‘Power to werkend Nederland’
Cor Nelisse - Rotterdam
Ik ben niet van de school die hel en verdoemenis preekt over het toenemende Engels in het Nederlands. Veel van die oorspronkelijk Engelse woorden hebben onze uitdrukkingsmogelijkheden verrijkt, en moeten dus gekoesterd worden. Maar soms gaat het mis. Bijvoorbeeld in de radio- en tv-reclames die vakbeweging FNV Bondgenoten uitzendt onder het motto ‘Power to werkend Nederland’. Telkens weer krommen mijn tenen zich als ik die hijgerige mannenstem bijna orgastisch hoor blèren: ‘Power to de zorgverleners en de zorgenmakers; to de opgekochten en de opgelapten. Power to de mama's en al die andere mama's, to de flexwerkers, de voor-mezelfwerkers, power to de ik-wil-ook-werkers.’
De laatste tijd hoor ik de spot niet meer zo vaak, maar de slogan is nog niet verdwenen. In een folder van het FNV die ik laatst in mijn handen gedrukt kreeg, stond hij ook weer.
Het is nog niet zo eenvoudig te zeggen wat hier nu het meest schuurt. Is het de onnatuurlijke botsing van Engels op Nederlands (‘to de’)? Of de mallotige combinatie van een krachtig Engels motto (‘Power to the people!’) en truttige Nederlandse kleutertaal (‘de mama's’, ‘de ik-wil-ook-werkers’)? Ik weet het niet. Wél ben ik erg blij dat dit procedé niet doorgedrongen is in het algemene taalgebruik.