Onze Taal. Jaargang 81
(2012)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||
Trippende ouders
|
- | aureool: ‘De aureool zat vol met studenten die hetzelfde vak leerden.’ |
- | bagatel: ‘'s Morgens ga ik naar de bakker om een bagatel te kopen.’ |
- | citeren: ‘De meester vroeg aan een van zijn leerlingen om Bulgarije op de kaart te citeren.’ |
- | fakir: ‘Hij gebruikte een fakir om het in het bos licht te houden.’ |
- | het onderspit delven: ‘Als je het onderspit delft voor iemand anders, moet je opletten dat je er zelf niet in valt.’ |
- | inhaleren: ‘Het inhaleren van de koning was een grote eer voor onze stad.’ |
- | knikkebollen: ‘De knikkebollen hadden alles juist.’ |
- | witte producten: ‘De witte producten werden vers gemaakt na het melken van de koeien.’ |
Helemaal met stomheid geslagen was ik echter allang niet meer, want bij het woord trippen, een opgave uit een eerder proefwerk, had ik al déze curiositeiten mogen lezen:
- | Met dit nieuwe scheermesje kan je de haartjes nu nog beter trippen. |
- | Iemand als hij kon niet trippen aan de achtvoudige wereldkampioen. |
- | Als wij op reis gaan, willen mijn ouders zeker één dag trippen. |
- | Hij stond te trippen om te mogen vertrekken. |
Hoewel ik de leerlingen die verantwoordelijk waren voor bovenstaande ‘taalpareltjes’ dankbaar was voor de glim- of schaterlach die ze mij ontlokten, moest ik ze niettemin teleurstellen toen het op normeren aankwam.