Topless vergaderen
Arie Snoek - Rotterdam
In een personeelskrant van de gemeente Rotterdam werd mijn aandacht getrokken door een stukje met als kop ‘Topless vergaderen’. Ik zal vast niet de enige zijn geweest die meteen een zonnig beeld voor zich zag van met ontbloot bovenlijf vergaderende mensen - nu ja, laat ik maar eerlijk zijn: van met ontbloot bovenlijf vergaderende vróúwen. Topless staat nu eenmaal voor ‘met ontblote borsten <v. vrouw>’, zoals Van Dale Engels-Nederlands het onomwonden omschrijft.
Natuurlijk werd hier met topless vergaderen iets heel anders bedoeld. Het ging om bijeenkomsten zonder bliepende, zoemende, trillende of anderszins storende mobiele elektronische communicatiemiddelen: palm- en laptops (vandaar dat topless), maar ook mobieltjes, iPods, BlackBerry's en wat er verder allemaal nog meer is. De schrijfster van het stukje zag alleen maar voordelen: ‘Besparen op tijd en irritatie en investeren in persoonlijke aandacht lijkt met topless vergaderen een mooie, haalbare doelstelling.’
Het blijft intussen een opmerkelijke uitdrukking, topless vergaderen. Allereerst springt natuurlijk de wel erg opgelegde dubbelzinnigheid van dat topless in het oog, maar ook de herkomst is opvallend. Woord en begrip blijken namelijk beide te zijn ontstaan in ‘Silicon Valley’, in Californië. Uitgerekend daar, in het kloppende hart van de computerindustrie, waar onder andere giganten als Google en Apple gevestigd zijn, ontdekten al die nerds hoe verfrissend het is om te vergaderen zonder gestoord te worden door - ja, door hun eigen uitvindingen.