■ Griezels
Ooit was er voor de nieuwe partners van je ouders een neutraal woord: stiefouder. Maar vanaf het moment dat de eerste sprookjes aan ons worden voorgelezen, leren we: stiefouders zijn griezels die hun stiefkinderen proberen te vergiftigen (als in Sneeuwwitje), of anders wel vernederen (in Assepoester). Als je vader of moeder een nieuwe partner krijgt, is daar meestal wel mee te leven, maar voor een ‘stiefouder’ is het oppassen geblazen.
Volgens sommige inzenders heeft het geen zin om een variant van stiefouder te bedenken. Voor je het weet, heeft ook die nieuwe term een negatieve bijklank. Die kans is inderdaad groot, maar laten we het van de positieve kant bekijken: als een dergelijke woordontwaarding al zou plaatsvinden, dan zou het betekenen dat de term in ieder geval een tijdje heeft gefunctioneerd, en dat is al heel wat. Dus daar gaan we.
Allereerst de ontroerendste benaming. Dat was zonder twijfel liefmoeder, een titel die Talitha Spaink zelf ooit mocht ontvangen van de dochter van haar vriend. Maar laten we eerlijk zijn: hoewel niet alle stiefouders zo kwaadaardig zijn als die van Assepoester, zijn ze vast ook niet allemaal zo lief als mevrouw Spaink. En evenzo klinken bonus-ouders en cadeau-ouders ons wat al te rooskleurig in de oren. Fijn voor degenen die hun ‘gat in de taal’ met die termen kunnen opvullen, maar laten we toch maar op zoek gaan naar een term die voor álle stiefouders te gebruiken is - een neutrale term, dus.
Neem nu het voorstel van Daniëlle van Zandt, in wier familie een systeem gebruikt wordt waarbij de familierelaties in kwestie voorafgegaan worden door de st van stief: stoeder, stamma, stochter. Mooi bedacht, maar zelfs oma moet eraan geloven - en dat levert een wel heel ongebruikelijk beeld op. Hoewel de oma om wie het gaat dat geen probleem vindt, lijkt ons deze manier van naamgeving alleen al om die reden niet erg bruikbaar.
Blijven over als serieuze alternatieven: plusouders en bijouders. Beide hebben lichte nadelen, zoals associaties met ‘een maatje meer’ en ‘op leeftijd’ (bij plus), en met bijzettafeltjes en andere bijzaken (in het geval van bij, dus). De jury is verdeeld, dus uiteindelijk laten we het aantal inzenders de doorslag geven. En dan is het duidelijk: 3-1, in het voordeel van:
bijmoeder ‘nieuwe vrouw van iemands vader (of moeder)’
bijvader ‘nieuwe man van iemands moeder (of vader)’
Het systeem is natuurlijk uit te breiden met kinderen, kleinkinderen, enzovoort. De boekenbon? Die is voor Daniëlle van Zandt, die naast het st-systeem ook de bij-namen opperde (en een beetje voor haar stoma, natuurlijk).
Foto: Onze Taal