■Subtiele metingen
Dat dit toch mogelijk is, komt doordat alles een stuk ingewikkelder blijkt dan we toen dachten. De afgelopen jaren hebben enkele taalkundigen experimenten gedaan in alle bovengenoemde talen met verscherping, en dat leverde een belangrijke ontdekking op.
Die experimenten verliepen ongeveer als volgt. Men liet om te beginnen mensen een aantal woorden voorlezen die klinken als rat. Dat woord is in gesproken vorm dubbelzinnig: het kan zowel op een wiel als op een knaagdier duiden. In het ene geval eindigt het op een d, die tevoorschijn komt in het meervoud raderen, en in het andere geval op een t, die je hoort in het meervoud ratten.
Wanneer men proefpersonen nu naar het enkelvoud laat luisteren, en vraagt welk van de twee woorden ze gehoord hebben, zullen ze doorgaans beweren dat ze dat niet weten. Maar als je ze vervolgens dwingt om een van de twee meervoudsvormen te kiezen, doen ze dat in ongeveer zestig tot zeventig procent van de gevallen goed.
De reden daarvoor is niet dat ze telepathisch begaafd zijn, en ook niet dat ze uit de context afleiden wat er eigenlijk gezegd is, want die context is er in dit experiment helemaal niet. De proefpersonen horen willekeurige woorden. De reden waarom ze het zo vaak goed doen, is dat de aannames waarop de eerdere theorieën gebaseerd waren feitelijk onjuist zijn gebleken. In ieder geval in experimentele situaties zoals deze zijn de d in rad en de t in rat niet helemaal hetzelfde geworden. Met subtiele fonetische metingen heeft men het verschil aangetoond.
Er zijn dus in ieder geval in het laboratorium af en toe heel kleine verschillen opgepikt - in gewone spontane gesprekken is dat nog niet gelukt, en dat is waarschijnlijk ook heel lastig te doen. Dat ‘af en toe’ is belangrijk: het gaat niet in vijftig procent van de gevallen goed, zoals wanneer je ‘bank’ zegt en mensen laat raden of je naar de financiële instelling of het zitmeubel verwijst: tussen die twee woorden zit echt geen verschil. Het gaat ook niet in 99 procent van de gevallen goed, zoals wanneer je proefpersonen het verschil tussen dak en tak laat beluisteren - dat hoort een normaal horende spreker van het Nederlands altijd.