Het Taelverbond. Jaargang 1
(1845)– [tijdschrift] Taelverbond. Letterkundig Tydschrift, Het– AuteursrechtvrijKunst- en Letternieuws.Op maendag 13 april werd in het Casino te Gent een allerluisterrykst banket den heere oud-professor Kesteloot aengeboden door zyne ambtgenooten by de gentsche hoogeschool, zyne oude leerlingen en door de vlaemsche letterkundigen. Het getal der vaderlandsche feestgenooten beliep ver boven de honderd. Al de steden des lands waren vertegenwoordigd: men merkte onder de persoonen die het feest ter eere verstrekten den graef d'Hane de Potter, den eerweerden heer De Ram, rector magnificus der leuvensche Hooge-school, den luikschen hoogleeraer Bormans, den heer Sanders, doctor te 's Gravenhage. Na den gewoonen feestdronk aen den koning door den graef d'Hane de Potter ingesteld, ontwikkelde hoogleeraer De Block, die, met den heer De Laet het eerste denkbeeld van dit banket opgevat heeft, de verdiensten van den heer Kesteloot in eene krachtige redevoering. Hierna namen de heeren Cornelissen en Willems het woord. Dan las de begaefde Ledeganck een overheerlyk dichtstuk, aen Gent getiteld, dat iedereen in geestdrift ontvlammen deed, en menigeen soms eenen traen uit het oog deed biggelen. Onmiddelyk werd den jubelaris een kristallynen beker, als geschenk van den geleerden drukker Schenkel aengeboden. Alsdan heeft de heer Sanders, vriend van den heer Kesteloot dezen het woord toegestuerd, na wien de heer Snellaert eene krachtige, voortreffelyke redevoering over de vlaemsche beweging heeft uitgesproken. | |||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||
In antwoord op dewoorden van doctor Sanders drukte de heer Vervier den wensch uit dat Zuid- en Noord-Nederland zich meer en meer in kunst en wetenschap mogten verbroederen. De heeren Pieter Kesteloot van Nieupoort, neef des bekroonden lofredenaers van Boerhave, en de leuvensche hoogleeraer Van Biervliet, dezes schoonzoon hebben den jubelaris insgelyks hunne welgepaste hulde bewezen. Daerna verhief dichter Rens zyne stem, en droeg eenige lieve verzen op de omstandigheid betrekkelyk voor. Men begrypt welligt dat de heer Conscience, die met een aental andere antwerpsche letterkundigen naer het banket waren gekomen, niet kon nalaten in eene onvoorbereide, doch welsprekende redevoering te ontwikkelen, welke heerlyke vruchten er van de samenwerking onzer genees- en letterkundigen en van de letterkundige eendragt van heel Vlaemsch-België te verwachten zyn. De heer Van Duyse die zich reeds als improvisator en als dichter met een stuk: Zalige ouderdom had laten hooren, heeft het feest met eene lange redevoering tot de plegtigheid betrekkelyk gesloten. Zoo liep dan die luisterryke dag af; zoo bewees wederom dit banket, aen al wie niet blind zyn wil, de wedergeboorte van het vlaemsche vaderland. - Op zondag 22 Maert zyn te Mechelen de genootschappen welke deel zouden maken van het Duitsch Belgisch zangverbond vergaderd met het doel van gezamenlyk eenige chooren uit te voeren en daerna de gronden waer op voortaen het verbond berusten moet, daer te stellen. Dit laetste punt echter scheen by de thans bestaende bestuerleden zeker achterdocht te verwekken, daer zy begonnen met te verklaren dat de gronden der maetschappy reeds bestonden en onveranderlyk blyven moesten. Hevig en niet zonder reden werd dit stelsel betwist en eenstemmig verklaerden al de maetschappyen dat zy in dit gevoelen niet deelden. Alsdan werd er beslist, dat het bestaende bestuer slechts als voorloopig zou beschouwd worden, tot dat afgeveerdigden van alle maetschappyen hetzelve zouden bekrachtigen of wyzigen; dat het hoofdbestuer te Brussel zou gevestigd blyven, zoo nogtans dat dit bestuer slechts met de huiselyke zaken der maetschappy zou belast zyn; maer dat al wat de muziek enz. aengaet door een algemeen bestuer, samengesteld uit twee leden van elk genootschap, moest geregeld worden. Wy gelooven dat dit besluit, overeenkomstig met den constitutionelen regeringsvorm, alleen in staet is om iets duerzaems daer te stellen en dat zy, die gaerne door zich zelven heerschen, willen zy niet alleen, dat is zonder onderdanen heerschen, best zouden doen van zich altyd aen de stem der meerderheid te onderwerpen. - De heer A. Kreglinger, archivarius der provincie Antwerpen, heeft in het licht gegeven: Notice historique sur les impôts communaux de la ville d' Anvers. Dit is eene allerbelangrykste bydrage tot de geschiedenis dezer stad, en welke vele liefhebbers van den goeden ouden tyd - zoo het heet - in meer dan een opzicht kan teregtwyzen, en tot nadenken brengen. Trouwens, hoevelen zyn er thans niet, die zich verbeelden, dat men voor de groote omwenteling van 1789 geene of althans weinig belastingen betaelde, en dat de hedendaegsche contributiën Fransche uitvindingen zyn? Welnu, de Notice van den heer K. kan hen uit dezen droom helpen. Schier op elke bladzyde stuit men daer op eene nieuwe bede, tax, impost of belasting terwyl de geldleeningen elkander jaer op jaer volgden, waeruit de tegenwoordige gevestigde schuld van Antwerpen is ontstaen. Het boek, dat met een aenhangsel van 52 oorkonden is verrykt, is niet in den handel. Dit moet voor de opstellers der Geschiedenis van Antwerpen eene reden zyn, om aen die bron ruimschoots te putten. Betuigen wy ondertusschen aen den heer K. onzen hartelyken dank; hy ten minste doet zyne functiën van archivarius ten voordeele der historische wetenschappen gedyen. (Pr. Antw. Nieuwsb.) - Er is in Gent een nieuw vlaemsch gezelschap, op den voet der brusselsche Verbroedering, opgeregt geworden. - In de volgende aflevering zullen wy daer nader overspreken. | |||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||
Verschenen werken.Te Antwerpen, by J.-E. Buschmann: Geschiedenis van Antwerpen, tweede deel, derde stuk. Onder de bylagen bevinden zich de Coren van Antwerpen, een stuk dat reeds zoo lang werd te gemoet gezien, en door de Maetschappy van vlaemsche Bibliophilen van over meer dan vier jaren beloofd werd, en thans ook door gemelde maetschappy staet uitgegeven te worden. - Te Audenaerde by Gommar de Vos: de vier eerste afleveringen, der audenaerde mengelingen, uitgegeven door Lodewyk van Lerberghe, archivarius der stad en Josef Ronsse. Met genoegen hebben wy deze vier afleveringen eener zeer nuttige uitgave doorbladerd, en er verscheidene belangryke stukken in aengetroffen, onder andere, een edict tegen de quacksalvers, etc., van den jare 1580, een omstandig verhael van den oproer te Audenaerde van 1539; een catalogue van de boucken die de vlaemsche ende francoysche schoolmeesters ende schoolvrouwen in dese stede van Audenaerde, hunlieder kinderen voortan zullen leeren; van den jare 1581, toen Audenaerde onder de heerschappy der Staten was, en meer anderen die het te lang zou zyn hier allen op te geven. Sedert lang begrypt men van wat nut soortelyke uitgaven zyn, ook wedyveren de archivariussen der verschillige steden van ons land, om aen hunne medeburgers de schatten bekend te maken welke aen hunne zorgen zyn toevertrouwd; zoo hebben wy beurtelings zien verschynen: Inventaires des archives de Belgique, door Gachard; - de Archives tournaisiennes historiques et littéraires en de Éphémérides de Tournai, door Fréd. Hennebert; - de Précis analytique des documents que renferme le dépôt des archives de la Flandre Occidentale à Bruges, door Octave Delepierre, welke uitgave met zoo veel zorg wordt voortgezet door den heer J. Priem; - de Notice sur le dépôt des archives de la Flandre Orientale, door Jules de St.-Genois; over de archiven van Mechelen bezitten wy de verschillige notitiën van wylen den heer Gyseleer-Thys; over Ypre, de talryke uitgaven van wylen den geleerden heer Lambin en meer andere die wy hier niet allen kunnen opgeven. Slechts Antwerpen, zoo als men ziet is ten achteren gebleven, want behalve de eenige stukken door Marshall en Bogaerts, in hunne Bibliothique des antiquités Belgiques, uitgegeven en sommige der bylagen der Geschiedenis van Antwerpen, opgesteld door de heer Mertens en Torfs, wat is er ons van onze stadsarchiven bekend? Niets, en nogtans zyn er veel, zeer veel belangryke stukken te vinden; de heer Gachard, in het tweede deel, zyner Collection de documents inédits concernant l'histoire de Belgique, geeft er de titels der byzonderste van op, en die zyn genoeg om te doen gevoelen welk groot nut er uit te trekken is, niet alleen voor onze plaetselyke geschiedenis, maer zelfs voor die van het vaderland. Waeraen is het dan te wyten dat wy de archiven van Ryssel en Dijon, beter kennen dan die van Antwerpen? aen den heer Verachter? Neen, want Gachard, zegt blz. 29, van gemeld werk: ‘Je suis charmé d'avoir ici l'occasion de lui offrir l'expression de ma gratitude, pour l'empressement et la complaisance qu'il a mis à faciliter mes travaux. Les personnes qui s'occupent de recherches sur notre histoire trouveraient en lui, j'en suis persuadé, le même concours: en cela, il se montre jaloux de seconder les vues éclairées des magistrats qui dirigent l'administration de la ville d'Anvers.’ Voor hoe verre die gezegden waer zyn, weten wy Antwerpenaren beter. Men hoeft het slechts aen de opstellers onzer geschiedenis te vragen, om een staelje te hebben van de empressement et la complaisance van den heer V. - Meermalen hebben onze dagbladen er van geklaegd zoo als het Journal de Commerce, het Provinciael Antwerpsch Nieuwsblad en het Handelsblad, maer altyd vruchteloos, want zoo als die heer voor eenigen tyd aen iemand zegde: daer is hy voor in de wol geverwdGa naar voetnoot1. Het is meer dan tyd dat die staet van zaken ophoude; want, volgens | |||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||
dat het nu met onze archieven gelegen is, aenziet de heer V. ze als zynen gepriveerden eigendom; het is de pligt van ons stadsbestuer er een einde aen te stellen en toch eens te zorgen dat onze archieven voor het studerend publiek toeganklyk worden.
| |||||||||||||||||||
Aengekondigde werken.Te Antwerpen by J.-E. Buschmann: Gedichten en Balladen, door P.-F. Van Kerckhoven. - Het werk zal een boekdeel in-8o uitmaken, van 250 bladzyden, prys fr. 2. - De yverige schryver van Daniël, de Koopmansklerk en zoo veel andere voortreffelyke gewrochten is al te gunstig by het vlaemsch publiek bekend, dan dat wy zouden noodig achten iets meer ter aenbeveling by te voegen; wy zullen in eene volgende aflevering op dit werk terugkomen. - Te Antwerpen, by Karel Oberts: De werken van Th. Van Ryswyck: 84 afleveringen van 16 pagiën aen 15 centiemen; wekelyks zal er eene verschynen. |