Tegenstander
Het lijkt een ondankbaar standpunt - wie kan er tegen een mooi geschreven artikel zijn? - maar Mathijsen heeft echt voor het grootste deel ongelijk. Op het punt van de correctheid en de duidelijkheid ben ik het met haar eens: wetenschappelijke teksten moeten uit gave, begrijpelijke zinnen bestaan. Maar zou het een verbetering zijn als de geleerde schrijver meer aandacht aan zichzelf besteedde? Of de lezer probeert te verleiden door middel van sappige vergelijkingen? Nee! Wie een wetenschappelijk stuk schrijft, zegt daarmee eigenlijk dit: ‘Er was een probleem en ik denk dat ik daarvoor een oplossing heb gevonden. Ik heb zelf alles gedaan om fouten te vermijden en denk daarom oprecht dat de inhoud steek houdt, maar dat weet ik niet zeker. Kijkt u, lezer, alstublieft goed naar mijn tekst of ik geen fouten over het hoofd heb gezien.’
Alles wat het de lezer makkelijker maakt om fouten te achterhalen, moet de schrijver nastreven. Daarom moet de schrijver precies en volledig zijn en wormstekige constructies vermijden omdat de lezer zich daaraan ergert. En alles wat de lezer belet om fouten te vinden, moet de schrijver eveneens vermijden. Als de schrijver zich tussen zijn onderwerp en zijn lezers dringt, leidt dat af van de zaak zelf. Het is zelfs erger. Met Mathijsens trucs doet de schrijver impliciet een beroep op medeleven. Zo hindert hij de lezer bij het uitvoeren van zijn taak.
Wat vindt u ervan? Moeten wetenschappelijke teksten mooi geschreven zijn?
Geef voor 22 maart uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Wetenschappelijke teksten moeten mooi geschreven zijn’ of ‘Wetenschappelijke teksten moeten vooral zakelijk zijn’ naar Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.