Onverzorgde indruk
Voor de gewone leraren zou het echter gaan om ‘beschaafde’ uitspraak op het werk en in de winkel. Het volgende probleem was te bepalen wat er dan precies moest worden onderwezen. Wat was nu eigenlijk de correcte Nederlandse uitspraak? De commissie wilde dit liever niet zelf bepalen, maar stelde alleen vast wat men in ‘beschaafde’ kringen wel of niet tot de juiste uitspraak vond horen.
Zo constateerde ze dat zowel de zogenoemde ‘huig-r’ als de ‘tong-r’ (die je maakt door het desbetreffende lichaamsdeel te laten trillen) ‘aanvaardbaar’ was, ‘daar beide door beschaafde sprekers gebruikt worden. Dit geldt niet voor de r-klank die de ch nadert. Ook het weglaten van de r in percent, persoon, enz. maakt een onverzorgde indruk. Niet zoveel aanstoot nemen velen aan het bijna geheel verdwijnen van de r in woorden als paard, boord.’
Bolkestein en de zijnen deden dus genuanceerde, zij het soms misschien wat willekeurige voorstellen: als het wel aanvaardbaar is om de r in paard weg te laten, maar niet die in persoon, hoe zit het dan met pakweg parkeer of porto? Hoe moet je precies weten waar je de grens van de ‘onverzorgde indruk’ overschrijdt?
De commissie gaf ook een paar grammofoonplaatjes uit waarop voordrachtskunstenaars lieten horen hoe het ideale Nederlands zou klinken. Zoals veel opnamen uit die tijd klinken ze in onze oren nogal kunstmatig, met iedere n uitgesproken.
Spelling is nu eenmaal gemakkelijker te beregelen dan uitspraak.