Tegenstander
Het Nederlands hád naamvallen, ja, maar die zijn al eeuwen op weg naar de uitgang. Natuurlijk zijn er nog vormen die uit die naamvallen verklaarbaar zijn, maar het vermogen om een dergelijke verklaring te geven is geen onderdeel van het taalvermogen van de sprekers van het Nederlands van nu. Voor die taalgebruikers is dit des- een vorm zonder duidelijke betekenis. En vormen zonder duidelijke betekenis lopen kans te verdwijnen.
Dat verdwijnen kan op twee manieren. Ten eerste doordat het gehele woord in onbruik raakt, zoals gebeurd is met bijvoorbeeld desbelust, -bevoegd, -bewust, -gevallend, -verlangd, en ook met het aan desbetreffende verwante - hou u vast - desniettegenstaande. De andere manier is dat alleen het betekenisloze, dus nodeloze, des weggelaten wordt. Dat is helemaal niet erg. We laten verwijzingen bij bijvoeglijke naamwoorden spontaan weg als die uit de context duidelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan een lijkende tekening; niemand zal vinden dat voor dat lijkend een woord als erop moet komen. De meeste taaladviseurs beschouwen betreffend als bijvoeglijk naamwoord als ingeburgerd. In werkelijkheid is de betreffende opmerking eigenlijk zelfs al passé. Want wie gebruikt het nog, dit suf ambtelijke notulen-Nederlands voor ‘deze opmerking’?
Wat vindt u ervan? Moet het onderscheid tussen desbetreffend en betreffend worden gehandhaafd?
Geef voor 23 mei uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘onderscheid tussen desbetreffend en betreffend handhaven’ of ‘onderscheid tussen desbetreffend en betreffend hoeft niet te worden gehandhaafd’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.