Spaan
Stemhokje
De verkiezingen liggen bij publicatie van dit stukje geruime tijd achter ons. Bij het schrijven niet. Daarom ben ik er nog vol van.
Ik pleit voor het oprichten van een bureau, geleid door Onze Taal, dat de formuleringen in verkiezingsprogramma's onderzoekt en verbetert. Het zou een hoop onzin schelen.
Mijn pleidooi volgt uit een opwelling in het stemhokje. Bijna had ik op Femke Halsema gestemd. De impuls kwam voort uit haar door mij bewonderde welbespraaktheid, humor, schoonheid en, vooral, haar representatieve kwaliteiten in het buitenland.
Iemand als Wilders zie ik niet in het Élysée, het Witte Huis en zeker niet voor de deur bij Downing Street 10. Het haar, de ideeën, het accent: overal is hij een ongewenste vreemdeling.
Op het nippertje heb ik niet op Femke Halsema gestemd. Thuisgekomen googelde ik het verkiezingsprogramma van GroenLinks en zag dat Onze Taal er veel goed werk aan had kunnen doen. Ik behandel twee zinnetjes. (Het eerste behelst een stokpaardje van Wouter Bos waar ik het al eerder over heb gehad.)
Met onze huidige studiefinanciering betaalt de slager om de hoek mee aan de studie van de advocaat.
Waarom woont die slager om de hoek? Dat is onduidelijk. Tenzij GroenLinks bedoelt dat alleen de slager om de hoek meebetaalt aan de studie van de advocaat en niet de slager in de straat of op het plein. Dat kan ik me nauwelijks voorstellen.
In het ‘gedachtengoed’ van GroenLinks staat ‘om de hoek wonen’ dus gelijk aan ‘in de verdomhoek zitten’. Hiermee worden zeer veel mensen die om de hoek wonen weggezet als tweederangsburgers. Dat zal de bedoeling niet zijn.
Onze Taal had het zinnetje vereenvoudigd tot: ‘Met onze huidige financiering betaalt de slager mee aan de studie van de advocaat.’
In de marge zou een aantekening staan. ‘Wat is daar erg aan? Mocht de advocaat meer verdienen dan de slager, dan kan hij vaker biefstuk kopen.’ Dan had GroenLinks iets om nog eens over na te denken. Ik zie dat bureau helemaal zitten. Een zegen voor de democratie!
Op de volgende zin uit het verkiezingsprogramma van GroenLinks valt nog veel meer aan te merken.
Daarnaast wil GroenLinks af van de situatie waarin mondige witte ouders hun tien weken oude baby al inschrijven op school, waardoor minder goed geïnformeerde ouders achter het net vissen.
Ten eerste wordt mondigheid in dit citaat gezien als iets negatiefs, als een ongewenste sluwheid waarvan anderen het slachtoffer worden. (Vroeger had je een gek bij de PvdA die een belasting wilde invoeren op intelligentie. Dit heeft er iets van weg.)
Veel erger is dat de mondigheid wordt gekoppeld aan huidskleur. Het gaat om ‘mondige witte ouders’. Zwarte of allochtone ouders zijn in het ‘gedachtengoed van GroenLinks’ per definitie niet mondig. Dit past zó in het ‘gedachtengoed van Wilders', al zijn de motieven anders.
Erg slordig vind ik de aanname dat het overal mogelijk zou zijn om een kind van tien weken op te geven voor de basisschool. Dit is flauwekul.
Googel de woorden aanmelden en basisschool en je staat meteen voor de ‘digitale balie’ van de gemeente Tiel. Er is een minimumleeftijd van tweeënhalf jaar voor het inschrijven van je kind op de basisschool.
Een beetje Molukker komt hier eerder achter dan die tokkie om de hoek.
Henk Spaan
Dit is de laatste Onze Taal-column van Henk Spaan. Na zeven jaar zet hij er een punt achter. De redactie dankt Spaan voor zijn scherpe, spraakmakende en eloquente stukjes.