Kop of munt
Natuurlijk waren de gevallen hierboven verzonnen. Omdat dezelfde onderzoekers vervolgens wilden weten of mensen hetzelfde soort gedrag vertonen als er in het werkelijke leven iets op het spel staat, lieten ze een groep studenten van de Universiteit van Chicago in een ander experiment wedden met echt geld - en de opbrengst mochten ze houden. Al deze studenten hadden Engels als moedertaal en hadden Spaans geleerd op de universiteit. De helft van de studenten lieten ze wedden in het Engels, de andere helft in het Spaans. Iedere deelnemer kreeg vijftien dollar, en iedere ronde moest hij beslissen of hij een dollar wilde inzetten om te gokken. Zo ja, dan wierp de experimentleider een muntje op, terwijl de deelnemer in het Engels ‘heads’ of ‘tails’ riep (‘kop’ of ‘munt’) of in het Spaans ‘cara’ of ‘cruz’. Bij een goede gok mocht de deelnemer de dollar houden en kreeg hij nog eens $ 1,50 extra. Bij een slechte gok verloor hij de dollar. Als de deelnemer niet wilde wedden, dan behield hij zijn dollar en ging door naar de volgende ronde. Statistisch gezien is het in dit experiment handig om altijd te spelen, omdat spelen gemiddeld meer winst geeft dan niet spelen.
De studenten durfden in het Spaans veel vaker te spelen dan in het Engels: 71% tegenover 54%. In het Spaans was hun strategie dus feitelijk beter en rationeler.
Denken in een andere taal zorgt er dus voor dat we minder emotioneel en dus rationeler handelen, en aangezien we in een wereld leven waarin steeds meer mensen dagelijks gebruikmaken van een andere taal, zou deze ontdekking nog weleens van groot belang kunnen zijn. Wie rijk wil worden, kan dus misschien maar beter in het buitenland gaan beleggen.