Van Aaf tot z
Zwierenden
Iedereen die ook maar de vaagste notie heeft van woorden, letters, taalspelletjes en de intense drang om daarmee te winnen, winnen, WINNEN, heeft het spel Wordfeud ontdekt.
Althans, in mijn vrienden- en kennissenkring is dat zo. Het is gewoon scrabble. Maar dan op de mobiele telefoon, via internet, met één tegenstander, iemand die je kent, of een willekeurige tegenstander ergens op de wereld.
Ik zal niet op de trend zelf ingaan, en ook niet op de vraag waarom de mensheid en masse deze goeiige verslaving (want een verslaving is het zeker) heeft ontwikkeld. We zijn hier met taalfrikjes en -freakjes onder elkaar. Dus ik zal het alleen hebben over het pure taalaspect van Wordfeud.
(Zijdelings taalaspectje: iedereen spreekt de naam van het spel anders uit. Je hebt ‘Wurdfoiders’ en ‘Wurdfjoeders’. ‘Fjoed’ is correct.)
Net als bij het goede oude scrabble gaat het natuurlijk allemaal om hoogoplopende ruzies en frustraties. En die hoogoplopende ruzies en frustraties gaan altijd over hetzelfde: mag dit woord?
Het gekke bij Wordfeud is: daar kun je elkaar, eventueel met woordenboeken als fysieke wapens, niet over bevechten. De Wordfeudserver beslist namelijk of je een woord mag leggen. Als het niet mag, kún je het simpelweg niet leggen. Dan blijft de beurt bij jou, net zolang tot je een toegestaan woord hebt gelegd.
En het probleem is dat die server lang niet alle woorden kent. Tot mijn intense frustratie gebeurde mij dat laatst bijvoorbeeld bij zwierenden. Zwierend lag al op het bord. Daar legde ik een e aan: zwierende. En toen, o, hartklopping, adrenalineshot, heerlijk gevoel, kreeg ik een n, en als ik die eraan zou leggen, kwam ik op driedubbele woordwaarde! Met een z en een w - veel punten waard - was dat een heftige bonus.
Maar zwierenden mocht niet van Wordfeud. Van een zwierend mens had hij gehoord. Van twee zwierende mensen ook. Maar om die twee mensen te omschrijven als ‘de zwierenden’ - nee, dat ging de interne Wordfeudjury te ver.
In de recensies in de App Store, de internetwinkel waar je het spel kunt downloaden, zijn er veel klagers. Het woord Pasen mag niet. Hoi ook niet. En wie, en sire: ook verboden. Maar yes mag wel. En yo, en sick.
‘Als je ziet welke woorden goed worden bevonden en welke niet, lijkt het meer op russische roulette’, schrijft een woedende Wordfeuder. Een andere speler merkt op: ‘Verslaving wordt deels weggenomen door niet toegestane normale NL woorden.’
Dat is waar. En dat is misschien maar goed ook.
Aaf Brandt Corstius