■ Schelmenstreken
Het blijft ondertussen gissen naar de motieven die Van Loon ertoe hebben gebracht de geschiedschrijving van het Nederlands in de Verenigde Staten te beïnvloeden. Door zijn omgeving wordt Doc - zoals hij wel werd genoemd - omschreven als ‘grillig’, ‘creatief’, ‘excentriek’ en ‘briljant’. Typerend lijkt de volgende anekdote van Bachman. Toen Van Loon jonger was en ‘wat schelmachtiger’, ging hij naar een banket van de Holland Society, een deftig genootschap van mensen met Nederlandse achternamen, over wie hij minachtend zei: ‘Alles voor zelflof en niks voor cultjoer.’ Op het banket hield hij vol geen Engels te verstaan. ‘Grote verwarring ontstond, totdat iemand een Nederlandstalige kelner wist op te speuren.’ Ook zijn zeventiende-eeuwse vervalsingen zijn schelmenstreken, waarover Doc openhartig sprak met familieleden.
Zijn bemoeienissen met het Leeg Duits moeten volgens Bachman worden verklaard uit het ‘gespleten bestaan’ van mannen van zijn generatie. Hij was de eerste die studeerde, maar ‘zijn geliefde grootvader had een venster geopend op de oude wereld, een venster dat in een aparte taal belichaamd zat. Door de “tawl” hield hij vast aan een piepklein stukje van de voorbijgegane wereld. Bewustheid dat iets unieks en, naar zijn mening, waardevols, verwaarloosd zijn eind naderde, heeft hem zeker gekrenkt.’ Zijn ijver het oude te bewaren voor het nageslacht, bracht hem er kennelijk toe de grens tussen Dichtung und Wahrheit te overschrijden: waar zijn geheugen hem in de steek liet, had hij als laatste spreker en behoeder van de taal het recht de gegevens erbij te fantaseren.
En het Onondaga-feestje volgend jaar? Ik wed dat dat gewoon doorgaat.
Met dank aan Jan Noordegraaf en Janny Venema.
Het zeventiende-eeuwse verdrag bevat woorden die toen helemaal niet bestonden.