Foto's
Wat valt er voor conclusie te trekken uit De Rooijs onderzoek? Als er een tegenstelling is tussen omdat en doordat, dan lijkt die niet op de tegenstelling tussen ‘dag’ en ‘nacht’ of ‘dood’ en ‘levend’. Die tegenstellingen zijn absoluut: als het dag is, is het geen nacht, en als het nacht is, is het geen dag. Daardoor zijn de tegengestelden evenwaardig. Omdat en doordat vormen een heel ander type tegenstelling, namelijk die tussen ‘algemeen’ en ‘bijzonder’. Vergelijk het met een smartphone en een fototoestel. Met beide kun je foto's maken, maar bij een fototoestel is dat het enige wat je ermee kunt doen, terwijl je met je smartphone ook kunt telefoneren, whatsappen en weet ik wat nog meer. Daar staat wel tegenover dat fototoestelfoto's meestal scherper zijn dan smartphonefoto's.
Omdat lijkt met zijn twee functies op de smartphone, doordat lijkt op het fototoestel, omdat het alleen past bij oorzakelijke verbanden. Dat maakt van doordat wel een preciezer woord dan omdat. Een en ander heeft gevolgen voor de aloude omdat/doordat-regel: die kan niet zo absoluut geformuleerd worden en verdient dus te worden afgeschaft.
Nu zou je kunnen denken dat in de ruim dertig jaar die inmiddels verstreken is, de taal veranderd is. Bijvoorbeeld doordat het veelzijdige en dus frequente omdat zijn beperktere concurrent doordat heeft verdrongen. Maar dat is duidelijk niet gebeurd integendeel: Google noteert 16 miljoen hits voor doordat en 96 miljoen voor omdat. Dat is niet tien keer zo veel omdat (zoals destijds bij het onderzoek van De Rooij), maar slechts zes keer zo veel. In de taalwetenschap veranderde er echter wél wat: de tekstlinguïstiek kreeg vleugels, een specialisme waarin het verband tussen zinnen in een tekst bestudeerd wordt, inclusief de oorzakelijke en redengevende verbanden.
Omdat moest altijd worden gebruikt bij een reden (‘Ik pak mijn paraplu omdat het regent’), doordat bij een oorzaak: ‘De paraplu wordt nat doordat het regent.’