Extractie uit om-zinnen
Ron van Zonneveld
1. Inleiding
Om-zinnen zijn sterke eilanden, zo leert ons twintig jaar generatieve literatuur. Zwarts (1975) voert ter ondersteuning van deze overtuiging de gesterde zinnen (1) en (2) op, met het volgende commentaar (nummering en notatie gewijzigd): ‘In (1) the presence of om prevents NP-Preposing from extracting a subject NP. Likewise, WH-Movement of an object NP in (2) is excluded by the presence of the complementizer om.’ Het idee daarachter is dat ‘no element can be extracted across a non-null COMP’.
(1) |
*Omdat de commissiei geacht werd [om ti een rapport uit te brengen] |
(2) |
*Hij vroeg wiei zij besloten hadden [om ti te benoemen] |
In de loop van de jaren zijn er diverse verklaringen beproefd om zulke extractiefeiten af te leiden van een of andere diepe eigenschap van het syntactische systeem, zelfs de categoriale status van om is ter discussie gesteld -complementeerder ofwel prepositie- maar de stelling die al deze pogingen heeft gegenereerd, namelijk dat omzinnen eilanden zijn, is nimmer in twijfel getrokken. Tot voor kort. Van Schaik (1994) geeft een fraai overzicht van de lotgevallen van om in tal van publikaties, en zijn conclusie is dat om-zinnen helemaal geen sterke eilanden zijn, wat overigens niet meteen insluit dat de asterisken voor (1) en (2) mogen verdwijnen. Ironischerwijs krijgt Van Schaik hulp van Chomsky and Lasnik (1977, 455), die in een voetnoot Van Riemsdijk bedanken voor de observatie. Zin (3) zou correct zijn (een oordeel dat ik deel), en bovendien lastig voor het filter dat Chomsky and Lasnik aan de grammatica wilden toevoegen (het [for-to] filter).
(3) |
Wiei heb je geprobeerd [om ti te verslaan] |
Van Schaiks conclusie gaat vergezeld van een typologie van de om-zin, waarbij een genuanceerd beeld opdoemt. Extractie is soms mogelijk en soms niet, afhankelijk van de matrixcategorie die de om-zin subcategoriseert (V, A of N), en mogelijk ook van het soort constituent dat extractie ondergaat.
In deze squib zal ik een speciaal type van extractie uit om-zinnen aan de orde stellen, namelijk extractie uit om-zinnen die worden ingeleid door een expletief, KETTINGEN geheten (CHAINS, volgens Chomsky (1986)), en gevormd door het/er en een om-zin, type (4a). Op type (4b) ga ik niet in; (4b) dient geen ander doel dan aan te tonen dat het expletief ook niet noodzakelijk extractie blokkeert uit een KETTING met een finiete complementzin.
(4) |
a. |
Met wiei is het vervelend om ti je kamer te delen? |