Van Aaf tot z
Fartkontrol
Weerloos ben ik, tegen vreemde woorden in andere talen. Woorden die ik niet helemaal kan duiden, maar die toch erg op een mogelijke vorm van onderbroekenlol lijken.
Het is een kinderachtige karaktertrek van mij, zegt mijn vriend, met wie ik in Denemarken was. Denemarken is een leeg land, vrij uitgestrekt, en de mensen zijn lief, maar niet ontzettend uitgesproken. Maar met de woorden die op allerlei verkeersborden, in tijdschriften en kranten, en zelfs op de wasmachine staan, kon ik uren pret hebben.
Het was heel erg. Vooral voor de medereizigers.
Ik vertel het toch maar. Het begon met aarsleff. Dat stond, werkelijk, op alles. Op een container, op vrachtwagens, op borden. Een aars die lef heeft, daarbij stel je je van alles voor. Dat hij een gigantische scheet laat, bijvoorbeeld, die de hele wereld opschrikt. Het kind in mij, voor wie ik blijkbaar niet in een intensieve rebirthingtraining hoef om er contact mee te maken, begon al onbedaarlijk te lachen toen we langs al die aarsleffs reden. Toen had ik de andere borden, langs dezelfde Deense snelweg, nog niet gezien. Fartkontrol, stond daar steeds heel groot op. Fartkontrol. Dat betekent, letterlijk, scheetcontrole, als je het tenminste als Engels opvat. En dat deed ik dus maar.
In het huis aangekomen dat wij hadden geruild met een paar Denen, bestudeerde ik hun wasmachine. Op reis met kleine kinderen ben je immers een aanzienlijk deel van je vakantie bezig met de was, net als thuis. Vertrouwd is dat.
Om de draaiknop heen stonden de namen van de diverse wasprogramma's. In sommige gevallen begreep ik, jammer genoeg, wel wat er stond, zoals bij Automatic Plus en Bomuld - dat laatste zou wel ‘katoen’ betekenen.
Maar wat was, vroeg ik mij af, Slut? En Overdosering? En Cowboytøy? Wat waren Vandtilløb en, nog leuker, Vandafløb?
Een wijze vriendin van mij, die ik later een foto van die Deense wasmachine liet zien - ja, ik had als vakantiefoto een foto van de plaatselijke wasmachine - opperde dat cowboytøy vast ‘spijkerbroeken’ waren. Dat moest vast zo zijn. Maar Slut en Overdosering leken me allebei iets voor een viezige film over de zelfkant. Niet termen die thuishoorden op een proper apparaat als een wasmachine.
Op de laatste dag kwam ik het woord Slut weer tegen, terwijl ik langs de Deense straten jogde. ‘Slut Spurt’, stond er in grote gele letters op de etalage van een kledingwinkel geschreven. Ik betrok het maar niet op mezelf.
AAF BRANDT CORSTIUS