Raarwoord
Wiers
Wat is poëzie? Alles is poëzie. Dit is uit de reclamefolder voor een landbouwmachine. ‘HKX 410 harkt, keert en spreidt niet alleen hooi / ook groenvoedergewassen zoals bijv. lucerne en klaver.’ Mooie zinnen met mooie mysterieuze woorden - en mooie wijsheden: ‘Als de machine goed is afgesteld, wordt / goed werk verkregen.’ Het kan zo op een wandtegel.
De dichter Armando (1929) las de regels bij zijn bezoek aan een landbouwtentoonstelling in de RAI. Hij zag er de schoonheid van in, en bracht ze, zonder verdere bewerking, onder in zijn gedichtenreeks ‘Agrarische cyclus’ (1965). Jaren later is de man die de regels over de HKX 410 had geschreven opgespoord. Hij wist van niets. Hij was erg verrast toen hij zag dat iemand zijn reclametekst tot gedicht had gepromoveerd: ‘Ik kan er geen poëzie van maken.’
Ik wel. Ik droom vanzelf weg als het over ‘keerarmen’ en ‘kopwielen’ en ‘hydrauliekhendels’ gaat. Met zijn ‘torsiverende tanden’ harkt, keert en spreidt de HKX 410 het hooi ‘totdat het gewas in een luchtig wiers op het land ligt’. Het klinkt zwierig en zomers en onbezorgd, maar wat is een ‘wiers’ eigenlijk? Van Dale weet dat een ‘wiers’ hetzelfde is als een ‘wiersel’: een ‘walletje van uit twee zwaden bijeengeharkt, half gedroogd hooi’. En een ‘zwad’ (meervoud zwaden) is een ‘snee koren of gras’, een ‘regel van met de zeis afgemaaid gras’. Twee van die ‘sneden’, of ‘regels’, geven dus een walletje. Of ‘wiers’. Ook wel ‘hooikade’ genoemd.
Zo gaat alles zingen. En overal is dan wel wat te doen. Op een mooie zomerse dag met stapelwolken in de lucht trek ik mijn wandelschoenen aan en loop maar eens het land op. Bij een luchtig wiers ga ik liggen, met mijn hoofd op de hooikade, en kijk omhoog - naar de wolkenstraat.
GUUS MIDDAG
De dichter Armando (1929).