Gaten in de taal
‘Don't mention the war!’
Taaladviesdienst
Is er een woord voor het geluid van schaatsen op natuurijs? En zou er een treffende term te bedenken zijn voor het half afgescheiden restaurantzitje dat de Engelsen ‘booth’ noemen? Denk mee en vul de gaten in de taal.
De opdracht in het decembernummer sprak tot de verbeelding. We ontvingen maar liefst 145 woorden die het verschijnsel benoemen dat je bijvoorbeeld onwillekeurig steeds het woord neus gebruikt als je gesprekspartner een grote neus heeft. Een bekende figuur die deze flater begaat, is Basil Fawlty in de comedy Fawlty Towers. Basil drukt het personeel van zijn hotel op het hart de oorlog niet te noemen tegenover Duitse gasten (‘Don't mention the war!’), maar zelf kan hij niet stóppen met erover te beginnen.
Enkelen van de 72 inzenders vinden dat dit verschijnsel dan ook maar naar Basil Fawlty genoemd moet worden. ‘To pull a Basil’ wordt in het Engels zelfs weleens gebruikt voor ‘een rare (re)actie’. Deze gedachte leidde tot basillen, verbasileren, fawltiëren en verfawltiëren.
Andere inzenders dachten aan de freudiaanse verspreking, en bedachten freudelen en freuderen. Weer anderen zagen een verband met het syndroom van Gilles de la Tourette en bedachten touretten en touretteren. Wie aan dit syndroom lijdt, flapt er immers ook van alles uit zonder dat hij er iets aan kan doen. Ook in drangspreken, drangverspreking, dwangflater en dwangpraat staat het dwangmatige centraal. Meer nadruk op het onwillekeurige kan ook: flapflater, glipgedachte, lipslip, onwillespreking, tongslip(je), woordfloeper. Lekker bekkende woorden zijn tactverlakker en mijdstommiteit. Boobyterm en bekvuur (‘backfire’) leggen door de bijgedachte aan een plotselinge knal/schok vooral nadruk op het schrikeffect bij de spreker.
Enkele inzenders associeerden het verschijnsel met het bekende gedachtenexperiment ‘probeer niet te denken aan een roze olifant’ (waardoor je er dus meteen wél aan denkt), en kwamen zo op rozeolifanten en rozeolifanteren.
Beschikken over veel aardige inzendingen is een luxe, maar het maakte de keuze wel lastig, vooral omdat de meeste vondsten maar één keer werden ingestuurd (een enkele twee keer). Van een duidelijke voorkeur onder de inzenders was dus geen sprake. Freuderen (ingezonden door W. Hamberg en G.J. Berends-Teunis) en freudelen (ingezonden door Eva Nieuwdorp) gooiden hoge ogen, maar moesten het wat duidelijkheid betreft toch afleggen tegen drangverspreking, een vondst van Ton de Vries. Hij ontvangt de boekenbon van €25,-.
Alle inzenders hartelijk dank!