■ Grens
Zo blijven ze staan kijven. Om argumenten gaat het allang niet meer. De onderbuikgevoelens komen nu naar boven. Beschuldigingen van stinken, boeren en scheten - maar dat komt natuurlijk allemaal door dat Surinaamse eten: ‘Maak dan gewoon es iets Hollands te vreten!’ Zo praten ze langs elkaar heen. Shirley gaat haar Anton lekker in het Sranantongo uitleggen dat hij een klootzak, een ongelikte beer en een lul is: ‘Yu e saka saka, een wet man, een pima.’ Honend laat Anton daar meteen op volgen: ‘Geen idee wat je zegt, ik vind het allemaal prima.’ Hier, onder de dekmantel van een ruziënd multicultureel echtpaar, in de verleidelijke vorm van een swingend lied, mogen de taboes aan de oppervlakte komen. Zij: ‘Loop fijn naar je vriendjes, die domme bodybuilders.’ Hij: ‘Soms denk ik wel: ik stem volgend jaar ook op Wilders.’
Manoushka Zeegelaar Breeveld als Shirley Goedhart in Koninginnenacht van het Nationale Toneel (2012).
Foto: Carli Hermès (Unit CMA)
Daarna is het even stil. Hier is duidelijk een grens overschreden. Ze weten het allebei. Het is het eind van het lied. Ze kunnen niet anders meer dan elkaar in een Surinaams-Nederlandse mengtaal toeschreeuwen, tot vier keer toe: ‘Doe jij maar lekker kletsen, doe jij maar lekker praten, / ik heb niet eens de puf meer om je te haten.’ Het gaat er zó fel en heftig aan toe dat je, via de omweg van een scheld- en schreeuwduet, toch ook nog een wederzijdse liefdesverklaring meent te horen. Want zo gaat dat vaak in vechtrelaties.