Guus Middag
De taal van...
Leo Beenhakker
Op tv, op straat, online - overal hoor en lees je weer net iets andere talen en taaltjes. Guus Middag staat er maandelijks bij stil.
Het gaat niet goed met Sparta, de voetbalclub uit Rotterdam-West. Dat is geen nieuws. Het gaat al heel lang niet goed met Sparta. Maar daar leek altijd wel iets aan te doen: je ontslaat gewoon de trainer en stelt een nieuwe trainer aan. Als het met de nieuwe trainer niet goed gaat, ontsla je die ook weer. Zodoende heeft Sparta in de afgelopen tien jaar dertien trainers versleten. Sinds enkele maanden heeft Gert Kruys de leiding. Maar het gaat nog steeds niet goed met Sparta.
Leo Beenhakker: ‘Daar gaan we weer.’
RTV Rijnmond
En dus was er eind februari, na de zoveelste nederlaag, nieuw crisisberaad in Het Kasteel, het stadion van Sparta. Wat nu? De trainer maar weer ontslaan? De volgende dag bleek er een tussenoplossing te zijn bedacht. Gert Kruys mocht blijven, maar hij zou assistentie krijgen van een nieuwe ‘technisch directeur’: Leo Beenhakker. In het kantoor van de Leo Beenhakker Fanclub ging luid gejuich op, en vermoedelijk ook op allerlei sportredacties. Niemand weet of het voetbaltechnisch een goede zet is, maar dat doet er niet toe. Leo Beenhakker is een groot spreker. En daarnaast is hij in alle opzichten gepokt en gemazeld. Hij is 71 jaar. Hij heeft veel meegemaakt. Hij is bijna een halve eeuw voetbaltrainer geweest, in allerlei landen, bij allerlei clubs en nationale teams.
Beenhakker spreekt met mooie trage gebaren en met de mimiek van een gekwelde man. Hij komt altijd wat geërgerd over, alsof hij gestoord wordt in belangrijke overpeinzingen en beraadslagingen. Maar hij is wel zo goed om daar dan overheen te stappen en toe te stemmen - en alsnog, en heel uitvoerig, het interview te geven dat hij eigenlijk wilde weigeren. ‘Daar gaan we weer’, met een half ironische zucht, is een klassieke Beenhakkeropening. ‘Ik word hier zo moe van.’ Maar klassiek beenhakkeriaans is ook, een beetje achterover leunend, een droevige hondenblik in de donkere vochtige ogen, de dunne handen door het dunne zilvergrijze haar strijkend: ‘Het spel is weer op de wagen.’