Het Maenner-Gesangverein van Keulen kwam, by den aenvang van Juny 1844, te Gent den pryskamp bywoonen, uitgeschreven door de Gentsche Melomanen, en met de Belgische zangers verbroederen. Het Duitsch, Vlaemsch en Fransch weergalmden beurtelings ten wedstryde, onder de grootsche koepel van de ronde zael onzer Hoogeschool. Keulen plukte den eersten palm, en de verrukking van 't muzikalisch gedeelte des publieks bekrachtigde die zegeprael: ditzelfde publiek had door zyne toejuiching het gunstige vonnis van 't Jury voorbereid ten opzichte der dorpsmaetschappyen, die Vlaemsche gezangen hadden aengeheven: deze hadden de franschgezinden uit den kring geslagen. Van dit oogenblik af, had het Duitsch-Vlaemsch Zangverbond werkelyk de hoofdstoffen gevonden, waeruit het zou bestaen.
Ook zong een vaderlandsche schryver, ten volgende dage dier merkwaerdige zege, den Keulenaren toe:
Welaen, Germaen en Belg! te saêm ten stryd,
Voor Vryheid, Tael en Vaderland!
De vaen van 't Duitsch en Vlaemsche Zangverbond
Prale op 't Gentsch eeregoud.
Deze schryver, geholpen door de komponisten van Maldeghem, van Brussel, bestuerleden van het Vlaemschzingend Gombert's Genootschap, bragt de eerste gedachte dier Germaensche zangvereeniging tot rypheid. Keulen, dat de Brusselsche lauweren nog onlangs door de Gentsche bloemenkroon had gevlochten, zou het centrael hoofdpunt voor Duitschland uitmaken; een dergelyk hoofdbestuer voor België zou zyn zetel te Brussel hebben. Deze beiden ontwierpen een reglement, dat aenving met eene verklaring wegens het doel des onderhavigen verbonds: namelyk, het beoefenen en verspreiden van goede muziek, in Neder- en Hoogduitsche koorzangen, en de uitvoering van godsdienstige muziek, met orgel of symphonie. Dien ten gevolge werden al de voornaemste Maetschappyen saêmgeroepen, die zich ter daerstelling en bekrachtiging des nieuwen verbonds hadden genegen getoond. Een paer letterkundigen van Antwerpen maekten oppositie in deze vergadering; korts daerna echter sloten zich een aental Genootschappen aen 't centrael bestuer van Brussel, aen welks hoofd zich, als eere-voorzitter, een man had gesteld, wiens familienaem der vlaemsche geschiedenis dierbaer is, baron E. De T'Serclaes.
Het was te Keulen dat het eerste groote zangerfeest, den 14 en 15 Juny van den loopenden jare, zou gevierd worden. Brussel, Gent, Antwerpen, Leuven, Brugge, Dendermonde, Aelst, Audenaerde, Ninove en een aental dorpen, al te samen 27 genootschappen uitmakende, zouden het zangerige België daerby vertegenwoordigen, en samensmelten met de ontelbare Duitsche Maetschappyen, te samen beloopende tot 1730 zangers.
Het gulhartige onthael, dat de Vlamingen aldaer ontvingen, de uitvoering van voortreffelyke Duitsche en Vlaemsche gezangen, onder het bestuer van groote komponisten, de dubbele verbroedering van tael en kunst, daeruit voortgevloeid; alles liep te samen om het verbond op vaste grondslagen te vestigen; alles voorspelde deszelfs waerdering en verbreiding door geheel België.
Het was besloten dat, zoo de vorsten alleen tot dus verre hunne staetkunst-congressen mogten hebben, de verwante volkeren van Germanje thans ook, dank zy den spoorweg, hunne kunstcongressen zouden hebben.
| |
| |
In afwachting nu, dat België het tweede verjaerfeest des verbonds zou vieren, wendde zich het Belgische Staetsbestuer tot het Brusselsch centrael hoofdbestuer, opdat het zich met het muziekael gedeelte der septemberfeesten dezes jaers belastte. Zeven en veertig Belgische zangmaetschappyen en negen en twintig Duitsche hebben dezen oproep beantwoord.
Men bemerkt reeds, by de opnoeming van 't aental der Vlaemsche Maetschappyen, hoe zeer het denkbeeld van de nationale tael door den nationalen zang te verbreiden, alom, ja, tot de uiterste deelen des lands byval gevonden heeft, maer vele der onlangs toegetreden genootschappen, hadden den tyd nog niet gehad, om zich ter hoogte der kunst te plaetsen. Vandaer dat het groote concert, te Brussel dezer dagen uitgevoerd door 1000 à 1200 zangers, die volheid, die overeenstemming niet bezat, welke het by eene breedere ontwikkeling, zeker niet zou gemist hebben.
Niettegenstaende de gevaerlykheid der proeve, waervan het zangverbond de kans geloopen heeft, strekt dit afzonderlyk feest ten bewyze, wat hier de zang zal wezen, als deze, op het spoor van Duitschland voorttredende, eene algemeene behoefte ter uitstorting van 't volksgevoel zal geworden zyn: dan eerst, meenen wy, zal men twee zangfeesten op een jaer kunnen vieren, thans zou men best doen met zich aen een enkel te houden.
De letterkundigen van Brussel, waeronder de heeren Nolet en Dautzenberg tot het centrael bestuer behooren, hadden begrepen dat de zegeprael des zangs ook de zegeprael der tael was, en zy hebben duidelyk bewezen, welke hunne vreugd was voor de eerste mael het Vlaemsch en Duitsch, in welluidende toonen, Brussel zoo plegtig te hooren doorklinken.
De uitreiking der eerepenningen aen de onderscheidene maetschappyen, heeft eene treffende byzonderheid opgeleverd. Ook de voorzitter van een genootschap van Bergen, in Henegouwen, is dit bronzen herinneringsteeken komen ontvangen. Ziedaer een waelschen Belg die de kunstnationaliteit beter verstaet dan zeker Vlaming, wiens kortzichtigheid het verbond van exclusion des Wallons wilde beschuldigen omdat de titel niet luidde: Duitsch-Belgisch zangverbond. Deze maetschappy van Bergen nu is, met die van Veurne, zoo verre van 't centrum gelegen, de laetste welke tot de groote toonkundige vereeniging toegetreden zy.
Onder de aenwezigen heeft men een zangafdeeling der Fonteinisten van Gent bemerkt, zoodat ook de steen gelegd is tot opbouw van het Vlaemsch opera.
Het Zangverbond, dat op zyne vaen: Vaderland en Godsdienst! geschreven heeft, en dat, niettegenstaende het zich op de Septemberfeesten heeft vereenigd, niets met staetkundige begrippen gemeens heeft, schynt ons geroepen om de Vlaemsche zaek ten magtigen steun te strekken.
Moge het tweede verjaringsfeest des Verbonds, dat, zoo men wil, te Gent zal plaets hebben, onze vooruitzichten bekrachtigen.
De heer Wiener, stempelsnyder te Brussel, die de medalie vervaerdigd heeft voor het instellingsfeest van 't Duitsch-Vlaemsch Zangverbond te Keulen, heeft mede degene uitgevoerd, toegewyd aen de byeenkomst des verbonds op de septemberfeesten te Brussel: zy verbeeldt langs de eene zyde een bard, overschaduwd van den Germaenschen eik en bekroond door de maegd van België. Dezelfde bekwame kunstenaer is bezig met het snyden van eenen stempel, bestemd om de trekken van Willems, ‘den vader der dietsche schryvers al te gader’ te vereeuwigen.
(De Eendragt).
| |
| |
| |
Verschenen Werken.
Te Antwerpen, by J.-E. Buschmann: Eenige bladzyden uit het Boek der Natuer, door Hendrik Conscience. 1 deel (In-8o, XIII en 292 bladzyden).
Dit werk is aen mevrouw de baronnes Wappers opgedragen.
- Men kan aen tael en vaderland geen grootere dienst bewyzen dan met de aenkomende jeugd in het vak der wetenschappen aen te leiden. Dit doet de heer Mussely-Boudewyn op de loffelykste wyze; zie hier de werken, welke deze schryver voor de scholen geschreven heeft, en, daer zy kerkelyk goedgekeurd zyn, zonder vrees mogen aenbevolen worden:
Nederduitsche spraekkunst voor eerstbeginnenden, derde druk.
Nederduitsche spraekkunst, woordvoeging.
Verkorte Nederduitsche spraekkunst, ten gebruike der lagere scholen.
Doelmatig Abeboek of eerste spel- en leesoefeningen, ten gebruike der katholyke scholen.
De Kindervriend of zedelyke en aengename vertellingen, voor kinderen.
Stichtelyke en aengename tydkortingen voor jonge lieden, dienstig voor leesboek in de scholen.
Alle deze werken zyn gedrukt en verkrygbaer te Kortryk, by Mussely-Boudewyn, Overleije, 24.
- Er is te Florencie verschenen onder den titel Vita domestica de Flamminghi, eene vertaling door Tomasso Gar, der verschillige zedenschetsen, uitgegeven door onzen medewerker H. Conscience.
Wy nemen deze gelegenheid te baet om aen onze lezers de verschillige vertalingen te doen kennen der werken van onzen stadgenoot: wy ontleenen deze byzonderheden aen een werk getiteld Vlaemsche Bibliographie, van 1830 tot 1845 door K. Nys, en dat binnen eenige dagen ter pers zal gelegd worden.
- Flämisches Stilleben in drie kleinen Erzählungen von Heinrich Conscience. Aus dem flämischen übersest von Melchior Diepenbroeck, Regensburg, Friedrich Pustel.
Deze vertaling van den prins bisschop van Breslau bevat: Hoe men Schilder wordt, Siska van Roosemael en Wat eene moeder lyden kan.
- Te Leipzig by Garl Lorck is verschenen in 1845: Geschichte des grafen Hugo Van Craenhove, met duitsche illustratiën.
- Te Keulen by Bäumer en Stienen, het zelfde werk met een prachtig album in-4o; deze boekhandelaren kondigen eene vertaling aen, van al de werken van Hendrik Conscience.
- Te Stutgardt, by Halbergen: Phantazy, vertaeld door Dr. Fenner, van Venneberg.
- Te Münster, in den Aschendorffschen Buchhandlung: Sammlung ausgewählter Schriften von Heinrich Conscience, deze vertaling beslaet 8 deeljes in-12o, en bevat al de werken van H. Conscience, behalve de Phantazy.
- Te Bonn, by Adolf Marcus: Ausgewählte Werke von Heinrich Conscience: van deze vertaling zyn reeds de volgende werken verschenen: de Leeuw van Vlaenderen, Graef Hugo en de Avondstonden.
Deze vertaling hebben wy aen Dr Wolf te danken.
- Het letterkundig tydschrift Kwety, te Praag, heeft eene boheemsche vertaling gegeven van Siska Van Roosemal, Flemsky od Jindriche Conscience.
- In het tydschrift Ceska Weela, dat insgelyks te Praag verschynt, vindt men Co matka snésti müzê (Wat eene moeder lyden kan) del Jindriche Conscience.
| |
| |
- Te Londen by Longman Brown, Green en Cie, is verschenen: Flemisch tales, by Hendrik Conscience. Deze prachtuitgaef bevat Hoe men schilder wordt, Siska Van Roosemael en Wat eene moeder lyden kan en is versierd met dezelfde platen als de vlaemsche. By deze uitgevers ligt ook nog eene vertaling van den Leeuw van Vlaenderen, ter perse.
Eindelyk hebben wy van Firenze nog een prospectus ontfangen, eener vertaling voor titel dragende: Quadri Storico del signor Enrico Conscience, door N. Nigrelli.
- Te Gent, by Hoste: Étude des études de M. le baron de Reiffenberg, sur les loges de Raphaël, par Edmond de Busscher, l'un des secrétaires de la Société royale des beaux-arts et littérature de Gand. - (Brochure in-8o.; 52 bl. Prix: 1 fr.)
Wy roepen de aendacht onzer lezers op deze brochure die eene nieuwe en schandige letterdiefte aen den dag legt van eene onzer zoo genoemde sommités littéraires.
- By Hoste: Beknopte Nederduitsche Spraekleer, ten gebruike der scholen van middelbaer onderwys, door J.F.J. Heremans, professor der nederduitsche tael by het Athenaeum van Gent.
- Te Brussel by A. Van Dale: Historieke aenmerkingen op het graefschap van Loon ende syne pretendenten. Overgeset van 't hoogduyts op gelyken gedrukt tot Weenen by Ignatius Alberti 1791. 1 deel in-8o, 62 bladz.
- By J.H. De Hou: Vlaemsch-Duitsch Zangverbond. Groot zangfeest te Brussel, den 24 en 25 September 1846, uitgevoerd in den nieuwen kunstryders-schouwburg en op de koninglyke plaets, onder het bestuer van den heer Weber, koninglyken muziekdirecteur, en de gebroeders Van Maldeghem, bestuerders van het Zangverbond in België. 18 bladz.;
Deze verzameling bevat de woorden der uitgevoerde zangstukken, en de lyst der Maetschappyen, die het Zangfeest bygewoond hebben.
- By Perichon: Histoire lexicographique, ou le dictionnaire français-flamand de MM. Sleeckx, Van De Velde et consorts, jugé par leurs compatriotes les littérateurs flamands. - Dit vlugschrift draegt voor motto: Sine irâ et studio, en is onderteekend: L'abbé Olinger.
- Te Brugge by Van De Casteele-Werbrouck: Liedjes voor de Kantwerkscholen, gevolgd door de spreuken van baeske Van De Wiele, door den heer C. Duvillers, pastor van Middelburg, in Vlaenderen.
- Te Thielt by Horta-De Laere: Elisa, gevolgd van eenige andere verhaeltjes, door Edward Van Biesbrouck.
- Te Yperen by Simon La Fonteyne: Kleine Nederduitsche Spraekkunst, voorgesteld in vragen en antwoorden, ten dienste der scholen, door J.V.B. 80 bladz. in-8o.
- Te St.-Nikolaes by J. Edom en B.F. De Cock: Nederduitsche Prosodie, ten gebruike van het lager en middelbaer onderwys, door F. Van de Velde, Pr. en Professor in het klein seminarie te St.-Nikolaes.
- Te Audenaerde by Gommar De Vos: Audenaerdsche Mengelingen, uitgegeven door Lodewyk Lerberghe en Jozef Ronsse, met medewerking van J. Ketele, eere archivarus. 4de en 5de aflevering.
Eene der byzonderste stukken die deze afleveringen bevatten zyn het Keurboek van Audenaerde, die eene belangryke bydrage oplevert voor de kennis van ons oud regt.
- Te Amsterdam by M.H. Binger: De tachtigjarige oorlog der Nederlanders tegen de spaensche overheersching, naer de beste hulpbronnen bewerkt, uit het Hoogduitsch von Otto von Corvin-Wiensbitzky. 4de deel, 2de stuk; f 1.65.
| |
| |
- By C.F. Stemler: Adolf van Meliskerke by het beleg van Middelburg. Een verhael uit den tachtigjarigen oorlog, door P. Koster, 2de deel in-8o; f 4.90.
- By G.W. Tielkemeyer: Feestliederen, door Js. Da Costa, tweede druk, in-8o; f 0.75.
- Te Haarlem by de Erven F. Bohn: De Pauzen in de XVI.e en XVII.e eeuw; vooral naer ongedrukte gezantschapsberigten. Naer het Hoogduitsch van Leopold Ranke, door K. Sybrandi. 1ste deel: f 3.00
- Te Monnikendam by J.L. Van Marle: Legenden en Mengelpoëzy, door J.J.L. Ten Kate. 1 deel in-8o; f 2.00.
- Te Leyden by D. Dumortier en zoon: Werken uitgegeven door de vereeniging ter bevordering der oud nederlandsche letterkunde. Derde jaargang. Eerste aflevering: Der Minneloep, derde en vierde boek. - f. 6.
Te 's Gravenhage, by L.J. Vander Vliet: Verhalen, door J. Kneppelhout. 1 deel in-8o. - f. 2.90. Dezen bundel bevat een twaelftal verhalen.
- Te Arnhem, by J.A. Nyhoff: Floris I en II van Pallant, graven van Culemborg, door Dr G.D. Schotel. 1 deel (in-8o, 254 bl. en 84 bl. aenteekeningen en bylagen).
Dit werk dat ons eenen der byzonderste personnaedjes onzer omwenteling der XVIe eeuw doet kennen, is een der belangrykste welke wy over dit tydstip onzer geschiedenis gelezen hebben. De schryver heeft ruimschoots gebruik gemaekt der werken welke by ons sedert eenige jaren verschenen zyn.
Z.M. de koning der Nederlanden heeft de opdragt van dit werk aenvaerd.
| |
Aengekondigde Werken.
Te Antwerpen by J.-E. Buschmann: Siska van Roosemael, versierd met platen; volksuitgaef. Prys Fr. 1.25.
- By Karel Oberts Muzen Album. Antwerpsch letterkundig jaerboekje voor 1847 (5e jaergang). Prys van inschryving Fr. 1.
De omzendbrief door den verzamelaer, Th. Van Ryswyck, aen al de letterkundigen toegestuerd, is in verzen opgesteld.
- By de We Van Mol: Van Alles Wat, dagklapper van 1847 (2e jaergang) Fr 0.60.
Dit bundeltje aen hetwelk de heeren Conscience, Van Ryswyck, De Laet en andere schryvers, bydragen geleverd hebben, mogen wy aen onze lezers aenbevelen.
- Te Gent by de gebroeders Michiels, Onderbergen n. 2 bis, Nederduitsch letterkundig Jaerboekje voor 1847; (14.e jaergang). Prys Fr. 1.00.
- De Organist. Verzameling van gregoriaensche zangstukken (met orgel) en orgelstukken, ten gebruike van de kerkdienst, door Eduard Gregoir, den jongen, professor by 's ryks normale school te Lier. - Te rekenen van 1en January 1847, zal er om de twee maenden eene aflevering van 8 bladz. in-8o verschynen; op het einde des jaers zal dit een boekdeel van 60 bladz. uitmaken. - De jaerlyksche inteekenprys is op 5 Fr. gesteld, vrachtvry voor geheel België, te voldoen by het ontvangen der 3e aflevering. Alle zendingen moeten franco geschieden, voor Lier, aen den heer Gregoir; voor Brussel, aen den heer Boucquillon, uitgever, Eikstraet, 18.
- Binnen eenige dagen gaet er eene brochuer uitkomen, getiteld: Les Archives d'Anvers, leur Conservateur M. Verachter et ses aeuvres. Wy hopen dat dit vlugschrift veel zal toebrengen om de oogen te openen aen onze regering over den staet in welken zich onze stadsarchieven bevinden.
|
|