Criticaster
L. van Kampen - Hurdegaryp
In de eerste NCRV-gids van dit jaar zei acteur Daan Schuurmans over zichzelf: ‘De grootste criticaster ben ik zelf.’ Dit voorbeeld staat niet op zichzelf. Al geruime tijd is me opgevallen dat criticus de slag heeft verloren van criticaster. Toen het laatste me voor het eerst in een geschrift opviel, dacht ik aan onwetendheid van de schrijver, maar sinds die eerste keer kom ik dat nieuwe criticaster vaak tegen.
In de grote Van Dale uit 2005 wordt de criticaster nog gelijkgesteld met de ‘muggenzifter’ en de ‘vitter’, maar het lijkt er een beetje op dat de betekenis van criticus nu verengd is tot ‘iemand die beroepshalve kunst en dergelijke beoordeelt’ en dat criticaster het gewone woord wordt voor iemand die bijvoorbeeld iemands woorden of daden beoordeelt.