Bruine bank
De Engels-Nederlandse scheidslijn ligt ruwweg halverwege de zee en valt dus logischerwijs zo'n beetje samen met de grens tussen het Nederlandse en het Engelse deel van het continentaal plat. Zandbanken en geulen in de buurt van de Nederlandse en Vlaamse kust hebben meestal Nederlandse namen, en die bij de Engelse kust Engelse. Zo blijft de Roompot, een vaargeul bij de Zeeuwse kust waarvan het wit schuimende water ooit iemand aan room deed denken, in het Engels gewoon Roompot. En op hun beurt blijven ook Engelse namen vaak ongewijzigd in het Nederlands, zelfs als vertalen makkelijk zou hebben gekund. Want waarom zouden we ‘de West Swin’ (een geul vlak buiten de Theemsmonding), niet ‘het Westzwin’ noemen, met het en met een z? Zelf hebben we tenslotte ook een onzijdig ‘Zwin’: de half verzande vaargeul die acht eeuwen geleden toegang gaf tot de toenmalige wereldhaven Brugge.
Maar niet alle namen blijven onvertaald. Van sommige namen bestaan er twee varianten. Die zijn uit het Nederlands in het Engels vertaald, of omgekeerd. Of de uitspraak en spelling ervan zijn aangepast aan de andere taal. Zo werd de (oorspronkelijk Nederlandse) naam van de Doggersbank in het Engels Dogger Bank. Een ‘dogger’ was ooit een zeilschip waarmee kabeljauw gevangen werd. En omgekeerd werd de naam van de Brown Bank, die grotendeels op het Nederlandse deel van de Noordzee ligt maar oorspronkelijk een Engelse naam heeft, vertaald in Bruine Bank.