Verbazing over Kamervragen Jood
Alle woorden waarmee naar het Jodendom wordt verwezen, moeten met een hoofdletter worden geschreven. Daar hebben de CDA-Tweede Kamerleden Jan Schinkelshoek en Wim van de Camp op aangedrongen bij minister Plasterk van Onderwijs en Cultuur.
Het Groene Boekje maakt sinds 2005 een verschil tussen jood (met een kleine letter, betekenis ‘aanhanger van het joodse geloof’) en Jood (‘lid van het Joodse volk’). Vóór die tijd werd jood in beide betekenissen met een kleine letter geschreven, maar onder meer vanwege combinaties als joden en Arabieren is dat veranderd.
De Kamerleden willen dat ook samenstellingen als ‘Jodenbuurt, Jodenster, Jodenhaat, Jodenvervolging en Jodenmop’ een hoofdletter krijgen. Alleen zo kan volgens hen een einde worden gemaakt aan ‘de kleinerende bedoelingen om jood met een kleine letter te schrijven, een belediging die dateert uit 1941(!)’, zo schrijven ze op de website van het CDA.
Maar waren ze wel goed geïnformeerd? Jodenbuurt, Jodenhaat en Jodenvervolging worden namelijk nu al met een hoofdletter geschreven. Dat de kleine letter ooit is ontstaan uit antisemitische sentimenten in de oorlog is twijfelachtig: al in de negentiende eeuw was jood met een kleine letter heel gebruikelijk.