Tegenstander
Natuurlijk, sommige sprekers overdrijven inderdaad een beetje, maar eh is een waardevol woordje. Allereerst voor een spreker. Als die aan de ene kant nog niet precies weet hoe hij verder moet maar aan de andere kant zich het woord niet wil laten ontnemen, heeft hij veel aan eh.
Eh komt ook goed van pas als de spreker even niet op een woord kan komen, maar wel duidelijk wil maken dat hij druk bezig is om het uit zijn geheugen op te diepen. Ook de hoorder heeft baat bij een welgeplaatst eh, zo blijkt telkens weer uit onderzoek. Die hoorder vat een eh vlak voor een inhoudswoord op als een signaal dat hij extra moet opletten, en hij onthoudt het woord dat uiteindelijk komt dan ook beter.
Eh blijkt daarnaast handig om bij een dubbelzinnige zin de hoorder op het spoor van de gewenste betekenis te zetten. Denk bijvoorbeeld aan ‘Hij zei eh... zijn zoon te vertrekken’ tegenover ‘Hij zei zijn zoon eh... te vertrekken.’ In de eerste zin ligt de nadruk op zijn zoon, in de tweede op te vertrekken.
Bedenk verder dat eh nuttig is vlak voordat je iets gaat zeggen wat onaangenaam is voor je gehoor, zoals in: ‘Uw reservering is eh... helaas komen te vervallen.’ De luisteraar zal dan denken dat je erg met dit slechte nieuws in je maag zit.
Ivo Opstelten: notoir ‘eh’-zegger.
Ten slotte: eh haalt de vaart uit je betoog - en daar is niets tegen en veel voor, als je het daardoor beter begrijpt.
Wat vindt u ervan? Moeten sprekers afleren ‘eh’ te zeggen?
Geef voor 24 april uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Sprekers moeten afleren “eh” te zeggen’ of ‘Sprekers hoeven niet af te leren “eh” te zeggen’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.