Lezer
Wie zijn de andere lezers van Onze Taal? Maandelijks portretteren we er een.
SAMENSTELLING: REDACTIE ONZE TAAL
Foto: hvp
Naam Herman Van Poele.
Woonplaats Antwerpen.
Geboren 25 november 1941.
Beroep Gepensioneerd ingenieurdocent volwassenenonderwijs, tot wat nu bachelorniveau heet.
Partner, kinderen Single, twee zonen en twee kleindochters.
Opleiding Industrieel ingenieur; licentiaat in de wijsbegeerte.
Hobby's/vrije tijd Dat zijn termen die niet meer bestaan als al je tijd ‘vrij’ heet te zijn. Me amuseren doe ik de laatste tijd met fietsen repareren en pc-problemen oplossen voor vrienden.
Onze Taal-lid sinds 1994.
Waarom werd u lid? Waarschijnlijk uit interesse voor het meestal prettige en een enkele keer vervelende gegeven dat taal, in tegenstelling tot die andere spannende communicatievorm: wiskunde, zo goed als altijd dubbelzinnig is.
Andere tijdschriften Knack, Vrij Nederland.
Krant De Standaard en De Morgen, en verder wat je bij de bakker vindt.
Televisie De wereld draait door, Pauw & Witteman, Tegenlicht en in België Neveneffecten. Verder The Sky at Night (vooral om de nonchalant-eigengereide presentatie van Patrick Moore).
Radio Klara, Radio 1 in België, en Radio 1 en 4 in Nederland.
Boek Ik twijfel tussen Nooit meer slapen van W.F. Hermans en diens hilarische Onder professoren.
Website Die waar ik op het juiste moment de info beetkrijg die ik om redenen die we nu niet vermelden net zocht.
Wat leest u het eerst in Onze Taal? ‘Ruggespraak’; elk nummer valt daar, het moet opzet zijn, steeds weer op dicht. Van der Horst lees ik meestal vóór Kuitenbrouwer, maar het wisselt weleens.
Wat zelden? Niks zelden; uitlezen is een burgerplicht, al is het niet de onaangenaamste. Uiteenzettingen over sporttermen doe ik wel diagonaal; ik ga liever zelf fietsen dan naar geleuter erover te luisteren.
Welke taalonderwerpen boeien u het meest? Elk taalonderwerp dat erop gericht is de dubbelzinnigheid van taal te verhogen of juist te verlagen, wat merkwaardigerwijs meestal op hetzelfde neerkomt.
Favoriete Onze Taal-artikel Dat wisselt, maar nu we het over die dubbelzinnigheid hebben: het stuk van Gaston Dorren over het vertalen van juridische termen (september 2010).
Aantrekkelijkste taaltrend Ach, elk kind dat zich verbaast over de mogelijkheid om te kunnen zeggen wat je denkt te denken.
Ergerlijkste taaltrend De neiging alle voorzetsels te vervangen door naar... toe of door rond, wat nooit verhelderend werkt.
Verbetert u iemands taalgebruik weleens? Als mijn kleindochters (zeven en vijf) uit de bocht gaan, zeg ik ze altijd zo nonchalant mogelijk hoe het ook kan. Ik hou me aan het advies van de Amerikaanse psycholoog Skinner: ongewenst taalgebruik negeren, gewenst aanmoedigen.
Welke taalfout maakt u stiekem bewust tóch? Het woord niet dat niet als ontkenning wordt bedoeld, vat ik toch weleens zo op. Op de vraag ‘Ga je niet mee?’ antwoord ik dan: ‘ja’, en ik blijf zitten waar ik zit.
Beste taalgebruiker Paulien Cornelisse.
Als u de baas was over de taal, wat zou u dan het eerst doen? Niet veel meer dan wat ik nu al doe: mijn oor te luisteren leggen.
Lelijkste woord Elk ophemelend bijvoeglijk naamwoord dat een radiopresentator (m/v) gebruikt omdat hij/zij lijkt te denken dat we anders zelf geen mening kunnen krijgen over wat volgt. Het allerergst in deze categorie: bloedmooi.
Mooiste woord Scharrelkind en bommelding. En milde vergeetachtigheid, waarmee Christine Van Broeckhoven verwees naar het onvermijdelijke geheugenverlies ten gevolge van de leeftijd.