Marc van Oostendorp
Ode aan de nieuwsgierige mens
Geoloog Salomon Kroonenberg over taal en familie
Vorige week verscheen er van de bekende Nederlandse geoloog Salomon Kroonenberg een boek over taal: De binnenplaats van Babel. Waar komt taal vandaan? En waarom wilde Kroonenbergs opa Russisch leren?
Foto: Suzanne van de Kerk
Als jongeman had Salomon Kroonenberg, de schrijver van het vorige week verschenen boek De binnenplaats van Babel, geaarzeld of hij nu talen moest gaan studeren. Uiteindelijk werd het geologie. Nu hij enkele jaren met emeritaat is, durfde hij het aan een boek te schrijven over die verborgen liefde. Op een bijzondere manier verknoopt De binnenplaats van Babel twee verhalen: dat van de ontwikkeling van de menselijke taal (van de allereerste taal die vermoedelijk door de eerste homo sapiens in Oost-Afrika werd gesproken, via de toren van Babel tot de huidige tijd), en dat van Kroonenbergs eigen familie, met name zijn grootvader Salomon Kroonenberg, van wie hij de fascinatie voor vreemde talen heeft geërfd.
Inmiddels heeft hij in de loop van de tijd veel talen verzameld. ‘Ik beheers maar een paar talen’, zegt hij. ‘Nederlands, Frans, Duits, Engels, Italiaans, Spaans en Russisch. Andere talen, zoals het Fins en het Portugees, kan ik wel lezen, maar nauwelijks spreken. Sranan spreek ik wel, maar kan ik weer niet schrijven. Ik heb weleens een cursus Chinees gedaan, maar in China kwam ik niet veel verder dan wat onderhandelen met taxichauffeurs.’
Kroonenberg heeft voor zijn werk veel gereisd, maar kan zich ook tijdens vakanties vaak niet beheersen. ‘Wanneer ik op Malta ben, koop ik een Maltese grammatica, en in Letland een Letse. Niet dat ik die talen dan helemaal wil leren, maar ik smul van hoe zo'n taal in elkaar zit. Dat in het Welsh de eerste letter ineens verandert als je een woord ergens anders in een zin zet!’