Het mooiste woord van...
Mei Li Vos
Lelijke woorden ken ik genoeg. Stukje, zwaluwstaarten, tv-kipsnack, lotto en magnetronmaaltijd. Of toevoegingen. En zo, dat is een toevoeging die boven aan mijn lijstje van ‘ergerlijke dingen in het hedendaagse leven’ staat. Zus en zo voor een film en restaurant, boek en zo, eten en zo, baby en zo. Allemaal om aan te geven dat het om een postmodern gevoel van willekeurige keuzes gaat. Ik krijg dan de neiging om bij de desbetreffende uitspanning, neringdoende of bladenmaker aan de poorten te rammelen en een nadere specificatie te eisen. Dat doe ik niet, postmodern-tolerant als ik ben. Ik koop er gewoon niets.
Evenzeer erger ik me aan het toenemend gebruik van de letter q in plaats van de k bij nieuwe bedrijfsnamen. Het is niet dat ik de pogingen om modern over te komen wil bestrijden - ook omdat het gebruik van de letter q over drie jaar hopeloos ouderwets is -, het gaat me om de unieke positie van die weinig gebruikte letter in onze woordenschat. Laten we hem koesteren en alleen gebruiken waar hij nodig is. Hem dus niet qoesteren. Meestal wordt de q gebruikt in woorden die wij ooit geleend hebben van onze Franstalige zuiderburen. Laten we de q behouden voor woorden die we uit onze grenzeloze geschiedenis kennen. Dit helpt ook in de erkenning van de pan-Europese gedachte.
Ik word echter geacht iets te vinden over een mooi woord. Mijn favoriete woorden zijn woorden met een rollende r, de Polygoon-r, de echte slot-r. Maar dat hangt natuurlijk niet van het woord zelf af, maar van de gebruiker en of deze nog in staat is een goede rollende r te produceren. Tot mijn grote verdriet zie ik die kunst bij een toenemend aantal mensen verdwijnen. De Gooise r begint, niet in de laatste plaats door de vestiging van de media in Hilversum, de ouderwetse r irritant te domineren. Ik troost me met de gedachte dat veel immigranten de echte r nog wel gebruiken en vertrouw dan ook op de invloed van deze taalculturen op onze uitspraak.
Mei Li Vos
Foto: PvdA
Genoeg gemopperd; u krijgt van mij mijn mooiste woord. Lastig, want geregeld verwonder ik me over de rijke woordenschat van de Nederlandse taal. Uitspanning, ijsco, versnapering, mieters, japonnetje, schemering, piepers, kuierlatten, derhalve en nochtans, noest en elektronisch, dat zijn woorden waar ik bij tijd en wijle warm van word.
Maar laat ik het hebben over het woord amper. Het klinkt als een Duits woud in bloei. Amper. De a in amper is een kraakdroge a. De combinatie mp heeft me altijd al gefascineerd. De r in amper mag wat mij betreft ook met Gooise dictie worden uitgesproken, het deert niet. Amper is een helder en lentefris woord, dat zowel vergoelijkt als verduidelijkt en je toch in het ongewisse laat. Ik kom op het woord amper omdat mijn geliefde het woord vaak bezigt, vooral als ik hem vraag hoeveel hij heeft gedronken als hij 's avonds laat in bed stommelt. ‘Amper’, antwoordt hij steevast. Hij kan mijn rollende r niet uitspreken, maar als hij mij sust met het woord amper, dan vlij ik mij innig tevree in zijn armen en bierkegel. Het leven is dan weer goed. Dankzij de sussende werking van amper.
Mei Li Vos (1970) is voormalig vakbondsleider en columniste. Sinds 1 maart 2007 is ze Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid.