| |
| |
| |
Manon Voituron en Jaap de Jong
Universiteit Leiden
‘Het schip van staat in veilige haven sturen’
Crisismetaforen en crisisframes in de Troonrede
Prinsjesdag 2014. Hoe zal de economische crisis doorklinken in de tweede Troonrede van koning Willem-Alexander? Pakken donkere wolken zich samen of is er ruimte voore en positief geluid? En welke metaforen en ‘frames’ klonken er in de crisis-Troonredes van Beatrix, Juliana en Wilhelmina?
Illustratie: Matthijs Sluiter
‘It is not enough that we do our best; sometimes we must do what is required’, orakelde Winston Churchill tijdens de Tweede Wereldoorlog: ons best doen alleen volstaat niet meer, we moeten doen wat nodig is. Grote woorden, waaraan burgers meer behoefte lijken te hebben in tijden van grote onrust. Ook langer geleden was dat al zo. De grote Romeinse historicus Tacitus (ca. 56-117) beschreef dat het redenaarstalent van Cicero tot bloei kon komen doordat hij in gevaarlijke tijden leefde.
Je zou dus verwachten dat er in crisistijd ook veel te beleven is in een van de belangrijkste toespraken van Nederland: de Troonrede. Zitten daar inderdaad mooie metaforen in? Kon en kan de luisteraar hoop putten uit deze toespraken? Worden de oorzaken en nadelige gevolgen van de crisis verbloemd of juist overdreven? We gingen het na voor de economische crises van de afgelopen eeuw.
Historici onderscheiden in die periode vijf crisistijden: de grote depressie (1929-1939, met Ruijs de Beerenbrouck als premier tot 1933 en daarna Colijn), de eerste oliecrisis (1973-1974, met Den Uyl), de tweede oliecrisis (1979-1980, met Van Agt), de internetzeepbel (2001-2002, met Kok) en de huidige kredietcrisis (2007-heden, tot 2010 met Balkenende, daarna met Rutte). In die vijf crisisperiodes werden 23 Troonredes uitgesproken en die hebben we allemaal onder de loep genomen.
| |
Boven water
De Troonrede wordt geschreven door de premier en de vorst, in overleg met hun speechschrijvers en adviseurs. Anders dan bij bijvoorbeeld de Amerikaanse
| |
| |
State of the Union is de eindverantwoordelijke voor de tekst niet dezelfde als de spreker: alleen de premier kan politiek afgerekend worden op de Troonrede, niet de vorst dus.
Wat voor toespraak is zo'n Troonrede? Laten we het zó zeggen: op Prinsjesdag zijn de hoeden van de vrouwelijke leden van de Staten-Generaal doorgaans spectaculairder dan de bewoordingen van deze belangrijkste toespraak van het jaar. Toch is een analyse van de Troonrede de moeite waard, juist omdat ieder woord op een goudschaaltje gewogen wordt.
Vaak worden metaforen gebruikt om een boodschap bondig en begrijpelijk te verpakken: je vertelt iets nieuws via iets bekends, waarmee het vergeleken wordt. De staat is dan bijvoorbeeld een ‘schip’ dat ‘een koers vaart’.
Voor een zeevarende natie biedt die maritieme metafoor veel potentie. Wilhelmina liet in 1932 het beroemde schip van staat te water:
De ernstige wil, die de Regeering bezielt, met Gods hulp het schip van Staat in veilige haven te sturen, kan slechts leiden tot het doel, indien ons Volk in al zijn lagen zich de werkelijkheid onverbloemd voor oogen stelt.
De maritieme metafoor zien we tijdens de tweede oliecrisis (1979-1980) flexibel ingezet worden. De toenmalige premier Van Agt was een gretige metafoorgebruiker. Hij sprak ook vaak over het schip van staat, en onder zijn verantwoordelijkheid verscheen de Troonrede met de meeste zeemetaforen: ‘In het voorbije jaar heeft opnieuw een golf van prijsstijgingen voor olie en andere energiedragers de wereld overspoeld’, las Beatrix toen voor. En ook: ‘financiële armslag om de economie op te stuwen hebben we niet’, en ‘veel ondernemingen (...) kunnen het hoofd niet of nauwelijks meer boven water houden’, maar ‘wij kunnen het tij keren, mits het besef van saamhorigheid sterker blijkt dan de gerichtheid op eigenbelang’.
| |
Duister
Tijdens de grote depressie (1929-1939) valt de aanwezigheid van de metafoor van de duisternis op:
Een donkere schaduw wordt door de ingetreden crisis geworpen over den toestand van 's Rijks financiën.
(Wilhelmina in 1930)
Dat vraagt om maatregelen, hier nog eufemistisch ‘ontplooiing van (...) stoffelijke en zedelijke krachten’ genoemd:
Evenzeer als in de donkerste dagen zijner roemrijke geschiedenis behoeft ons Volk thans eendracht ter ontplooiing van al zijn stoffelijke en zedelijke krachten.
(Wilhelmina in 1932)
Gloort er vier jaar later al licht aan het einde van de tunnel? Ja, Wilhelmina sprak in 1936 het verlangen uit dat ‘de financieele vooruitzichten langzamerhand minder donker zullen worden’, maar moest vlak voor de Tweede Wereldoorlog ook de verslechterde toestand onder ogen zien. In 1939: ‘Onder sombere omstandigheden kom Ik heden in Uw midden.’
Wie de crisis als ziekte voorstelt presenteert natuurlijk ook graag de remedie.
| |
Geïnfecteerde economie
Een metafoor die voorkomt tijdens de tweede oliecrisis en de internetzeepbel (2001-2002) is die van de crisis als ziekte die de economie infecteert:
Nederland zal om een levensvatbare bedrijvigheid te behouden een aantal produkties geleidelijk moeten opgeven en veel meer aan innovatie moeten doen dan tot dusver.
(Juliana in 1979)
Het is de taak van economen en het kabinet om uitbreiding en verergering van de ziekte te voorkomen en te streven naar ‘gezonde overheidsfinanciën en versterking van het economisch groeivermogen’, zoals Beatrix zei in de Troonrede van 2011. Wie de crisis als ziekte voorstelt, presenteert natuurlijk ook graag de remedie.
| |
Bouwen
Bij het lezen van de Troonredes die uitgesproken zijn tijdens de kredietcrisis (2007-heden) springen vooral de vele bouwmetaforen in het oog:
De regering doet een appèl op iedereen (...) om in deze moeilijke periode met elkaar te bouwen aan een sterkere samenleving en een sterkere economie, in de beste tradities van ons land.
(Beatrix in 2011)
Bij de bouwmetafoor staat het creëren en versterken van een fundament centraal:
- | Een stevig fundament onder de euro is cruciaal.
(Willem-Alexanderin 2013) |
- | De regering komt volgend jaar met een voorstel voor een Deltawet die het fundament hiervoor zal leggen. Versterking van de economische structuur dient hand in hand te gaan met de zorg voor natuur en milieu.
(Beatrix in 2008) |
| |
Pasteltinten
Door het officiële karakter van de Troonrede is er weinig plaats voor opvallende en prikkelende beelden. Metaforen als die van de bouw zijn toch wat bleek. Geen felle kleuren dus, maar pasteltinten in de Troonrede.
Toch blijken deze ogenschijnlijk ingetogen varianten in staat te zijn om de crisis op een bepaalde manier te kaderen, of zoals dat in de moderne retorica heet: te framen. Als metaforen samen aansturen op
| |
| |
een interpretatie van de crisis, dan kunnen we van zo'n frame spreken: een ‘denkraam’ waaraan allerlei gevoelens, waarden, woorden, metaforen, beelden en ervaringen zijn gekoppeld. Een subtiel nuanceverschil kan de crisis in een ander daglicht stellen, en de luisteraars daarmee voorbereiden op een andere weg.
Hoe worden de crises zoal afgeschilderd? Welke frames worden zoal gebruikt? Ons vielen vier manieren op.
| |
1. De crisis als bedreiging en beproeving
Door in de Troonrede metaforen te gebruiken als duisternis of een stormachtige zee, ontstaat bij de luisteraar een beeld van dreiging. Het doel van deze dreigende voorstelling lijkt te zijn dat de ernst van de beproeving de nadruk krijgt: iedereen moet offers brengen, de crisis zal onontkoombaar iedereen raken:
- | Dit is te meer geboden omdat de offers, welke in de huidige omstandigheden gebracht moeten worden voor de defensie, alsmede die, welke nu reeds gedurende een reeks van jaren gevorderd worden voor de bestrijding der werkloosheid en de leniging van haar gevolgen, zeer zware eischen aan de publieke kassen stellen.
(Wilhelmina in 1938) |
- | Het jaar dat voor ons ligt wordt dan ook een jaar van ingrijpende bezuinigingsmaatregelen, die alle Nederlanders raken.
(Beatrix in 2011) |
| |
2. De crisis als excuus
De regering kan er echt niets aan doen: de crisis is een internationaal verschijnsel, dat ook ons land treft. Vaak wordt de crisis omschreven als een natuurramp, zoals de storm waardoor we werden overvallen op het schip. Maar ook was er geregeld sprake van een ‘aardverschuiving’ (al dan niet met ‘schokken’, zoals in 1937), die niet te voorspellen of voorkomen is:
Voortbrenging, handel en verkeer zoeken tastend den weg in de wanorde van de talrijke en vaak meest onverwachte verschuivingen op economisch gebied.
(Wilhelmina in 1934)
Door de crisis als onontkoombaar natuurverschijnsel te presenteren, wordt verbloemd wie er schuldig aan is.
| |
3. De crisis als aanleiding voor maatregelen
Door crisisomstandigheden af te schilderen als duisternis, een ziekte of een huis zonder fundamenten, ontstaat er een concreet probleem waaraan gewerkt kan worden door de regering en de burgers: er moet dan gewoon licht komen of een medicijn. Of er moet gebouwd worden - denk nog maar even aan dat fundament dat onder de euro gelegd moest worden. Met dit crisisframe wordt het nemen van maatregelen een vanzelfsprekendheid: een euro zonder fundament moet hoe dan ook voorkomen worden.
| |
4. De crisis als illustratie van het positieve
Wat gaat ondanks de ellende wél goed in Nederland? Deze strategie, die je het ‘hoop-frame’ zou kunnen noemen, komt wat minder vaak voor dan de andere drie:
Onze economie en arbeidsmarkt hebben veerkracht laten zien. Daaruit mogen we vertrouwen putten voor de toekomst.
(Beatrix in 2011)
Als je deze boodschap wilt aankleden met metaforen, dan is die van de bouw daarvoor geschikt: de maatschappij is maakbaar en om te vormen, waardoor die misschien nog wel beter wordt dan dat die was.
| |
Deken van negativiteit
Wat nu het opvallende is: al die premiers uit de vorige eeuw kozen vaak niet voor één van de strategieën hierboven; bijna alle crisisframes komen in vrijwel iedere crisistijd voor.
Het valt nog te bezien in welke richting de crisisframes en -metaforen uit de Troonrede van 2014 ons dit jaar sturen. Ruttes speeches kenmerken zich doorgaans door een optimistische toon. Hij vindt dat er in Nederland ‘te veel gemopperd en gesomberd’ wordt: om ‘het deken van negativiteit’ weg te trekken moet men een beetje risico nemen en vertrouwen hebben, aldus de premier in een interview in 2013. Rutte heeft al eens furore gemaakt tijdens de Algemene Beschouwingen van 2006 met een optimistische speech over de zee, en de voorliefde voor water, en het managen ervan door Willem-Alexander is wijd en zijd bekend. Kiezen premier en vorst voor een immer dreigende storm, stevent ons schip van staat eindelijk op veilige haven af? Of verrassen zij ons met minder voor de hand liggende beelden?
Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Willem-Alexander spraken 23 Troonredes uit in vijf crisisperiodes.
|
|