Eén goede morgen
Aad van Westen - Pijnacker
Tijdens het scheren 's ochtends heb ik altijd het Radio 1 Journaal aan staan. Zo hoor ik elke werkdag even na half acht het sportoverzicht van Tom van 't Hek, en dat is iedere keer weer prettig om naar te luisteren. Van 't Hek heeft kijk op de zaak, formuleert helder, en is eloquent, ad rem en beslist niet ongeestig. Er is alleen geregeld een moment dat ik bijna uitschiet met mijn scheermes, en dat is als hij het presentatieduo begroet. Vaak zegt hij dan niet ‘Goedemorgen’, en ook niet ‘Een goede morgen’, maar hij zegt: ‘Eén goede morgen’, dus met één als in ‘niet twee maar één’.
Waarom schuurt dit zo bij mij? Het is oubotaal, dat is de kern van de zaak, taal die ik heb horen gebruiken door ambtenaren die gortdroge vergaderingen probeerden op te leuken met telkens dit geintje. Het is taal van Debiteuren crediteuren, de beroemde reeks van Jiskefet. Heel misschien, zo bedenk ik opeens, bedoelt Van 't Hek het ook wel net zo: als pastiche van kantoormannentaal - maar ik vrees toch dat dit niet zo is.
Van 't Hek bevindt zich trouwens in hoog gezelschap, want president Obama doet iets soortgelijks. Ook hij vervangt in onbepaalde lidwoorden de eh-klank heel vaak door de ee. ‘It was “ee” very good decision’, zegt hij bijvoorbeeld. Gelukkig hoor ik Obama maar zelden tijdens het scheren.