| |
| |
| |
Clazien Verheul Neerlandicus bij het Nederlands Bijbelgenootschap
‘O, wat heeft die tong van ons veel praatjes!’
Over de Bijbel in Gewone Taal
Deze maand verschijnt de Bijbel in Gewone Taal. Clazien Verheul van het Nederlands Bijbelgenootschap legt uit hoe de vertaling is aangepakt, en daarna bespreekt predikant en bijbelvertaler Pieter Oussoren het resultaat.
Illustratie: Matthijs Sluiter
De Bijbel is een boek dat voor velen grote betekenis heeft, een boek dat mensen lezen als bron van hun geloof, of als literaire en culturele klassieker. Maar de Bijbel is voor lang niet iedereen even toegankelijk. Bestaande bijbelvertalingen, zowel traditionele als moderne, zijn wat taalgebruik betreft vaak nogal moeilijk. Daarom besloot het Nederlands Bijbelgenootschap in 2006 om een vertaling van de Bijbel te maken die begrijpelijk is voor een zo groot mogelijke lezersgroep: de Bijbel in Gewone Taal (BGT). Het is een vertaling uit de Hebreeuwse en Griekse bronteksten, gemaakt door bijbelwetenschappers en neerlandici. De BGT is niet bedoeld als vervanging van andere bijbelvertalingen, maar als een aanvulling daarop.
De BGT is eenvoudiger dan eerdere bijbelvertalingen, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004) of de Groot Nieuws Bijbel (GNB, 1983, herzien in 1996). Een voorbeeld:
| |
1 Korintiërs 13:12
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004) |
Groot Nieuws Bijbel (GNB, 1983) |
Bijbel in Gewone Taal (BGT, 2014) |
|
Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. |
Nu kijken we nog in een spiegel, we zien niet rechtstreeks, maar dan staan we oog in oog. Nu is mijn kennis nog beperkt, maar dan zal ik volledig kennen. Zoals ik zelf door God gekend ben. |
Nu zien we God nog niet. We merken wel dat hij er is, maar we zien hem niet. Maar straks, in de nieuwe wereld, zullen we God zien met onze eigen ogen. Nu weten we nog lang niet alles over God. Maar dan zullen we hem echt kennen, zoals hij ons nu al kent. |
| |
| |
De NBV doet zo veel mogelijk recht aan de eigen taal en stijl van elk bijbelboek, en gebruikt daarvoor de volle breedte van de taal. De GNB gebruikt ‘omgangstaal’, waarin traditionele taal en jargon vermeden worden, om begrijpelijk te zijn voor lezers die niet vertrouwd zijn met bijbels en kerkelijk taalgebruik.
Ook de BGT gebruikt omgangstaal, maar gaat veel verder in het streven naar begrijpelijkheid en duidelijkheid. In de tekst hiervoor is bijvoorbeeld het beeld van de spiegel vervangen door een heldere beschrijving van wat ermee bedoeld is, en is ook duidelijk gemaakt waar de lezer aan moet denken bij ‘straks’ (NBV) of ‘dan’ (GNB).
| |
Gewone woorden
Hoe heeft de Bijbel in Gewone Taal de nagestreefde begrijpelijkheid bereikt? Om te beginnen zijn er woorden gebruikt die iedereen kent: werk is gewoner dan arbeid, verdriet is bekender dan droefenis. De BGT gebruikt minder dan 4000 verschillende woorden. De vertalers zijn uitgegaan van de 2000 meestvoorkomende woorden in het Nederlands, en deze basiswoordenschat werd gaandeweg uitgebreid met woorden die voor het vertaalwerk nodig waren (zoals kameel, geheimzinnig en gevlekt). Typisch bijbelse termen zijn opgenomen in een verklarende woordenlijst (bijvoorbeeld profeet, offer, dopen). Traditionele termen zijn meestal vermeden (gerechtigheid, genade, barmhartigheid) en ingeruild voor duidelijkere equivalenten.
Daarnaast zijn de zinnen in de BGT gemiddeld een stuk korter dan in andere bijbelvertalingen. Maar het belangrijkste uitgangspunt was een heldere zinsstructuur, waarin informatie die bij elkaar hoort, ook bij elkaar staat. Complexe bijzinnen zijn vermeden.
Een toegankelijke tekst vraagt ook om duidelijke verbanden en verwijzingen, en een logische samenhang. Vaker dan in andere bijbelvertalingen is er in de BGT een helder verband gelegd tussen zinnen, met verbindingswoorden als maar, want en daarom. Soms is er in een bijbelvers ook geschoven met de volgorde van zinnen. In het voorbeeld op de volgende bladzijde past de lange aanloop waarmee de directe rede in de NBV begint wel bij de nederige houding van de spreker, maar het duurt lang voordat de lezer ziet waar het om gaat. In de BGT is de strekking direct duidelijk.
| |
‘De Heer is mijn herder’ in gewone taal
In de Bijbel in Gewone Taal is veel beeldspraak ‘uitgeschreven’ - dat wil zeggen: er wordt vermeld wat met een beeld wordt bedoeld. In de bekende Psalm 23, bijvoorbeeld, wordt expliciet benoemd wat een herder doet: zorgen.
Nieuwe Bijbelvertaling:
23 Een psalm van David.
het ontbreekt mij aan niets.
2[regelnummer]
2 Hij laat mij rusten in groene weiden
en voert mij naar vredig water,
3[regelnummer]
3 hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
Bijbel in Gewone Taal:
Psalm 23
zoals een herder voor zijn schapen zorgt.
Hij geeft me alles wat ik nodig heb.
zoals een herder zijn schapen leidt
naar groen gras en fris water.
Bij de Heer ben ik veilig,
hij geeft mij nieuwe kracht,
ook al is het donker om mij heen.
Want u bent bij mij, Heer.
| |
| |
| |
Daniël 2:36-38
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004) |
Bijbel in Gewone Taal (BGT, 2014) |
|
36 en nu zullen wij de koning zeggen wat hij [nl. de droom - CV] betekent: 37 U, majesteit, koning der koningen, aan wie de God van de hemel het koningschap, en macht, kracht en eer heeft verleend, 38 aan wiens hand hij de mensen, de dieren van het veld en de vogels van de hemel heeft toevertrouwd, waar zij ook wonen, aan wie hij heerschappij heeft geschonken over allen - u bent dat hoofd van goud! |
36 Nu zal ik uw droom uitleggen. 37-38 Het hoofd van goud, dat bent u! Want u bent de belangrijkste van alle koningen. De God van de hemel heeft u koning gemaakt. Door hem bent u zo machtig en beroemd geworden. Hij laat u regeren over alle mensen, en ook over de dieren en de vogels. |
| |
Duidelijke tekst
Soms is informatie die in de brontekst onder de oppervlakte aanwezig is, expliciet weergegeven. De lezer van nu heeft immers niet de voorkennis van de lezers voor wie de teksten destijds geschreven zijn - hij is in zekere zin een buitenstaander. Die explicitering kan toegepast zijn bij namen (voor ‘Dan’ en ‘Benjamin’ staat respectievelijk ‘de stam’ en ‘het gebied’), gewoontes (aan ‘kleren scheuren’ is toegevoegd: ‘als teken van rouw’) en situaties (als Petrus naar het dak gaat om te bidden, wordt vermeld dat dit een plat dak is).
Het uitgangspunt van toegankelijkheid in de Bijbel in Gewone Taal gold ook voor het beeldend taalgebruik. Daarom is in een vergelijking soms de vergelijkingsgrond geëxpliciteerd (dus niet ‘als een palm is je gestalte’, zoals het in de NBV staat, maar ‘je bent zo slank als een palmboom’). Bij moeilijke beeldspraak wordt soms de betekenis vertaald, bijvoorbeeld in Psalm 18:3. De NBV heeft daar: ‘Heer, mijn rots, mijn vesting’, de BGT: ‘U beschermt me, bij u ben ik veilig.’ Op het gebied van beeldspraak gaat de BGT verder dan alle andere vertalingen. Maar waar mogelijk is beeldspraak behouden, zoals in Jakobus 3:5. In de GNB luidt de tekst: ‘Ze [de tong] is maar een klein lichaamsdeel, maar ze kan zich beroemen op grote dingen.’ Krachtiger is de NBV: ‘Zo is ook de tong een klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen!’ Ook in de BGT ‘doet’ de tong iets, maar de tekst is eenvoudig en direct: ‘De tong is maar een heel klein deel van ons lichaam. Maar o, wat heeft die tong van ons veel praatjes!’
Vertalen is altijd een kwestie van winst en verlies. Uit de voorbeelden mag blijken dat er in de Bijbel in Gewone Taal soms nuances en stilistische hoogstandjes verloren gaan in het streven naar duidelijkheid. Maar de winst is groot: uit de eerste reacties blijkt dat de duidelijkheid van deze vertaling veel lezers helpt om dieper door te dringen in de bijbelse teksten.
Meer informatie: www.onzetaal.nl/bgt
|
|