■ Dansnummer
Het is niet erg waarschijnlijk dat iemand die wanhopig moet ploeteren door metershoge sneeuw, en die beweert haar hersens te hebben uitgeschakeld - dat zo iemand tegelijk nog zulke coherente en stijf-formele en bovendien ook nog eens rijmende zinnen kan uitspreken. Toch blijft de zangeres dat doen, tot het eind. Ik weet niet of de tekstdichter, Ilja Leonard Pfeijffer, het zo bedoeld heeft, maar al snel wordt dit merkwaardige procedé vanzelf ongeloofwaardig, en daardoor ook wel weer grappig - op de wijze waarop Drs. P of De Schoolmeester grappig is. Uitgeput, versuft, verblind, reddeloos verloren, tot aan de liezen in de sneeuw - en wat zegt de zangeres? ‘Het enige wat ik aan mijn bestaan nog toevoeg / is dat ik wanhopig schreeuw.’
Redline Music
Er is nog iets anders geks met dit lied. Het gegeven is droevig en uitzichtloos, maar dat hoor je er helemaal niet aan af. Het lied klinkt vrolijk, en opzwepend, met een steeds sneller ritme en een aanzwellend volume, zeker als de zangeres door haar dichtregels heen is en zich vervolgens enthousiast kan overgeven aan het steeds maar herhalen van haar levensmotto: ‘Verder, verder, altijd maar verder!’ Dit is dus een lied met twee gezichten. We horen de laatste noodkreet van een wanhopig sneeuwmeisje. Maar een buitenlander, die de tekst niet kan verstaan, zou gemakkelijk kunnen denken dat hij naar een opwindend dansnummer luistert. Of naar een vakbondslied, dat massaal meegezongen kan worden: ‘Verder, verder!’ Of naar een supporterslied voor op de tribune, met lekker veel trommels erbij - voor, zeg, voetbalclub FC Vooruit. Verder, verder, altijd maar verder!