Iktionaire
Op is op?
Het was op Schiphol. Wij hadden champagne verdiend en gingen ernaar op zoek. Dat lukte niet direct - dat wil zeggen: het vínden, het zoeken zelf ging prima - dus we schoten een medewerker aan. In ons deel van de luchthaven, enfin, het deel waar wij waren, bevond zich geen champagneschenkpunt, legde hij uit. Daarvoor moest je ‘op Schengen’ zijn.
‘Schengen’ bleek te staan voor de terminal waar de vluchten naar Schengenlanden vertrekken. Schengenlanden zijn eigenlijk geen landen, meer een soort gemeenten: je kunt in en uit rijden of vliegen zoveel je wilt, je merkt het eigenlijk niet eens. Des te meer champagne drinken de Schengenbewoners, dat is logisch.
Even later waren wij op Schengen. Wij waren op Schiphol, en op Schiphol waren wij dus op Schengen. Waar de champagne even later trouwens ook op was, maar dat is een ander ‘op’.
Op.
Je woont ‘in’ een Schengenland, maar ‘op’ Schiphol ben je ‘op’ Schengen.
En je bent dus ‘op’ een luchthaven, en ‘in’ een zeehaven.
Je zit ‘aan’ de pillen, maar je kunt ook ‘op’ de pillen zitten. Kun je ook op de wiet zitten? Nee. Op de hasj? Nooit gehoord. Op de heroïne? Nee. Op de cocaine? Ook niet. Op de alcohol? Nee. Op de speed? Ja, dat dan weer wel. Speed en pillen, daar zit je ‘op’. Die berijd je, als een brommer. Sommige zijn inwisselbaar. Onder de pillen kom je ook tegen. Eraan, erop, eronder, de pil is rond.
Op de fles kan ook, maar dan hebben we het over een andere gesel der mensheid.
In Rotterdam ben je ‘op’ Zuid, maar in Amsterdam niet ‘op’ Noord. Zouden Rotterdammers voor hun gevoel op een eiland wonen? In Utrecht woon je ‘op’ Kanaleneiland, en inderdaad, die wijk is een eiland tussen drie waterwegen. Maar de wijk Zuilen is dat niet, en toch woon je ‘op’ Zuilen, zie bijvoorbeeld het boek Een jeugd op Zuilen van Henk Kronenburg. (Nieuw-)Zuilen werd in de jaren dertig gebouwd. De stadsuitleg als sociale terp? Wie naar de nieuwe wijk verhuist, klimt een trede op de sociale ladder?
Ergens beleid ‘op’ voeren, dat hoor je ook steeds vaker.
Of advies. ‘Wij hebben daar advies op gegeven.’
Om advies ‘op’ wordt nooit gevraagd. ‘Ik zou graag een advies op mijn pensioen willen’ - dat zeg je niet. Advies ‘op’ wordt alleen gegeven. Advies wordt verlossend woord.
‘Slecht vertaalde marketingboekjes’, sprak een vriend resoluut. Advice on, policy on. Ja, dat zou het kunnen zijn. Het is in het Engels ook high on, voor alle bestaande drugs.
Ons voorzetselstelsel is te ingewikkeld. Wij willen een simpel, overzichtelijk systeem, net als de Engelsen. Minder voorzetsels, breder inzetbaar. Met naar... toe zie je het ook: een passe-partout vervangt een reeks varianten. En wat de taal wil - we weten het zo langzamerhand - dat doet zij gewoon.
Jan Kuitenbrouwer