Vertaald door...
Manon Smits
Wie vertaalt, loopt onvermijdelijk tegen de grenzen van de taal aan. In deze rubriek presenteert elke maand een vertaler zijn of haar weerbarstigste vertaalprobleem - en de uiteindelijke oplossing.
Wat is het grootste vertaalprobleem dat u bent tegengekomen?
In Emma Donoghue's roman Room (Kamer) leeft de vijfjarige Jack vanaf zijn geboorte samen met zijn moeder opgesloten in een kamer; hij denkt dat die kamer de hele wereld is en dat er daarbuiten niets is, en alles op tv beschouwt hij als nep. Daardoor heeft hij een heel eigen taalgebruik. Op een gegeven moment zegt hij: ‘I'll get bigger and bigger and bigger till I turn into a human.’ Dan gaat het zó verder: ‘“Actually you're human already”, says Ma. “Human's what we both are.” (...) “Did you mean a woman, with a w?”’
Jack verwart het woord human (‘mens’) met woman (‘vrouw’). De clou is dat hij er zo achter komt dat hij en Mam ‘mensen’ zijn. Ik kon mensen dus nergens gebruiken waar Jack het over ‘people’ heeft (‘the people’ op tv werd bijvoorbeeld ‘mannen en vrouwen’). Maar ik heb er weken over gepiekerd hoe ik die verhaspeling moest oplossen. Het moest rijmen op mens; de connotatie met ‘vrouw’ kon ik desnoods loslaten.
Hoe hebt u het opgelost?
Op een ochtend werd ik wakker met de oplossing in mijn hoofd. Vlak voor deze dialoog hebben Mam en Jack allemaal synoniemen van reusachtig opgenoemd, waardoor ik heel mooi de associatie immens - mens kon maken: ‘“Ik groei steeds groter en groter tot ik een mens word.’ ‘Eerlijk gezegd ben je al een mens’, zegt Mam. “We zijn allebei mensen. (...) Bedoel je misschien dat je immens wordt?”’
Manon Smits (1967) is sinds 1995 literair vertaler. Ze vertaalde werk van Alessandro Baricco, en romans van andere Italiaanse schrijvers, zoals Melania Mazzucco, Silvia Avallone en Davide Enia. Uit het Engels vertaalde ze romans van onder anderen Emma Donoghue, Henry James, Elif Shafak en Patrick Ness.
Foto: Frouke Arns