Tegenstander
Voorstanders van meer onderwijs in Duits schermen vaak met dat betere, diepere contact dat Nederlanders met Duitsers hebben als ze Duits spreken. Ik neem dat graag aan, zo gauw er een bewijs bij gepresenteerd wordt. Bovendien vraag ik me af of beide partijen van dat diepere contact profiteren. Zijn dat niet voornamelijk diegenen die hun eigen moedertaal kunnen blijven spreken? Dat zijn in dit geval de Duitsers. Uit de hele gedachte spreekt een groot wantrouwen tegenover het grote Europese experiment dat nu gaande is, waarin alle volkeren (behalve de Britten) in hun contact met buitenlanders zich van een vreemde taal moeten bedienen. Waarom zou dat per se tot oppervlakkigheid leiden? Bovendien, als blijkt dat diepgang inderdaad ontbreekt, zijn mensen handig genoeg om voor dat probleem een oplossing te zoeken.
Maar stel dat meer Duits op school wenselijk zou zijn, is dat dan eins-zweidrei geregeld? Dat valt te betwijfelen, want op onze middelbare scholen mogen de kinderen zelf hun profiel kiezen. En die kiezen op grond van hun onderbuikgevoelens. De favoriete profielen zijn gericht op een - laten we zeggen - bepaald soort vakantiebesteding en de manier waarop je het daarvoor benodigde geld snel verwerft. Een profiel met Spaans en economie.
Wat vindt u ervan? Moet het Duits op school gestimuleerd worden?
Geef voor 23 november uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Duits op school stimuleren’ of ‘Duits op school niet extra stimuleren’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.