Van Aaf tot z
De gek
Binnen korte tijd kreeg ik twee mails waarin iemand de uitdrukking ik, zei de gek had verwerkt. Ik, zei de gek hoor je niet vaak, dus het viel me op. De mails waren van twee verschillende vrouwen. De een mailde me over haar leeftijd - ik had haar geïnterviewd en moest weten hoe oud ze was. ‘Ik, zei de gek, ben 38’, schreef ze. De andere mail was van een vrouw die een film had gemaakt. ‘Ik, zei de gek, heb de regie gedaan’, stond erin.
Het zijn allebei vrouwen die ik hoog heb zitten, en het viel me tegen dat juist zij aankwamen met ik, zei de gek. Ik stel me daarbij altijd een als troubadour verklede straatartiest voor, die zijn malste beentje voorzet, rinkelt met de bellen op zijn narrenhoed, en in elke zin die ik bevat, ‘ik, zei de gek’ zegt. Met een hoge piepstem. Terwijl mensen die dit zeggen, vaak heel gewoon zijn. Zelfs bescheiden, want ik, zei de gek is geloof ik als uitdrukking van bescheidenheid gebruikt.
Toch eens uitgezocht wat ik, zei de gek precies is. Dat weet natuurlijk niemand, maar het wordt vaak gebruikt, en dat vermoedde ik dus al, door mensen die vinden dat als je ik zegt, je al heel megalomaan en opschepperig bent. Dus om dat af te zwakken kies je voor ik, zei de gek.
Dit moet natuurlijk vooral bij uitingen die pocherig van aard zijn, dus in plaats van ‘Ik heb het eerste ontwerp voor de Twin Towers gemaakt’ moet het dan zijn: ‘Ik, zei de gek, heb het eerste ontwerp voor de Twin Towers gemaakt.’
Het deed me denken aan de schrijfregel die ik ooit leerde, waarschijnlijk op de basisschool, dat je nooit een brief mocht beginnen met het woord ik. Dat was ook al zo onbescheiden, ja, werkelijk een brutaliteit van de bovenste plank. Dus jarenlang zat ik te prutsen met briefbeginnetjes, en later met mailbeginnetjes. Totdat ik ineens dacht: wat is er eigenlijk zo erg aan het woord ik? Daarna begon ik gewoon al mijn mails ermee. Het werkte louterend.
Tip voor de ik-zei-de-gekken: probeer eens ik. Enorme opluchting.
Aaf Brandt Corstius