| |
| |
| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in ondervermelding van naam, adres en|(eventueel) functie. De redactie kan buiten medeweten van de auteur inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteurvan het desbetreffende artikel. |
| |
Marita is niet Italiaans
Gianni Gelato - Onex, Zwitserland
Marita is mogelijk een Italiaanse verkleinvorm van Maria, zo wordt gesteld in het artikel ‘Gymp-woorden in het Nederlands’ in het aprilnummer. Dat is beslist niet zo: het achtervoegsel -ita, als kenmerk van een verkleinvorm, bestaat niet in het Italiaans. Italiaanse verkleinvormen van Maria zijn Marietta, Mariella, Mariuccia, Mariolina en misschien nog meer.
In het Spaans bestaat het verkleinvormachtervoegsel -ita wel, maar van Marita heb ik in die taal nooit gehoord noch gelezen. Gebruikelijke Spaanse verkleinvormen van Maria zijn Marieta en Mariquita, en er is zelfs een dubbelverkleinvorm, Marietita.
| |
‘A-Ba-Ni-Bi’
Ruben Verhasselt - Vertaler, Leiden
Laura van Eerten verdiept zich in het artikel ‘Tralala en tidelipom’ in onzinwoorden in liedteksten (Onze Taal april). In het redactionele kader daarbij wordt Izhar Cohens ‘A-Ba-Ni-Bi’ in de categorie ‘liedjes met onzintitels’ ondergebracht. Dat is niet helemaal terecht, want abanibi betekent ‘ik’ en maakt deel uit van de zin ‘Abanibi obohebev obotabach’, die ‘ik hou van jou’ betekent. Dit alles in de zogenoemde B-taal: een vooral door kinderen in het Israël van de jaren zeventig gebezigde geheimtaal. Het is Hebreeuws waarin elke klinker wordt herhaald na invoeging van een b. In gewoon Hebreeuws luidt de zin ‘Ani ohev otach’.
‘A-Ba-Ni-Bi’: toch geen onzintekst.
| |
Onzinwoorden in liedteksten
Jan Vrolijk - Den Haag
Met veel interesse en plezier las ik in het aprilnummer het artikel ‘Tralala en tidelipom’ van Laura van Eerten. Ik wil hier graag twee zaken aan toevoegen.
Ten eerste: het zingen van ‘onzinwoorden’ komt in de vocale jazzmuziek veel voor. Dit zogenoemde scatzingen lijkt op het nabootsen van muziekinstrumenten. Deze kunst werd met toenemend enthousiasme gebezigd met - juist nu wel - gebruik van onmogelijk uit te spreken medeklinkers. Tongacrobatiek, zoals genoemd in het artikel, is bij scatten bijna een heilig moeten.
Ten tweede: ‘Ob-La-Di, Ob-La-Da’, de titel van een lied van de Beatles, is minder onzinnig dan het lijkt. De tekst is geschreven door Paul McCartney, die ooit in een interview heeft uitgelegd dat ob-la-di, ob-la-da het stopwoordje was van Jimmy Scott, een Nigeriaanse muzikant die hij kende uit het Londense uitgaansleven. Het betekent (in het Yoruba) ‘het leven gaat door’. Volgens de legende heeft Scott zelfs geprobeerd een gedeelte van de auteursrechten van de tekst van het liedje op te strijken.
| |
Verminkte straatnamen
Boudewijn Otten - Groningen
Mijn plaatsgenoot Bob van Dijk verbaast zich in de rubriek ‘Taalergernissen’ over het veranderen van de schrijfwijze van historische straatnamen in Groningen (Onze Taal mei). Zijn voorbeeld, de Visscherstraat die tegenwoordig als ‘Visserstraat’ staat aangeduid, kan nog net door de beugel als visscher verwijst naar het beroep visser. Eigennamen veranderen, daarentegen, lijkt mij uit den boze. Veel steden hebben een Antoni van Leeuwenhoekstraat, maar Groningen eert de grote geleerde met een Van Leeuwen Hoekstraat. Een schande!
Foto: Boudewijn Otten
| |
Studentenjargon
Mirjam de Jonge - Tweedejaars Student Taalwetenschap, Leiden
Henk Spaan schrijft in zijn column in het aprilnummer (‘Studentencorps’) over studententaal, en hij vraagt ook om aanvullingen op zijn lijst. Bij dezen enkele woorden uit het Leidse verenigingsleven.
Wat mij het eerst opviel aan de lijst is het ontbreken van het werkwoord bij ‘studie-ontwijkend gedrag’, namelijk soggen: ‘ik sog, jij sogt, wij soggen, ik sogde, ik heb gesogd’. Daarnaast regelen: ‘iemand in bed krijgen’. Een andere gebruikelijke handeling is sjaken: ‘iemand een vervelend klusje aansmeren’; die persoon is dan ‘de sjaak’. Binnen mijn vereniging gebruiken we lexen (naar Lex, een illuster lid) voor een verschijnsel dat op alle verenigingen voorkomt: iemand die aanstalten maakt naar huis te gaan een nieuw drankje voorzetten om dat te voorkomen. En fusie, ten slotte, is de gangbare term voor de gemeenschappelijke huiskamer in een studentenhuis.
| |
Naschrift redactie
We ontvingen meerdere reacties die ons wezen op het bestaan van websites vol studententaal. Voor wie erin geïnteresseerd is, noemen we er twee: het lexicon ‘Van adten tot zooien’ op de website van het Leidse universiteitsblad Mare (www.leidenuniv.nl/mare/2007/01/11.html) en de lijst die is opgenomen bij InfoNu.nl (te bereiken via http://tinyurl.com/5okkd2).
| |
Grammar school ís public school
Rob Remmen - Utrecht
In het februari/maartnummer las ik het interessante artikel ‘Een wisseling van taalcultuur’ van Joop van der Horst, over de omslag in de manier waarop wij met
| |
| |
taal omgaan. Ik wil graag wijzen op een detail daaruit, betreffende Engelse schoolaanduidingen.
Van der Horst vergelijkt de opkomst van de Britse ‘public school’ rond 1860 met die van de hbs in Nederland. Beide, zo zegt hij, zijn scholen zonder Latijn, in tegenstelling tot de Britse grammar school en ons gymnasium. Maar een grammar school ís een public school. Dat is een wat misleidende benaming, want zo'n school is allesbehalve ‘public’. Wellicht is de term in vroeger tijden ontstaan om de scholen te onderscheiden van de besloten kloosterscholen, maar het bleven bastions van elitair onderwijs waar alleen de rijken hun kinderen konden laten opleiden.
Als tegenhanger van de public school kan men wél wijzen op de zogenoemde comprehensives; het woord comprehensive betekent ‘alomvattend’ en suggereert zodoende dat het hier om scholen gaat die voor alles en iedereen geschikt zijn. Het waren de troetelkindjes van de Labour Party en ze schoten in de jaren vijftig en zestig als paddenstoelen uit de grond, vrijwel altijd zonder Latijn.
| |
Gewoven
W. Sterenborg - Tilburg
De heer Claeys beweert in het april-nummer dat het werkwoord weven zich aan het ontwikkelen is tot een sterk werkwoord, vanwege het voorkomen van vormen als gewoven. Maar het werkwoord weven is van oudsher een sterk werkwoord, met tegenwoordig een zwakke verleden tijd weefde en een sterk voltooid deelwoord geweven; het zwakke voltooid deelwoord geweefd komt enkel in sommige dialecten voor. Van de welluidende o (in gewoven) wordt nog sporadisch gebruikgemaakt. De Hochdeutsche Sprachlehre van Spruyt uit 1955 vermeldt voor het Duits een vervoeging weben - wob - gewoben, en merkt op dat men in de gewone omgangstaal de zwakke vervoeging prefereert.
| |
Sterke en zwakke werkwoorden
Pieter Nieuwint - Anglist, Amsterdam
In de rubriek ‘Vraag en antwoord’ in het aprilnummer komt de verleden tijd van opzeggen (is het zei op of zegde op?) aan de orde. In het antwoord wordt gesteld dat zei de sterke vorm is en zegde de zwakke. Dit is misleidend en eigenlijk gewoon fout, omdat het de suggestie wekt dat ‘sterk’ hetzelfde is als ‘onregelmatig’. Zei en zegde zijn beide zwak. Bij sterke werkwoorden vindt vorming van verleden tijd en voltooid deelwoord plaats door klinkerverandering (‘ablaut’); bij zwakke daarentegen wordt een d of t toegevoegd. Zoals het antwoord correct stelt: zegde werd zeide en dit werd later verkort tot zei. Deze laatste vorm is dus een onregelmatige vorm van het zwakke zegde.
| |
Naschrift Taaladviesdienst
Het is vooral een kwestie van definitie. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) bijvoorbeeld gebruikt de termen sterk en zwak helemaal niet en heeft het over onregelmatig en regelmatig, andere grammatica's vermijden díé begrippen juist. Als je sterke werkwoorden definieert als werkwoorden waarbij de verleden tijd een andere klinker heeft dan de tegenwoordige tijd, kun je zei best een sterke werkwoordsvorm noemen - ook al is het dat historisch gezien niet. Nieuwint stelt terecht dat onregelmatig een preciezer begrip is dan sterk. Zeggen als geheel heeft dan een half onregelmatige vervoeging.
| |
Afbeelding rijweg
F.J.S. de Ruijter - Leiden
T. Hoevers schrijft in de aprilaflevering van de rubriek ‘Taalergernissen’ over het verwarrende gebruik van de woorden baan, vak en strook voor verkeerswegen en delen daarvan. Zijn betoog is geïllustreerd met een schematische afbeelding van een rijweg, maar daarop worden enkel de rijstroken en de middenberm tot de weg gerekend. Dat klopt niet: op pagina 12 van mijn Leerboek beroepschauffeur (VekaBest, 1991) lees ik: ‘(...) ook de tot de weg behorende paden en bermen of zijkanten maken deel van de weg uit’.
Afbeelding waarop abusievelijk de paden, bermen en zijkanten niet tot de weg gerekend worden.
| |
Kindernamen
Annie van Rossum - Consultatiebureau-ARTS, Hoogeveen
De column van Henk Spaan in het meinummer (‘Het broertje van Bickel’, over bizarre hedendaagse kindernamen) heb ik met plezier en veel herkenning gelezen. Ik vind het onbegrijpelijk wat ouders hun kinderen met hun voornaamkeuze zoal aandoen. In mijn werk kom ik ze ook tegen: Bohti, Djayordy, Duwén en Emérique. Een hoogtepunt wat mij betreft was een kind dat Celysha Zylina Saakje Hendrika heette. Beide oma's wilden vernoemd worden, maar er moesten toch ook een paar mooie, moderne namen bij...
| |
Hom of kuit: meisjesnaam behouden?
Redactie Onze Taal
In het meinummer ging Frank Jansen in op de vraag of gehuwde vrouwen al dan niet hun meisjesnaam moeten behouden. Dat zorgde voor veel reacties op het forum op onze website (zie www.onzetaal.nl/homofkuit/h0805.php). Op verzoek van de redactie selecteerde Frank Jansen twee reacties, een van een voorstander, en een van een tegenstander.
De voorstander: ‘Je eigen naam is je eigen identiteit, dus nooit opgeven! Als er kinderen komen, zouden die de naam van hun vader en van hun moeder moeten krijgen, net als in Spanje. Laat de EU dat eens Europabreed regelen!’ (Hanneke Lankhorst)
En de tegenstander: ‘Neem dan gewoon partnerschap. Dit is iets wat bij trouwen hoort! Ik heb een leuke slogan: Wil jij je eigen naam houden, ga dan gewoon níét trouwen.’ (Bé Vet)
|
|