â– Rijmdwang
Bij deze spannende ontwikkelingen voegt zich tegelijk een ander spannend element: de rijmdwang. Om een of andere reden hebben de tekstdichters Ross en Iba besloten dat alle regels van hun lied moeten eindigen op de klank -aar, van Wassenaar. Dat lukt aardig, zoals we gemerkt hebben: ‘Jaguar’, ‘kaviaar’ en een paar keer ‘daar’ en ‘haar’. Wat rijmt er nog meer op -aar? Als het meisje opgewonden raakt, maant zij Iba tot haast: ‘trek aan mijn haar, / harder, harder, want ik kom bijna...’
Iedereen kan het rijmwoord invullen, maar het wordt niet uitgesproken. In plaats daarvan klinkt een zwoel, door de hele band gezongen ‘woe-hoe-hoe’, genoeg voor de goede verstaander. Dit is duidelijk gangsta-rap op stand. Het niet uitgesproken taboerijmwoord op het hoogtepunt: dat zou de chique climax van dit rijmdwanglied kunnen zijn. Maar er volgt nog meer. Na zijn avonturen in Wassenaar moet onze Iba natuurlijk ook weer terug naar huis. Wij voelen al wel aankomen wat hem daar te wachten staat: opnieuw een meisje, maar nu een meisje dat zich afvraagt waar hij vannacht was. ‘Achter de deur stond mijn vriendin al klaar.’ En dan weten wij wel wat zij Iba gaat vragen: ‘Waar was je, Ibaman, zeg 't maar.’
Iba voelt zich ongemakkelijk, gaat stotteren, mompelt iets over dat hij moest optreden met Ross in, eh, hoe redt hij zich eruit, ‘in Alkmaar’. Maar hij heeft geen schijn van kans. Zijn vriendin weet meteen hoe laat het is: ‘Jij bent een grote leugenaar.’ Getergd roept zij uit, in een zin vol Surinaamse w's, en nog steeds rijmend op -aar: ‘Want ik weet waar je was: je was in Wassenaar!’
Tot drie keer toe krijgt onze arme Iba deze vraag nog eens voorgelegd: ‘Waar?’ En tot drie keer toe moet hij het antwoord horen, door de hele band op luide toon mee geroepen, zodat de hele zaal, en alle zalen daarna, voor altijd zullen weten waar Ibaman om zo te zeggen het verkeerde deurtje opendee. ‘Waar?’ ‘In Wassenaar!’ ‘Waar?’ ‘In Wassenaar!’ ‘Waar?’ ‘In Wassenaar!’