Tegenstander
Goed, de wetenschap mag dan hebben bewezen dat we allemaal wat sneller zijn gaan praten, maar dat is nu eenmaal het ritme van deze tijd. Onderzoek heeft eveneens uitgewezen dat we sneller zijn gaan lopen. Weten we wel zeker dat er meer gemompeld wordt dan vroeger? Of kunnen we sprekers van vroeger alleen nog maar beluisteren in taalsituaties die - zeker in die tijd - serieuzer genomen werden dan nu?
Verstaanbaarheid is geen zaak van sprekers alleen, maar iets wat in wisselwerking tussen spreker en hoorder ontstaat. CDA'ers vinden Balkenende niet brabbelen maar Tichelaar wel plat praten, voor PvdA'ers is dat andersom. En als het een keertje voorkomt dat we echt willen weten wat een mompelaar zegt, dan vragen we hem toch om het nog eens te zeggen?
Laten we ons goed realiseren waar het spreekonderwijs in de jaren vijftig op uitdraaide. Toen werd spreekonderwijs vooral onderwijs in het vóórlezen, en niet in het helder naar voren brengen van wat je wil zeggen. Daarbij was er een overdreven beduchtheid voor zogenoemde spellinguitspraak, het letter voor letter uitspreken van woorden en zinnen zoals ze geschreven zijn. Een leerling die de zin ‘Gaat hij het er eens van nemen?’ uitsprak als [gaat-hij-heter-eens-van-nemen], kreeg straf. Het moest zijn: [gatiejuturisvaneme]. Zulk onderwijs wil niemand toch terug? Het onderwijs zit er trouwens helemaal niet op te wachten opgezadeld te worden met nóg een onderwerp.
Wat vindt u ervan? Is het een goed idee om op school meer aandacht te schenken aan zorgvuldig spreken?
Geef voor 19 november uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Meer aandacht op school voor zorgvuldig spreken’ of ‘Niet meer aandacht op school voor zorgvuldig spreken’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.