| |
‘By-de-way en agter alles’
Zuid-Afrikaanse Tsotsitaal: stoere mannentaal met een toefje Nederlands
Berthold van Maris
Naast het Afrikaans is er in Zuid-Afrika nóg een taal die de sporen draagt van het Nederlands: Tsotsitaal, een taal die alleen gesproken wordt door zwarte mannen. Een taal ook die geen woorden heeft voor sterren, katten en voor gras, maar des te meer voor seks, drank en voor politie. Portret van een ruige mengtaal.
Illustratie: Matthijs Sluiter
De meertaligheid van Zuid-Afrika is indrukwekkend. In dit land met 49 miljoen inwoners zijn er negen talen die elk meer dan één miljoen moedertaalsprekers hebben. Daarnaast is er nog een flink aantal kleinere talen. En de gemiddelde Zuid-Afrikaan is meertalig. De meeste inwoners van Zuid-Afrika beheersen naast hun moedertaal nog één, twee of drie andere talen.
De grootste talen zijn het Zoeloe en het Xhosa (de moedertaal van respectievelijk negen miljoen en zeven miljoen Zuid-Afrikanen), gevolgd door het Afrikaans (zes miljoen) en het Engels (vier miljoen).
Het Afrikaans is de eerste taal van meer dan de helft van de blanken en driekwart van de ‘kleurlingen’, oftewel de afstammelingen van de slaven en de Khoikhoi (vroeger bekend als de ‘Hottentotten’). Hoeveel zwarten het Afrikaans als moedertaal hebben, is niet bekend. Veel meer dan één procent zal het niet zijn. Afrikaans werd en wordt door zwarten gehaat, maar zodra het ze uitkomt, maken ze er ook gebruik van. Er is zelfs een variant van het Afrikaans in omloop die vooral door zwarten gesproken wordt, en dan met name door mannen: Tsotsitaal.
| |
■ Rondslapery
Een van de liefhebbers van de Tsotsitaal omschrijft het op internet als ‘'n verbastering van Afrikaans, Engels en swart tale, plus baie improvisasie’. Baie betekent ‘veel’.
Gewoon Afrikaans is voor een Nederlander vrij gemakkelijk te lezen. Kijk maar naar deze beginzinnen van een voorlichtingstekst over hiv-besmettingsgevaar:
Tieners, ek wil met julle gesels. Luister na my, asseblief.
Je moet even zien dat gesels ‘praten’ betekent. Verder is dit goed te volgen. Van deze tekst is ook een vertaling in Tsotsitaal gemaakt, die zo begint:
Heitada Majietas en Matharas, ek wil biekie met djulle wietie. Vat my koptoe samblief.
Heitada Majietas en Matharas is letterlijk ‘Hallo daar, jongens en meisjes’. Biekie is ‘een beetje’ en wietie is het gebruikelijke Tsotsitaalwoord voor ‘praten’.
De voorlichtingstekst stelt na deze openingszinnen de vraag: waarom zou
| |
| |
je met maar één partner naar bed gaan als je dat ook met een heleboel verschillende partners kunt doen? In het Afrikaans is dat:
Hoekom met net een maat slaap as jy met baie kan slaap?
Net betekent ‘alleen’. In Tsotsitaal ziet die zin er zo uit:
Hoekom stick met een Outie of Ousie as jy baie kan kwiep?
Vervolgens luidt de tekst (ik geef nu beide versies achter elkaar):
Afrikaans
Sommige van ons hou daarvan om rond te slaap. Ek bedoel om seks te hê met 'n nuwe maat elke aand, of om te probeer om meer seksmaats te hê as jou vriende.
Tsotsitaal
Anner wiseguys soos ons smaak van rondjol. Ons meen om te twêr met 'n nuwe Jack of Jill elkenag, of om te traai om meer as een Outie en Ousie te het as die res van die crowd.
Aand is ‘avond’. Waar in het Afrikaans gesproken wordt van ‘seks te hê’ (‘seks hebben’), is het in Tsotsitaal gewoon ‘twêr’ (‘neuken’). De woorden wiseguys, traai (‘try’) en crowd zijn uiteraard afkomstig uit het Engels.
En dan komt de voorlichtingstekst tot de kern van de zaak:
Afrikaans
Die rondslapery kan lei tot baie probleme. In elk geval, hoe meer jy rondslaap, hoe groter is die kans dat jy jouself aan gevare blootstel, en hoe groter is die kans dat jy kan sterf.
Tsotsitaal
Die rondjollery kan maak dat julle bad zorries kry. By-de-way en agter alles, hoe meer jy rondjol, dan word jy expose aan dangerous goeters, hoe meer is die kans dat jy miskien sal zalties.
| |
■ Bendeleden
Over het ontstaan van Tsotsitaal doen verschillende verhalen de ronde, die elkaar overigens niet uitsluiten. In de negentiende eeuw werd er in het gebied rond Johannesburg goud gevonden, met als gevolg een enorme economische bedrijvigheid, waar veel zwarten, blanken en kleurlingen op afkwamen. Die groepen moesten met elkaar communiceren. Zo ontstonden er allerlei gebroken talen, op de werkvloer en daarbuiten. Gebroken Engels, gebroken Afrikaans, gebroken Zoeloe. Uit gebroken Afrikaans heeft zich daarna misschien Tsotsitaal ontwikkeld.
Tsotsitaal zelf is geen gebroken taal die gebruikt wordt als communicatiemiddel tussen mensen die verschillende talen spreken. Integendeel, het wordt alleen gebruikt bínnen een bepaalde groep.
‘De Tsotsi's waren meestal interessanter en slimmer dan de mensen die zich netjes aan de wet hielden.’
Volgens velen is Tsotsitaal begonnen als een boeventaal. Tsotsi betekent ‘gangster, boef’ - iedereen die de met een Oscar bekroonde film Tsotsi (2005) gezien heeft, kan zich daar iets bij voorstellen. Het zou een verbastering zijn van zoot suit: het nette pak waar de lokale maffia zich halverwege de vorige eeuw graag in kleedde.
Tsotsitaal wordt soms ook ‘Flaaitaal’ genoemd. Ook dat flaai (van het Engelse fly) komt uit de criminele sfeer. Het betekent ‘slim, bijdehand, streetwise’ en verwijst daarmee naar een cultuur van op straat rondhangende bendeleden. Voor dat rondhangen heeft Tsotsitaal trouwens een prachtig woord: blom (van het Afrikaanse woord voor ‘bloem’). Dat blom is tegenwoordig ook ingeburgerd in Zuid-Afrikaans Engels. ‘What are you doing?’ ‘Just blomming.’
Deze gangstertaal zou zich daarna breder verspreid hebben, over jonge mannen in het algemeen. Dat zegt misschien iets over de aantrekkingskracht van de bendes, die door de schrijver Anthony Sampson ooit als volgt is beschreven: ‘De Tsotsi's werden gezien als een soort aristocraten. Ze verdienden veel geld en hadden een comfortabel leven. Maar vooral ook: ze waren meestal interessanter en slimmer dan de mensen die zich netjes aan de wet hielden.’
Tsotsitaal wordt tegenwoordig gezien als een algemene ‘straattaal’ van jonge zwarte mannen. Oudere mannen, die natuurlijk ooit jong zijn geweest, beheersen vaak nog oudere varianten van Tsotsitaal. In sommige kringen wordt Tsotsitaal ook als iets hips gezien. Zwarte intellectuelen, kunstenaars en muzikanten spreken Tsotsitaal of zeggen dat ze het spreken.
| |
■ Nostalgie
Een zo'n intellectueel die zich heeft verdiept in de Tsotsitaal is Louis Molamu, die een hoge bestuursfunctie bekleedt aan de universiteit van Pretoria. Hij heeft in zijn vrije tijd een woordenboek samengesteld van de Tsotsitaal van Sophiatown, een vroegere voorstad van Johannesburg, die onder het apartheidsregime werd ontruimd en gesloopt om plaats te maken voor een witte voorstad. Sophiatown was halverwege de vorige eeuw een belangrijke culturele smeltkroes: de zwarte, gekleurde en blanke cultuur kwamen er samen. De Zuid-Afrikaanse jazz is er bijvoorbeeld ontstaan.
De oorspronkelijke bewoners wonen nu elders, maar cultiveren onder elkaar
| |
| |
nog wel de Tsotsitaal van weleer. Het woordenboek van Molamu bevat ruim tweeduizend typische Tsotsitaalwoorden en ademt een zekere nostalgie. Hier volgen wat typerende zinnen:
- | Hy's 'n kak koeker. (‘Hij is een stevige drinker.’ Koek = ‘(alcohol) drinken’ (van Coke/Coca Cola). Kak is in het Afrikaans ‘poep’ en ‘shit’, maar is in Tsotsitaal een bijvoeglijk naamwoord dat ‘ontzettend, heel erg’ betekent.) |
- | Ek sal jou jumpers notch. (‘Ik zie je vanavond.’ Jumpers = ‘vanavond’ (herkomst onduidelijk). Notch = ‘zien’, van watch.) |
- | Two-piece vir ncele is gwap-gwap. (‘Twee jaar gevangenis voor zakkenrollen is zo voorbij.’ In deze zin staan maar twee Afrikaanse woorden: vir en is.) |
- | O mfo was blind nuk gisteraand. (‘Die jongen was vreselijk dronken gisteravond.’ Zowel o als mfo betekent ‘jongen’: o komt van het Afrikaanse ou (‘ouwe, ouwe jongen’), mfo van mfowethu, Zoeloe-aanspreekvorm voor ‘broer’ of ‘vriend’.) |
- | O mfo wietie altyd pung. (‘Die vent praat altijd onzin.’ Wietie komt van het Zoeloe-woord ukuthi, ‘praten’.) |
- | My timer was vies want die tama was cruel koud. (‘M'n vader was kwaad want het eten was helemaal koud.’ Vies komt (met eenzelfde betekenis als in het Nederlands) uit het Afrikaans, maar heeft in Tsotsitaal een heel andere betekenis gekregen. Net als het Engelse cruel (oorspronkelijk: ‘wreed’). De herkomst van tama (‘eten’) is onbekend.) |
- | Ek het 'n hellove goomgaai ganyoping. (‘Ik heb een ontzettend gave motor gekocht.’ Hellove komt natuurlijk uit het Engels (a hell of a), goomgaai is ‘motor’ en ganyoping betekent ‘gekocht’ en komt van nyoping (‘kopen’) dat een verhaspeling is van het Engelse shopping.) |
| |
■ Onherkenbaar
Tsotsitaal heeft een aparte woordenschat, maar alleen voor bepaalde betekenisdomeinen. Zo zijn er aan de ene kant geen eigen varianten voor zon, maan, sterren, vuur, gras, hond, kat en boek, maar voor begrippen die belangrijk zijn in de Tsotsitaal-subcultuur is er juist weer sprake van ‘overlexicalisatie’. Er zijn heel veel verschillende woorden voor dingen die te maken hebben met eten, drinken, seks, auto's, politie, criminaliteit en uitgaan. Alleen al voor ‘vriend’ zijn er tientallen woorden in omloop, waaronder:
Scène uit de met een Oscar bekroonde film Tsotsi (2005). Tsotsi, ook de bijnaam van de hoofdpersoon, betekent ‘gangster, boef’.
Foto: www.tsotsi.com
- | bra (van het Engelse brother); |
- | bab (van het Zoeloe-woord baba, ‘vader’); |
- | bri (van het Engelse brigade); |
- | brikhado (van het Portugese obrigado, ‘dankjewel’); |
- | budi (van het Afrikaanse boeti, ‘broertje’); |
- | mri (van het Pedi-woord mratho, ‘broertje’). |
Dit rijtje laat ook mooi zien hoe woorden die uit een andere taal worden overgenomen, in Tsotsitaal vaak een nieuwe betekenis krijgen. Wat ook geregeld gebeurt, is dat de vorm van het oorspronkelijke woord bewust wordt veranderd. De beginletter wordt soms vervangen door een nasale klank (n, m of ng), waardoor het woord voor een buitenstaander onherkenbaar wordt:
- | miya (van bier); |
- | mom (van dom); |
- | mang, ‘arresteren’ (van vang); |
- | mamir (van papier); |
- | nyoping, ‘kopen’ (van shopping); |
- | notch, ‘zien’ (van watch). |
Soms worden woorden omgedraaid: slaan wordt in Tsotsitaal nals. Of letters worden verwisseld: hallo wordt laho. Door lettergrepen te herhalen ontstaan er nieuwe woorden, zoals naiza-naiza (‘feestje’, van het Engelse nice) en snakanaka (‘gek’, van het Afrikaanse snaaks, ‘grappig’). En van concrete geluiden worden ook woorden gemaakt. Het geluid van een ontbrandende lucifer levert het woord voor ‘lucifer’: cha. Zo ook: dwa (‘geweer’) en voem (‘auto’).
| |
■ Anti-taal
Zuid-Afrika is een extreem land, dat voortdurend sociaal en politiek in beweging is, en Tsotsitaal weerspiegelt dat, door ook heel dynamisch en instabiel te zijn. Er komen steeds weer nieuwe woorden bij, andere woorden raken even gemakkelijk weer in onbruik. Ook is er veel ruimte voor improvisatie, woordspelletjes en dergelijke. Het staat iedereen vrij ter plekke woorden te verzinnen. Daar nodigt de taal toe uit. Sommigen zien er ook een ‘anti-taal’ in: een taalvariant die de taal van de gevestigde orde, het Afrikaans, bewust ondermijnt.
Volgens de Zuid-Afrikaanse taalkundige Rajend Mesthrie komt Tsotsitaal voor in verschillende gradaties. Hoe marginaler de spreker, hoe heftiger en ‘dieper’ de Tsotsitaal. ‘Lichtere’ varianten zijn populair onder jongeren in het algemeen, vanwege de speelsheid ervan en ook omdat die varianten geassocieerd worden met bepaalde subculturen, zoals Afrikaanse jazz, kwaito (moderne dansmuziek) en politiek activisme. Tsotsitaal is dus in de eerste plaats een mannentaal, maar er zijn woorden die ook door vrouwen gebruikt worden. Via de ouders kunnen die woorden bij kleine kinderen terechtkomen. Als dat gebeurt, gaan ze deel uitmaken van de moedertaal en worden ze dus ‘mainstream’.
| |
■ Mensetaal
Om het nog ingewikkelder te maken: er zijn allerlei benamingen voor dit verschijnsel in omloop. Tsotsitaal wordt niet alleen ‘Flaaitaal’ genoemd, maar ook ‘Isicamtho’ (in het Zoeloe staat isi voor ‘taal’ en camtho voor ‘slim, sluw’). Andere benamingen zijn: ‘Mensetaal’,
| |
| |
‘Wietie’ (het woord voor ‘praten’ dat we al eerder tegenkwamen) en ‘Lingo’ (Engels voor ‘taaltje, argot’), maar er zijn er nóg meer. Vaak is niet duidelijk of die woorden naar bepaalde specifieke varianten verwijzen. Volgens sommigen is Mensetaal bijvoorbeeld een verouderde variant, uit de jaren twintig en dertig. En Isicamtho wordt soms voor Tsotsitaal gebruikt, maar vaak ook voor een heel andere mengtaal, die niet gebaseerd is op Afrikaans maar op Zoeloe.
Rajend Mesthrie stelt daarom dat Tsotsitaal geen taal is maar een verschijnsel: een speelse vorm van taalvermenging die de grammatica van één bepaalde taal als uitgangspunt neemt en daarin zo veel mogelijk woorden uit andere talen gebruikt. Volgens Mesthrie wordt er bijvoorbeeld in het noordoosten van Zuid-Afrika een ‘Engelse Tsotsitaal’ gesproken. Daar zeggen ze ‘You smaak her?’ (‘Vind je haar leuk?’). Dat smaak komt uit het Afrikaans - we zijn het al tegengekomen in de hiv-voorlichtingstekst.
In deze Engelse variant van Tsotsitaal is een blanke een ‘laanie’ (van Hollander), een dronkelap is een ‘dronkie’ of ‘dranklop’ en een meisje is een ‘bok’, Afrikaans voor ‘antilope’.
| |
■ Ek is serious
Als er iets duidelijk is geworden, dan is het wel dat het bij Tsotsitaal bij uitstek om gesproken taal gaat. Zodra het geschreven wordt, wordt het allemaal een beetje verdacht. Toch is er wel degelijk indrukwekkende Tsotsitaal op papier verschenen. Neem nu het legendarische gedicht ‘Come Duze Baby’ (‘Kom bij me, liefje’), dat in 1975 geschreven werd door Sipho Sepamla, een dichter die vooral in het Engels werkt. Hier volgt een fragment:
Kyk, ek mca jou baby
Ek is serious
My hart maak shandies
Jy ken mos
Die downtown beat
Van Jimmy Smith se mojo.
Ek praat die real ding
Moenie dink
Ek wala-wala net stof
Ek wil jou cover
Ek wil jou smekana
Jy ken mos
Die movie-star ding.
(Luister, ik hou van je
Ik meen het
Mijn hart bonkt
(Net als), je weet wel,
De downtownbeat
Van de band van Jimmy Smith
Echt waar
Je moet niet denken
Dat ik maar wat klets
Ik wil je omhelzen
Ik wil je zoenen
Je weet wel,
Net als in een film.)
En al is Tsotsitaal vooral een stoere mannentaal, het is - blijkbaar - ook een goeie taal om een meisje in het oor te fluisteren.
|
|