Iktionaire
De wasstraat
De metafoor is als water. Als je cijfers ziet van hoeveel water de moderne mens per dag gebruikt, schrik je. Zó veel? Als je iemand het verschil tussen ‘gebruik’ en ‘verbruik’ moet uitleggen: daar zit het. Probeer vijf minuten over een willekeurig onderwerp te praten zonder een metafoor te gebruiken. Kan niet. In hun adembenemende Metaphors We Live By lieten Mark Johnson en George Lakoff zien dat ook ‘gewone’ mededelingen vol beeldspraak zitten. Praat je ‘over’ je fiets? ‘Onder’ het eten? Nee, je spreekt gedurende de maaltijd en het hoofdonderwerp is je fiets. Pardon, het belángrijkste onderwerp, een onderwerp heeft immers geen hoofd. Is dat onderwerp dan ‘rijk’? Nee, niet echt, want het heeft geen geld. En dat ‘werpen’, wat heeft dat ermee te maken? En wat wordt er eigenlijk ‘gemaakt’ in die laatste vraag? Enzovoort. Wanneer zeggen we eigenlijk wél gewoon wat er aan de hand is?
Wat de mens van het dier onderscheidt, is zijn vermogen tot denken, zegt men. Nee, de taal, beweren anderen. Het is de metafoor, zou ik willen zeggen, waar taal en denken samenvallen.
Kijk naar het gedrag van nieuwe woorden. Ze zijn nog niet geboren of ze bieden zich aan als metafoor. ‘Bijtanken’ en ‘de accu opladen’ om daarna weer ‘fris aan de knoppen te zitten’ - u kent ze. Ooit zal er een generatie zijn die denkt dat wolken vernoemd zijn naar de ‘cloud’.
Ook de ‘wasstraat’ is nu verbeeldspraakt. Een groot bedrijf in de logistiek haalt nieuwe medewerkers door ‘de oranje wasstraat’. De huiskleur van dat bedrijf is oranje, vandaar, en het personeel moet ook in die kleur zijn, metaforisch gesproken. De oranje vérfstraat bedoelen ze eigenlijk, maar dat zal wel te agressief klinken.
In Flow, een glossy over ‘inspiratie, inzichten en oplossingen’, gaat het over stelletjes die ondanks crises en obstakels toch bij elkaar blijven. Een vrouw: ‘Maarten begon mij weer te veroveren. De enorme spijt die hij liet zien, had ik echt nodig. Ook dat hij het prettig vond om in therapie te zijn. Hij wilde echt door de wasstraat.’
Natuurlijk, de ziel als auto. Voorsproeien, inschuimen en borstelen maar. Dan afspoelen en droogblazen. Als nieuw komen we naar buiten. Niet vergeten je antenne in te schuiven.
Met haar eeuwige trek in nieuwe taal had de politiek de figuurlijke wasstraat algauw ontdekt. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie gebruikte hem onlangs tijdens een lezing voor studenten aan de universiteit van Groningen. Het strafrechtsysteem moet efficiënter, meent de minister, de verdachte moet niet opeenvolgend te maken krijgen met politie, justitie, reclassering en jeugdzorg, ‘maar gelijktijdig, net als een auto in een wasstraat’. Opstelten sprak van het ‘wasstraat-model’. Het strafrecht als wassing.
Oh, happy day, when Ivo washed my sins away!
De primeur was het niet; hij wordt al langer gebruikt, zie ik. Vooral bij de overheid, voor een werkwijze waarbij verschillende diensten gelijktijdig samen een probleem aanpakken, in plaats van één voor één.
De wasstraat-metafoor.
Voor sommigen is het al ABN: ‘Op 24 en 25 mei vond de wasstraat Een Veiliger Openbaar Vervoer, een Veiliger Amsterdam plaats.’
‘Aanleiding van de wasstraat was de reeds gestarte aanpak van onder andere het GVB.’
‘Veel medewerkers van verschillende organisaties hebben hard gewerkt tijdens deze twee zomerse dagen om de wasstraat succesvol te laten verlopen!’
Het klinkt haast als een festiviteit. Een gezamenlijke poetsactie met bier en barbecue na. O nee, het is waarschijnlijk toch een wasstraat à la Ivo. Er is sprake van taakstraffen en processen-verbaal. Onder andere voor ‘spoorlopen’.
Spoorlopen - ik denk dat dat ook een metafoor is. En anders wordt dat het wel.
Jan Kuitenbrouwer