| |
| |
| |
Van het concert des levens...
De terugkeer van de tegelspreuk
Quirien van Haelen
Kitscherige wandtegels met spreuken mogen weer, want ze zijn zo ‘lekker fout’. Maar vroeger was het bittere ernst met die tegeltjes. De wijsheden erop moesten ons herinneren aan belangrijke waarden als wellevendheid, vroomheid en huwelijkse trouw. Wat voor tegeltjes zijn en waren er zoal? En hoe zijn ze door de jaren heen veranderd?
Foto: Johan Kamermans
‘Niets zo charmant als een spreuk aan de wand’, rijmde Herman Finkers in 1985. Hij bedoelde het vast ironisch, want de spreuktegel had in die tijd een slechtere reputatie dan nu. Het was iets waarmee je echt niet kon aankomen zonder te worden beschuldigd van een slechte smaak. Maar de laatste jaren is daar verandering in gekomen. Er lijkt - misschien als tegenreactie op de globalisering - weer een hang te zijn naar oud-Hollandse symbolen, zoals Delfts blauwe motieven en huilende zigeunerkindjes, en ook de tegelspreuken zijn dus terug van weggeweest.
Ikzelf spaar dit soort tegeltjes al sinds jaar en dag. Er staan er een kleine duizend in de garage, omdat ik ze allemaal wil samenbrengen in een boek.
| |
■ Vloerspreuken
Veel mensen denken dat spreuktegels eeuwenoud zijn, maar dat is niet zo. De prototypische wandspreuk, die op een vierkant tegeltje aan de muur hangt, bestaat nog geen honderd jaar. Voor die tijd vond je wel spreuken in huis, maar nog niet als tegeltje en nog niet aan de wand. Het begon allemaal op de vloer, in de zestiende eeuw. De oudst bekende Nederlandse vloertegelspreuk luidt ‘Alle dinc heeft synen tyt’, en iets later verscheen er een vloertableau met de tekst: ‘Die tyt is cort, die doot es snel, wacht u van sonden, soe doedi wel.’ Die laatste tekst was destijds een algemeen bekende rijmspreuk, de eerste komt uit het bijbelboek Prediker. Het zijn meteen ook de enige twee vloerspreuktegels uit die tijd.
Vanaf de zeventiende eeuw verschenen er achthoekige borden met teksten als ‘Hooghmoet noit goet’ en ‘Myn tyd is kort.’ Die werden waarschijnlijk gewoon gebruikt om van te eten, want er zijn messporen op gevonden. En rond diezelfde tijd rukken ook de gevelstenen op, die in buitengevels gemetseld werden, en waarop meestal een fraaie afbeelding en een spreuk te vinden waren. Maar wandtegeltjes waren dus nog in geen velden of wegen te bekennen.
De negentiende eeuw was de tijd van spreuktableaus: schilderijen die opgebouwd waren uit meerdere tegels en waarop een landschap met daaronder een spreuk te zien was. Die tableaus hebben al aardig wat weg van de wandspreuken zoals we ze nu kennen. Ze hingen in boerderijen boven de haard en de spreuken waren religieus getinte wijsheden als ‘De bouwman wacht van 's Heeren hand een milden zegen op het land.’
De echte wandtegel, het kleine vierkante tegeltje met een spreuk en een haakje om het aan de muur te bevestigen, werd geboren in het begin van de twintigste eeuw. De eerste grote serie werd vanaf 1923 geproduceerd door de Tegelfabriek Westraven te Utrecht. Die Utrechtse tegels, die tot in de jaren vijftig werden gemaakt, zijn vooral bijzonder vanwege de fraaie beschilderingen.
| |
■ Deugdzaamheid
De spreuktegels uit de eerste helft van de twintigste eeuw zijn, net als hun voorlopers, belerend of dragen bijbelse waarden uit. ‘Werp al uw bekommernis op Hem want Hij zorgt voor u.’ Soms ook propageren ze (huwelijkse) deugd- | |
| |
zaamheid, zoals ‘Een vrouw die goed koken kan, is een engel voor den man.’ Veel tegelspreuken uit die tijd hebben ook betrekking op de huiskamer, op gezelligheid en op visite:
- | Wie niet lacht in mijn huis voelt zich bij mij niet thuis. |
- | Ook al hebt gij gene cent, bedenkt dat gij hier welkom bent. |
- | Hij die als vriend hier binnen gaat, komt nooit te vroeg, maar steeds te laat. |
- | Een vriendelijk woord wordt gaarne gehoord. |
Een apart genre wandtegels dat in die tijd populair werd, zijn de cadeautegels voor ouders; opvallend genoeg werden er tweemaal zo veel tegels gemaakt voor moeder als voor vader:
voor moeder:
- | Rein als de schoonste edelsteen, moederliefde slechts alleen. |
- | De schoonste naam op wereldrond het schoonste woord uit mensenmond is Moeder. |
- | God schiep de moeder omdat hij niet overal tegelijk kon zijn. |
voor vader:
- | Geen woord houdt zooveel diepte in, geeft ongeleerd zoo 'n rijken zin als vader. |
- | Vader worden is een gunst, vader zijn een grote kunst. |
- | Wie werkt voor vrouw en kind en wordt door hen bemind, 't is de vader. |
Kinderen vormen ook een populair onderwerp voor spreukmakers:
- | De doornen worden zacht wanneer een kindermondeke doorheen de distels lacht. |
- | Al had ik al de schatten van de wereld, ik gaf ze voor een kinderherte geere. |
- | Als het kindje binnenkomt, juicht heel het huisgezin. |
| |
■ Levensliederen
Wat vonden mensen belangrijk in die eerste helft van de vorige eeuw? Een tipje van de sluier wordt opgelicht als we kijken naar de tien meestvoorkomende woorden op spreuktegels van toen. Het zijn stuk voor stuk termen die niet zouden misstaan in een gemiddeld levenslied:
1. | liefde (8%) |
2. | leven (8%) |
3. | huis (7,5%) |
4. | moeder (6%) |
5. | tijd (4,5%) |
6. | werk (4%) |
7. | morgen (3,5%) |
8. | vriend (3,5%) |
9. | geluk(kig) (3,5%) |
10. | familie (3%) |
Huiselijk geluk en relaties met anderen, dus. Die universele waarden leken ook in die tijd voorop te staan.
Aan het eind van die periode, namelijk in de bezettingsjaren, verscheen er nog een unieke serie spreuken. Het ging om kartonnen ‘tegels’ waarmee de economische voorlichtingsdienst opriep om zuinig te zijn met materialen en voeding:
- | Wie gulsigh eet van sijnen gort, komt seker stracks een bon tekort. |
- | De kolenman soo swart als roet, wordt voortaen met ghejuych begroet. |
- | Naar ied're swaerigheyd, komt weer 'n beet're tijd. |
In de jaren zeventig wordt er steeds openlijker over seks gesproken, en dat is duidelijk terug te zien in de tegelteksten.
Het schijnt dat sommige van deze tegels, die laatste bijvoorbeeld, ook een klein beetje als protest tegen de bezetter bedoeld waren. Misschien dat de spelling ervan, die ook in die tijd al verouderd was, het oer-Hollandse (en dus het niet-Duitse) moest benadrukken.
| |
■ Seksuele revolutie
Ook in de tweede helft van de vorige eeuw blijft de traditionele spreuktegel verschijnen:
- | De ideale echtgenoot is hij die elk woord begrijpt dat zijn vrouw niet zegt. |
- | Als je meer wilt bereiken dan een ander moet je er ook meer voor doen. |
- | Dik zijn is minder erg dan dik doen. |
Maar tegelijkertijd ontstaat er een nieuw genre. In de jaren zeventig wordt er steeds openlijker over seks gesproken, en dat is duidelijk terug te zien in de tegelteksten. De sekstegel komt op, bedrukt met ‘gewaagde’ teksten en vaak een afbeelding van een blote vrouw:
- | Breekt ie, dan breekt ie en dat is niet te hopen, toch wil ik dat risico graag met jou lopen! |
- | Ik ga nooit vreemd... ik voel me overal thuis. |
- | Wie niet waagt, blijft altijd maagd. |
Niet overal durfden mensen gelijk toe te geven dat ze gecharmeerd waren van dergelijke pikanterieën. Zo vertelde een tegelhandelaar uit de Biblebelt me ooit dat de seksspreuken in die regio aanvankelijk vooral onder de toonbank verkocht werden, maar dat juist díé tegels ondertussen wel het snelst van allemaal gingen.
In diezelfde tijd begint ook de toilettegel aan een opmars:
- | Denk niet bij het laatste vel, wie na mij komt die redt het wel. |
- | Kleine man, mag ik u bidden: niet op de rand, maar in het midden. |
- | Heren doe de bril omhoog, de dames zitten ook graag droog. |
| |
| |
- | Gebruik in deze dure tijden het toiletpapier aan beide zijden! |
- | Toen pissen plassen werd is het gezeik begonnen. |
Al vóór de jaren vijftig werden er mondjesmaat parodieën gemaakt op bestaande spreuken. Zo is uit de eerste helft van de vorige eeuw een spreuk bekend die luidt: ‘Wie niet als vriend hier binnen huppelt, wordt er een twee drie weer uitgeknuppeld’, die natuurlijk knipoogt naar het eerdergenoemde ‘Hij die als vriend hier binnen gaat, komt nooit te vroeg, maar steeds te laat.’ Maar vanaf de jaren zeventig werd de parodietegel pas echt populair:
- | Wees verstandig, rook een paling. (Verwijst naar ‘Snoep verstandig, eet een appel.’) |
- | Wie het kleine niet leert, doet het grote verkeerd.
(Verwijst naar ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.’) |
En de traditionele rolpatronen die in vroegere tegelspreuken altijd een bevestiging vonden, werden wederom met een parodiespreuk gretig aan de kaak gesteld: ‘Daar alleen kan liefde wonen. Daar alleen is het leven goed, waar pappa geregeld stofzuigt en gedwee de afwas doet!’, met een toespeling op ‘Daar alleen is het leven zoet, waar men stil en ongedwongen alles voor elkander doet.’
Men zet zich kortom af tegen de oude normen en waarden. De tijdgeest verandert en de tegelspreuk verandert mee.
| |
■ Opa Beelen
In de jaren daarna nam de populariteit van de spreuktegel af en dook hij steeds vaker alleen nog maar op op rommelmarkten en in kringloopwinkels, maar inmiddels is dat anders.
In de media wordt de tegelspreuk weer omarmd. Op radiozender 3FM bijvoorbeeld bedenkt de gezellige Opa Beelen drie dagen in de week een spreuk, die vaak humoristisch van aard is, zoals ‘Wie zijn huwelijksfeest goed vieren wil, houdt ook die dag 2 minuten stil.’ Op internet kun je spreuktegels bestellen die Opa Beelen speciaal voor je bedenkt.
Het radioprogramma Kunststof laat al zijn gasten een zelfbedachte spreuk op een tegel schrijven. Inmiddels is er met die verzameling een complete badkamer betegeld en de beste spreuken werden verzameld in een boek.
Ook worden er nog altijd voorgedrukte tegels verkocht. De hedendaagse collectie vormt een bonte verzameling van spreuken waaraan de tijdgeest zich gemakkelijk laat aflezen; ze laten zien dat alles kan. De categorieën seks en toilet zijn nog altijd ruim vertegenwoordigd, en ook dranktegels zijn populair:
- | Hier niet swaffelen. |
- | Wie zijn string niet op tijd laat zakken, zal zijn poep in tweeën kakken. |
- | Met een string in je spleet zie je veel, maar toch geen reet. |
- | Carrière is van zakgeld naar een zak geld. |
- | Ik moet niet teveel rijden, ik moet nog drinken. |
En er wordt ingespeeld op de actualiteit:
- | Ik ben niet links, ik ben niet rechts maar recht door zee. |
- | De enige bank die ik vertrouw is de vensterbank. |
En dankzij de nieuwe druktechnieken is het nu ook kinderlijk eenvoudig om tegels te bestellen met je éígen spreuk. Dat kan bijvoorbeeld via de website www.truttigtegeltje.eu.
| |
Van het concert des levens krijgt niemand een program
Veruit de meestvoorkomende spreuktegel in mijn verzameling is ‘Van het concert des levens krijgt niemand een program.’ Omdat ik de spreuk niet op oude tegels tegenkwam, vermoed ik dat hij pas na de Tweede Wereldoorlog als wandspreuk is gebruikt. Toch bestond hij waarschijnlijk al voordat die voor de eerste keer aan de wand gehangen werd, in deze regels bijvoorbeeld:
Van het concert des levens krijgt niemand een program
Vanaf het eerste uur stond vast wat in je leven kwam
De partituur van het concert is aan geen mens bekend
De lijnen naar het slot-accoord weet slechts de dirigent
Wanneer en door wie dit gedicht (dat langer is dan hierboven) is geschreven, is niet bekend. Op het weblog van de Taaladviesdienst van het genootschap wordt erover gediscussieerd; zie: http://taal.web-log.nl/taaladviesdienst/2007/12/concert_des_lev.html.
| |
■ Pijnlijk
Hoe maak je zelf zo'n moderne tegelspreuk in de oude traditie? Het blijkt al uit de voorbeelden hiervoor: rijmen hoeft niet per se. Sterker: bijna driekwart van de tegelspreuken uit mijn verzameling doet dat niet. Zelfs de spreuk die verreweg het vaakst op tegeltjes verscheen, is niet op rijm: ‘Van het concert des levens krijgt nie- | |
| |
mand een program’ (zie ook het kader op de bladzijde hiernaast).
En áls je rijmt, dan luistert het niet al te nauw. Althans, dat zou je kunnen denken als je de voorbeelden bekijkt in mijn verzameling, waarbij soms de zinsvolgorde geweld aangedaan wordt uit rijmnood, of toch gekozen wordt voor een net-niet-rijmend woord:
- | Als de bruid is in de schuit dan zijn de mooie praatjes uit. |
- | Een vader zorgt met veel gezwoeg voor zijne kindren laat en vroeg. |
- | Volg het voorbeeld van de zon, verspreid wat warmte rondom. |
Wat het ook altijd goed doet op een tegeltje:
vergelijking met als:
- | Vrienden zijn als paraplu's, als je ze nodig hebt kun je ze nergens vinden. |
- | Mannen moeten zijn als koffie, sterk, goed en heet. |
- | Je moet je schoonmoeder zien als sterren. Op een afstand. |
- | Een kusje zonder snor is als een eitje zonder zout. |
omkeringen:
- | Inspraak zonder inzicht, geeft een uitspraak zonder uitzicht. |
- | Het leven is niets waard, maar niets is meer waard dan te leven. |
- | Weet wat je zegt... maar zeg niet alles wat je weet. |
- | Wie niet buiten roken kan, moet maar buiten roken. |
- | Ouders leren kinderen spreken, maar kinderen leren ouders zwijgen. |
‘beter... dan...’-zinnen:
- | Beter te laat dan over tijd. |
- | Beter prettig gestoord dan goed gek. |
Pas bij die laatste categorie alleen wel op dat je niet in de bekende als-dan-val trapt, zoals een van de tegeltjes in mijn collectie, waarop staat ‘Beter mee verlegen als om verlegen.’ Eveneens op het pijnlijke af is de dt-fout in: ‘Denk meer aan wat je bezit, dan aan wat je begeerd.’
| |
■ Oproep
Geef de tegel tot slot een ouderwets accent door een (al dan niet correcte) antieke zinsbouw, woordkeus en spelling - een fenomeen dat we ook al bij de tegeltjes uit de Tweede Wereldoorlog zagen:
- | Ware het menschelijke ons te min, gij zat nog op een planck met een gat erin. |
- | Geen blaem of schand treft 't bier of den dorscht, maar wel de hant die bij 't schenken morscht. |
En gebruik veel verkleinwoorden:
- | Wat 't vrouwke gaarne mag, eet het manneke elke dag. |
- | Ook door kleine ruitjes kan de zon schijnen. |
- | Geen schoner plekje op deez' aard, dan het hoekje bij de eigen haard. |
Die persoonlijke tegels lijken terrein te winnen ten koste van de traditionele spreuktegels. Het zou zonde zijn als het oude vertrouwde genre daarmee definitief zou verdwijnen. Des te belangrijker dus om ze te inventariseren, nu het nog kan. U kunt mij helpen bij de voltooiing van mijn spreuktegelboek door me de spreuken of - liever nog - foto's van spreuktegels te mailen, via de redactie van Onze Taal: spreuken@onzetaal.nl. Want dit unieke onderdeel van onze volkscultuur mag niet verloren gaan. Oftewel: Behoud de eedele spreuk voor aan den wand, kenmerkend is zij voor ons schoone land.
Zie voor meer informatie over het project van Quirien van Haelen: www.spreuktegelsentegelspreuken.nl.
|
|