Tabu. Jaargang 10
(1979-1980)– [tijdschrift] Tabu– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Upside-down PhonologyGa naar eind*
|
(1) | Conventions on rule application. | |
a. | If, in a conventional generative treatment, a word is derived by three rules A, B, C, applying in that order, they apply in our account in the reverse order, C, B, A, except as provided by (1c) below. | |
b. | A rule of the form X → [-F] / Y _ Z is undoneGa naar eind2 by replacing [-F] with [+F] on segment X in the enviroment Y_ Z.
Analogously, a rule of the form ∅ → X / Y _ Z is undone by deleting X from the context Y _ Z. |
|
c. | A rule is blocked if undoing it would not increase the compatibility of forms A and B with respect to Word-Formation Rule R. |
De werking van deze conventies is geǐllustreerd in (2):
(2) | Upside-down derivation of sane/sanity | ||||
Word A | Word B | Morphology | |||
LEXICAL FORMS: | [sēyn]A | [sænətīy]N | [ADJ-ətīy]N | ||
a. | Vowel Shift | [sæyn]A | |||
b. | Diphthongization | [sæn]A | [sænəti]N | [ADJ-əti]N | |
c. | Laxing | [sænəti]N |
In een GF-model ondergaan de vormen sane en sanity in een zeker stadium de regels Trisyllabic Laxing, Diphthongization en Vowel Shift, in deze volgorde. In de UDP-derivatie vormen de fonetische vormen de input, en moeten sane en sanity aan elkaar gerelateerd worden. De regels worden ‘ontdaan’ in de ‘omgekeerde’ volgorde volgens conventie (1a) (dus éérst Vowel Shift, dan Diphthongization, en dan Trisyllabic Laxing). Zodra de vormen ‘passen’ in de morfologische regel, stopt de derivatie. Middels de derivatie onder (2) is bepaald dat sane en sanity aan elkaar gerelateerd zijn. Verdere regels mogen niet worden toegepast, omdat ze de compatibility niet vergroten (conventie (1c)).
Gevallen die in een GF-model als uitzonderingen behandeld moeten worden, gaan in UDP heel eenvoudig. Zo is in (3) de verwantschap tussen de woorden obese en obesity bepaald, m.a.w. zijn ze aan elkaar gerelateerd, zonder ook maar één fonologische regel toe te passen (de vormen ‘passen’ onmiddellijk op de morfologische regel) en zonder gebruik te maken van uitzonderingsfeatures (cf. Chomsky en Halle 1968: 174).
(3) | Upside-down derivation of obese/obesity | |||
Word A | Word B | Morphology | ||
LEXICAL FORMS | [owbīys]A | [owbīysətiy]N | [ADJ-ətiy]N |
Ook woorden zonder allomorfie zoals bijvoorbeeld spa vormen geen probleem. Naast spa bestaat alleen het meervoud spas, en deze twee vormen passen onmiddellijk op de relevante morfologische regel, zodat geen fonologische regel ontdaan hoeft te worden (conventie (1c)). De UDP-analyse is duidelijk meer plausibel dan de SPE-analyse (4b), waarin een groot aantal regels toegepast moet worden, waarvan er één zelfs volledig ad hoc is (w-Insertion). Er bestaat binnen het GF-model echter ook een analyse voor spa die veel minder implausibel is dan de SPE-analyse (Hoard 1970).
(4) | Derivations of spa: | |||
a. | UDP: | [spāə] | ||
b. | Chomsky en Halle (1968: 215-216): | spæ | ||
spæw | (w-Insertion) | |||
spæu | (Glide Vocalization) | |||
spæə | (Vowel Shift; Rounding Adjustment) | |||
spaə | (Backness Adjustment) | |||
spāə | (a → [+tense]) | |||
c. | Hoard: | spa | ||
spā | (Tensing) | |||
spāə | (Diphthongization) |
UDP is bovendien superieur aan een GF-model met betrekking tot lexicale diffusie: ‘Numerous cases have been demonstrated of sound changes which begin rather slowly, as changes in a few lexical items, and thereafter
move through the lexicon until most or all items meeting their structural descriptions are affected.
Within our theory of phonology, such a spread-out process of lexical diffusion presents no descriptive problem at all. The initial step in each case involves some change in the pronunciation of a limited number of words. As a result of this change, a rule is added to the phonology which may aid in establishing the morphological relationships of the affected words. There is no need to hypothesize any exception markings on items which are not immediately affected by the change, since application of the rule is simply irrelevant in establishing their relationships’ (cursivering van ons). ‘Within an SPE-type theory, developments like these present a problem. Because phonological rules are GENERATIVE within that theory, every lexical item to which a rule might apply must be specifically marked as to whether it does in fact apply. As a result, the historical application of a lexically gradual sound change involves not only the addition of a rule to the phonology, but also the introduction of a large number of lexical markings, simply in order to accommodate items which do not change’ (Leben en Robinson 1977: 11-12).
1. Problemen met de conventies.
De conventies in (1) zijn duidelijk onvoldoende. Zo is niet gespecificeerd wat er moet gebeuren met regels als X → [+F] en ∅ → X uit een GF-model. Naast deze problemen (die o.i. eenvoudig oplosbaar zijn) komen LR in grotere moeilijkheden met regels als in (5). Hoe vinden we in een UDP-derivatie uit ∅, ə in respectievelijk (5c) en (5d) de juiste vocaal terug?
(5) | GF: a. V → ∅ / ..... | b. V → ə / ..... |
UDP: c. ∅ → V / ..... | d. ə → V / ..... |
Een mogelijke oplossing zou zijn om bij insertie - en ‘omgekeerde’ reductieregels (5c, d) die vocaal te kiezen die de compatibility het meest vergroot. Echter, zelfs met deze oplossing zijn er nog problemen (zie de gevallen genoemd in (6) en (7) van 2. Semantiek).
Een tweede probleem in een UDP-model wordt gevormd door fonologische regels die over woordgrenzen heen werken. LR geven niet aan hoe dat in zijn werk gaat. Deze regels kunnen niet ‘upside-down’ worden toegepast, omdat de input ervan bestaat uit ‘surface isolation forms’, zodat de regels ‘right-side up’ moeten werken. Het gevolg is dat regels die zowel woordintern als woordextern werken òf dubbel opgenomen moeten worden òf dat er een cyclische toepassing is van deze regels, plus een conventie die specificeert op welke cycle de regel op welke manier (‘upside-down’ of ‘right-side up’) moet worden toegepast.
LR houden verder vast een lineaire ordening van regels, omdat dit volgens hen een interessantere claim zou maken. Die claim is echter dat de fonologische component dan deterministischer is, maar het al of niet deterministisch zijn van de fonologische component is irrelevant in een competence-model.
Verschillende problemen ontstaan met conventie (1c), compatibility, waaraan LR veel waarde hechten, maar die ze helaas niet definiëren. We gaan hierop in in sectie 4.
2. Semantiek.
In een UDP-model moet de semantiek vaak ingrijpen om verkeerde derivaties te voorkomen. Zo kunnen bv. in (6) in een UDP-model de vormen schep en schepen onterecht aan elkaar gerelateerd worden, tenzij de semantiek ingrijpt. LR specificeren niet hoe de semantiek in moet grijpen. Wij hebben bekeken hoe dit zou kunnen gebeuren onder aanname van een model voor het lexicon zoals in Jackendoff 1975. Onder deze aanname kan de semantiek niet correct ingrijpen, omdat er een zekere mate van onafhankelijkheid is tussen de werking van de morfologische regels en de semantische regels in Jackendoff's model. Met name kan ook het voorbeeld dat LR zelf noemen als een geval waarin de semantiek in moet grijpen, nl. (7), waarin baronial [bərounjəl] niet gerelateerd moet worden aan boron, niet opgelost worden door de semantiek (cf. (5b, d)).
(6) | (a) schip | (b) schepen | (c) schep | (d) scheppen |
Vgl. weg/wegen, gebed/gebeden | ||||
(7) | (a) baron | (b) baronial | (c) boron |
Het is duidelijk dat het ingrijpen door de semantiek in UDP-derivaties zoveel mogelijk beperkt moet worden. Echter, zelfs als het zou lukken om de semantiek correct in te laten grijpen, dan is er nog een probleem voor UDP. Gewoonlijk, en o.i. terecht, telt in de morfologie semantische gerelateerdheid alleen als er ook een vormelijke gerelateerdheid is. De semantische relatie tussen king en ruler telt dus niet in de morfologie, die tussen rule en ruler wel. In UDP gebeurt nu precies het omgekeerde: in een aantal gevallen kan vormelijke gerelateerdheid alleen bepaald worden als er ook semantische gerelateerdheid is.
3. Uitzonderingsfeatures.
Zoals we gezien hebben in de inleiding heeft UDP geen uitzonderingsfeatures nodig voor de afleiding van obese-obesity. LR claimen dat een UDP-model in het geheel geen uitzonderingsfeatures nodig heeft, zodat de kracht van fonologische regels behoorlijk lijkt ingeperkt. Echter, in de plaats van uitzonderingsfeatures zijn zgn. ‘peeking rules’ gekomen, regels die eerst naar hun output moeten kijken om te weten of ze toegepast mogen worden. Dit is een gevolg van conventie (1c). Het is dus maar zeer de vraag of de kracht van de fonologische regels inderdaad beperkter is dan in een GF-model.
Verder maakt het UDP-model, dat geen uitzonderingen kent, andere predicties t.a.v. het ‘gedrag’ van vormen die uitzonderingen zijn in een GF-model, met name m.b.t. taalverwerving en taalverandering. De predicties van UDP zijn volgens ons onjuist. Eén van deze predicties houdt in dat er in het Engels geen principieel verschil zou bestaan tussen een meervoud als mice en een meervoud als houses, en zo kan UDP geen verklaring geven voor het feit dat mouses wel voorkomt als overgeneralisatie en hice (als meervoud van house) niet.
Met betrekking tot hun functie als redundantieregels (met als principe: hoe meer regels ontdaan worden, des te meer redundantie is er) doen de fonologische regels verkeerde voorspellingen bij zgn. ‘minor rules’ en bij
lexical items die niet op de SD van een regel passen, maar deze regel toch moeten ondergaan. In deze gevallen wordt namelijk wel een regel meer ontdaan, maar de redundantie wordt niet vergroot.
Het is bovendien helemaal niet duidelijk of UDP het inderdaad zonder uitzonderingsfeatures kan stellen. Neem bijvoorbeeld de SPE-afleiding van sat in (8):
(8) | Input: | sit + past |
Readjustment rule: | sit [+F] | |
Vowel Shift: | sæt | |
(Chomsky and Halle 1968: 201) |
Om in een UDP-model sit en sat aan elkaar te relateren moet de Vowel Shift-regel op sæt worden ontdaan. Maar zodra we dit doen, moet de Vowel Shift-regel ook ontdaan worden in een vorm als sænətīy (cf. (2)), en dan zijn sane en sanity niet meer aan elkaar te relateren. Ontdoen we Vowel Shift niet op sanity, dan kan Vowel Shift ook niet op sat ontdaan worden, zodaat sit en sat niet meer aan elkaar te relateren zijn. De enige oplossing die wij hiervoor zien, ligt in de aanname dat sat een feature heeft, dat er voor zorgt dat op sæt de Vowel Shift-regel wordt ontdaan, maar daarmee hebben we een uitzonderingsfeature in UDP!
4. Compatibility.
Conventie (1c) speelt een belangrijke rol in UDP. De centrale notie in deze conventie is ‘compatibility’: deze notie wordt echter niet door LR gedefinieerd.
We hebben een definitie van compatibility vergroten opgesteld, (9), die alle gevallen van LR verantwoordt.
(9) | Compatibility: Derivaties zijn van de vorm: | |||
LEXICAL FORMS: | A | B | [C(ategory) Af(fix)]C' | |
RULE F | F(A) | F(B) | ||
De compatibility wordt vergroot als het verschil tussen F(B) en F(A)̂Af kleiner is dan het verschil tussen B en ÂAf.Ga naar eind3 |
Ter illustratie van (9) is (10) opgenomen, waarin geldt dat F(B) = kəprišyəs, F(A)̂Af = kəprīysyəs, B = kəprišəs en ÂAf = kəprīysyəs. Het verschil tussen F(B) en F(A)̂AF is in alle opzichten gelijk aan het verschil tussen B en ÂAf, met uitzondering van de y in F(B), waardoor het verschil tussen F(B) en F(A)̂Af kleiner is dan het verschil tussen B en ÂAf, zodat de compatibility door het ontdoen van Glide Deletion vergroot wordt.
(10) | Word A | Word B | Morphology | |
LEXICAL FORMS | [kəprīys]N | [kəprišəs]A | [Noun-yəs]A | |
Glide Deletion | [kəprišyəs]A | |||
(y → ∅/ š _) |
Er zijn een aantal problemen met deze definitie van compatibility. Stel dat we de vormen bellen en opbellen in (11) aan elkaar willen relateren door de morfologische regel in (11a) en de fonologische regels Assimilatie (11b) en Degeminatie (11c). In de vorm [obelə] willen we de b verdubbelen door het ontdoen van Degeminatie, maar zodra we dit doen wordt de b in [belə] ook verdubbeld. Het ontdoen van Degeminatie wordt nu geblokkeerd door compatibility, en de woorden zijn niet aan elkaar te relateren; zelfs als we Degeminatie wel ontdoen (met schending van compatibility), zijn de woorden niet aan elkaar te relateren (11d).
(11) | a. | [belə]V | [obelə]V | [op-V]V | |
b. | [-syll] | → [α voice] / _ | [-syll] | ||
[-son] | [-son] | ||||
[α voice] | |||||
c. | Ci Ci → Ci | ||||
d. | Word A | Word B | Morphology | ||
LEXICAL FORMS: | [belə]V | [obelə]V | [op-V]V | ||
Rule (11c) | [bbellə]V | [obbellə]V | |||
Rule (11b) | [pbellə]V | [opbellə]V |
Het lijkt alsof we dit ‘inhaalprobleem’ kunnen oplossen door de Degeminatieregel te verbeteren, zodat hij alleen nog woordintern kan werken.Ga naar eind4 De verdubbeling van de l blijft echter een verdacht element in de derivatie:
(12) | a. | Ci Ci → Ci / [+ segm] _ [+segm] | |||
b. | Word A | Word B | Morphology | ||
LEXICAL FORMS: | [belə]V | [obelə]V | [op-V]V | ||
Rule (12a) | [bellə]V | [obbellə]V | |||
Rule (11a) | [opbellə]V |
Deze ‘oplossing’ is slechts een schijnoplossing. De derivatie in (12b) verloopt goed omdat de relevante b in woordinitiële positie staat. Hebben we echter een infix en degeminatie, dan is het niet mogelijk dergelijke woorden aan elkaar te relateren:
(13) | a. | lemonade | [lemənēyd] | lemo-fuckin'-nade | [leməfûkinēyd] |
b. | Word A | Word B | Morphology | ||
LEXICAL FORMS: | lemənēyd | lemefûkinēyd | [X-fûkin-Y] | ||
Rule (12a) | lemmənnēyd | lemməffûkkinnēyd | |||
(vgl. mayo-fuckin'-naise, clari-fuckin'-net, para-fuckin'-noia) |
Een tweede probleem voor compatibility zijn de gevallen waarin de conventie de derivatie ‘te vroeg’ doet stoppen. Zo wordt in (14c) ventje ten onrechte gerelateerd aan ven (en niet aan vent) onder aanname van de fonologische regels (14a) en de morfologische regel (14b):Ga naar eind5
(14) | a. | (i) t → c / _ j | |||
(ii) j → ∅ / c_ | |||||
b. | WFR: | ||||
c. | LEXICAL FORMS: | vencə | ven | ||
(14aii) | vencjə | ||||
(14ai) | ventjə |
Een derde probleem voor compatibility wordt gevormd door (15). De onderliggende vormen voor ketill en kötlum zijn respectievelijk katilr en katilum. Merk op dat de onderliggende a in deze vormen niet aan de oppervlakte komt, zodat deze a in deze vormen als een geval van absolute neutralisatie gezien moet worden. Verder wordt de a in katilr tot e door een andere regel dan de regel die de a van katilum in een ö verandert. Het gevolg is dat een UDP-derivatie nooit de a kan afleiden, zodat de woorden niet aan elkaar te relateren zijn (15c)
(15) | a. | (i) 1r → 1l | (Assimilatie) | |
(ii) a → ö / _ Cou | (Umlaut1) | |||
(iii) a → e / _ Ci | (Umlaut2) | |||
(iv) V → ∅ in bebaalde conteksten | (Syncope) | |||
b. | WFRs: [N-stam r (= Nnom. sg.)] [N-stam um (=Ndat. pl.)] | |||
c. | LEXICAL FORMS: | ketill | kötlum | |
(15ai) | ketilr | |||
(15aii) | BLOCKED | |||
(15aiii) | BLOCKED | |||
(15aiv) | kötilum | |||
output | ketilr | kötilum | ||
gewenste output | katilr | katilum |
Naast deze problemen is er echter ook nog een algemeen punt te noemen. Stel dat we, zoals in (16), de woorden zwanger en zwangerschap aan elkaar willen relateren door de morfologische regel [A-tə]N Dit is natuurlijk niet mogelijk, maar een dergelijke derivatie kan niet verhinderd worden door compatibility! Uit dit laatste volgt dat als op geen moment in een derivatie de desbetreffende woorden op de morfologische regel passen, dit dan niet betekent dat de woorden niet aan elkaar gerelateerd zijn. Het betekent slechts dat de woorden niet aan elkaar gerelateerd zijn door de in de derivatie gebruikte morfologische regel, en de in de derivatie gebruikte fonologische regels, maar mogelijk wel d.m.v. andere morfologische en/of fonologische regels. Maar in dat geval hebben we compatibility helemaal niet meer nodig, noch ordening van fonologische regels. Merk op dat het wegvallen van compatibility de bovenstaande drie problemen niet oplost.
(16) | [zwanger]A | [zwangerschap]N | WFR: [A-tə]N |
Samengevat: Er is geen procedure die de juiste morfologische regel kiest bij twee te vergelijken vormen, en een dergelijke procedure is o.i. ook niet mogelijk.
5. Nieuwvormingen/produktiviteit.
Verplichte (uitzonderingsloze) fonologische regels vormen een probleem voor UDP. Neem ter illustratie hiervan de regels in (17) uit het Amerikaans-Engels. Met deze regels, upside-down toegepast, worden alle (zestien!) gevallen in (18) geaccepteerd, terwijl er maar één correct is (18p). Het enige criterium om de vijftien foute gevallen er uit te selecteren is: Alleen (18p) staat in het lexicon.
(17) | a. | V → [+long] / _ (glide) | [-syll] |
[+voice] | |||
b. | [+ant] | → D / V _ V | |
b. | [+cor] | ||
b. | [+obstr] | ||
c. | WFR: [V-ə]N |
(18) | (a) | rayt, | raytə | rayd, | raydə |
(b) | rayt, | raytə | ra:yd, | raydə | |
(c) | rayt, | raytə | rayd, | ra:ydə | |
(d) | rayt, | raytə | ra:yd, | ra:ydə | |
(e) | rayt, | rayDə | rayd, | raydə | |
(f) | rayt, | raytə | rayd, | rayDə | |
(g) | rayt, | rayDə | rayd, | rayDə | |
(h) | rayt, | raytə | ra:yd, | rayDə | |
(i) | rayt, | raytə | ra:yd, | ra:yDə | |
(j) | rayt, | raytə | rayd, | ra:yDə | |
(k) | rayt, | rayDə | rayd, | ra:ydə | |
(l) | rayt, | rayDə | rayd, | ra:yDə |
(m) | rayt, | rayDə, | ra:yd, | raydə | |
(n) | rayt, | rayDə, | ra:yd, | ra:ydə | |
(o) | rayt, | rayDə, | ra:yd, | rayDə | |
(p) | rayt, | rayDə, | ra:yd, | ra:yDə |
Maar dit criterium is volstrekt onvoldoende bij nieuwvormingen en bij het binnenkomen van een woord in het lexicon. Een UDP-model zal dus overgenereren (over-accepteren), zoals in het geval dat de nieuwe verkleinwoorden in (19) in het lexicon komen:
(19) | mixtjə, mixčjə, mixčə, mixjə | (MIG-tjə) |
pwiidədoompjə, pwiidədoomčə, pwiidədoomčjə, pwiidədoomtjə | ||
(Puy-de-Dôme-pjə) |
Een verdeling van de fonologische regels in twee groepen op basis van uitzonderingsloosheid (regels die uitzonderingen hebben gaan upsidedown, uitzonderingsloze regels gaan right-side up) leidt hier niet tot een verbetering, aangezien de regels voor de verkleinwoordvorming in het Nederlands niet uitzonderingsloos zijn.
6. Conclusie.
Van de in de inleiding genoemde voordelen van UDP boven GF blijft nu alleen nog de behandeling van lexicale diffusie staan. In alle andere gevallen is UDP incorrect, of heeft zij meer ‘machinerie’ nodig. We moeten dan ook concluderen dat UDP niet gezien kan worden als een betere theorie dan GF.
Bibliografie
Chomsky, Noam en Morris Halle | |
(1968) | The Sound Pattern of English, New York, Harper and Row. |
Hoard, James E. | |
(1970) | ‘Naturalness Conditions in Phonology, with Particular Reference to English Vowels’. In: M.K. Brame (ed.) (1972), Contributions to Generative Phonology, Austin, University of Texas Press, p. 123-154. |
Jackendoff, Ray | |
(1975) | ‘Morphological and Semantic Regularities in the Lexicon’, Language 51, p. 639-671. |
Leben, William R. en Orrin W. Robinson | |
(1977) | ‘“Upside-down” Phonology’, Language 53, p. 1-20. |
Robinson, Orrin W. | |
(1978a) | Dutch Diminutives Over Easy. Ongepubliceerd. |
Robinson, Orrin W. | |
(1978b) | ‘Abductive Change in a Parsing Model of Phonology’, Lingua 46, p. 329-338. |
- eind*
- Dit is een verslag van een lezing gehouden op de ‘Taallentedag’, georganiseerd door TABU op 29 februari 1980 te Groningen. De lezing is gebaseerd op een stageverslag o.l.v. Mieke Trommelen. We willen Wim Zonneveld bedanken voor veel waardevolle opmerkingen en voorbeelden.
- eind1
- Zie 3. Uitzonderingsfeatures.
- eind2
- Informeel kan men zeggen dat het ‘ontdoen’ van een regel inhoudt dat men de pijl van de ‘gewone’ SPE-regels omdraait, waardoor de input van de SPE-regel de output van de UDP-regel wordt, en de output van de SPE-regel de input van de UDP-regel.
- eind3
- Het verschil tussen X en Y kan bepaald worden door de vormen ‘op elkaar te leggen’, dus bijvoorbeeld:
F(B) = kəpri šyəs B = kəpri šəs F(A)̂Af = kəprīy syəs B̂Af = kəprīy syəs
- eind4
- Een verbetering van de Degeminatie-regel door het introduceren van boundaries is niet mogelijk, omdat LR claimen dat een UDP-model geen boundaries nodig heeft, en omdat UDP uitgaat van een fonetische vorm als input, die natuurlijk geen boundaries bevat.
- eind5
- Deze regels zijn overgenomen uit Robinson 1978a.