| |
| |
| |
[Nummer 11]
| |
| |
| |
Lingo-presentatrice Lucille Werner
Foto: Gentle Look
| |
‘Laat die ballen maar rollen!’
Taalamusement op televisie
Matthijs de Winter
In Nederland zijn er aardig wat tv-spelletjes waarin taal een rol speelt. We hebben bijvoorbeeld Lingo, en natuurlijk 10 voor taal en het Groot Dictee, en binnenkort komt daar nóg een taalshow bij: de Nationale spellingstrijd. Wat is dat toch met die taalspelletjes? Waarom doet taal het zo goed op tv? En is het iets typisch Nederlands?
Het is 5 september en de tv staat op SBS 6, waar het belspelletje Wondernumber bezig is. De opgave is: noem een dier met een s. Geraden zijn inmiddels al de snoekbaars, de steenarend, de spiering, de scharrelkip, en ook de behoorlijk obscure skink (een Afrikaanse stinkhagedis), en daarmee lijkt de koek wel zo'n beetje op te zijn. Maar er is nog geld in kas voor goede oplossingen, en dus doet de presentatrice er alles aan om kijkers aan de lijn te krijgen. Haar hoop is gevestigd op Renske, die op een zeker moment in de uitzending komt. ‘Hai Renske, gelukkig dat jij er in ieder geval nog bent. Zeg het maar, een dier met een s.’ Maar Renske laat het afweten: haar antwoord is ‘chimpansee’. En als even later ook beller Jenny moeite met spellen blijkt te hebben (‘Ik dacht “giraffe”’), lijkt in de studio de vertwijfeling even toe te slaan.
Ook in allerlei andere belspelletjes op tv komen zulke hachelijke momenten voor. Neem nu al die programma's waarbij woorden moeten worden geraden op grond van een of meer letters. Soms staan bijna alle letters al in het gelid en weten de bellers nog steeds niet wat het woord moet zijn. Overigens is dat iets waar maar weinigen die betrokken zijn bij zo'n puur commercieel programma echt rouwig om zullen zijn, want hoe minder er te raden overblijft, hoe meer de bankzitter de neiging krijgt om zelf de telefoon te grijpen en de juiste oplossing door te bellen - à 60 cent per minuut.
| |
| |
| |
■ Kamervragen
‘Woord-raden’ is een onderdeel van veel spelprogramma's, ook in de niet-commerciële sfeer. Denk bijvoorbeeld aan het aloude Twee voor twaalf, waarbij kandidaten twaalf pittige vragen moeten beantwoorden, en met de eerste letters van hun antwoorden een twaalfletterig woord moeten vormen. Of aan That's the question, waarbij de antwoorden op de vragen al op een scherm staan - zij het verstopt; de letters van het woord zijn door elkaar gehusseld, in een anagram. Of anders aan inmiddels van de buis verdwenen spelletjes als Get the picture (de eerste letters van de antwoorden verdwijnen en onthullen langzaamaan een afbeelding), Boggle (een woord zit als een slang verstopt in een vierkant vol letters) en Rad van fortuin (ieder goed antwoord wordt beloond met een medeklinker; klinkers kunnen gekocht worden).
Maar hét woord-raad-programma is natuurlijk al sinds jaar en dag Lingo. Elke werkdag rond de klok van zeven laat presentatrice Lucille Werner (‘Laat die ballen maar rollen!’) de kandidaten raden naar een reeks zesletterwoorden (op vrijdag: zevenletterwoorden). Lingo is niet alleen het langstlopende spelprogramma op de Nederlandse televisie - de eerste uitzending was in 1989 - het is tot op de dag van vandaag goed voor hoge kijkcijfers. Elke dag kijken er gemiddeld een miljoen mensen, de meesten zijn kinderen van 6 tot 12 en 49-plussers. Dat Nederland inmiddels niet meer zonder Lingo kan, werd vorig jaar duidelijk toen de zendercoördinator van Nederland 1 van plan was het programma van de buis te halen. Kamervragen, een internetsite (www.lingomoetblijven.nl) en een verontwaardigde ministerpresident zorgden er uiteindelijk voor dat de zendercoördinator door het stof moest.
De finalisten van de Amerikaanse National Spelling Bee 2007. Tweede van rechts: winnaar Evan O'Dorney (13).
Foto: Mark Bowen / Scripps National Spelling Bee
‘De buitenlanders die ik Nederlands gaf, adviseerde ik altijd om naar Goede tijden, slechte tijden én naar Lingo te kijken.’
| |
■ Doekoe
Jan Peter Pellemans, de ‘stem’ en de jury van Lingo, wist al langer hoeveel het programma losmaakt bij de kijkers. Na iedere uitzending zit zijn mailbox vol berichten. ‘Vooral op woorden en verklaringen krijg ik veel respons. Je bent toch de strenge jury en dan willen mensen je graag wijzen op eventuele foutjes.’ Volgens Pellemans heeft het succes van Lingo alles te maken met waar het bij het spel uiteindelijk om draait: woorden, en dus taal. ‘Taal is iets wat mensen bindt en waar iedereen iets mee heeft. Het zorgt altijd voor vermaak.’
Pellemans is neerlandicus en oud-docent tweedetaalverwerving. Ziet hij Lingo daarom misschien ook als méér dan alleen amusement? ‘De buitenlanders die ik Nederlands gaf, adviseerde ik altijd om naar Goede tijden, slechte tijden én naar Lingo te kijken. Bij Goede tijden hoor je veel alledaags Nederlands en dat is leerzaam, maar ook Lingo is naar mijn idee goed voor vergroting van de Nederlandse woordenschat van buitenlanders.’ Al die jaren Lingo boden de neerlandicus Pellemans ook de mogelijkheid om de ontwikkeling van de taal op de voet te volgen. Het viel hem op hoeveel informeler het Nederlands geworden is. ‘Woorden als poepen en hoertjes durfden mensen tien jaar terug niet voor de camera te roepen.’ Ook hijzelf wil dat het spel qua woordkeus bij de tijd blijft. Pellemans: ‘Soms doen we ook straattaal in het programma. Zo heb ik het woord doekoe al eens gebruikt, een populair, van oorsprong Surinaams woord voor “geld”.’
| |
Visueel
Is het alleen dat element van woordraden dat al deze spelletjes zo succesvol maakt? Volgens Joris van Ooijen, bedenker van onder andere Get the picture, is er altijd nog iets méér nodig. ‘De kijker van tegenwoordig is visueel ingesteld, dus moet er ook iets in beeld gebeuren. Bij Lingo zijn dat de ballen, bij Get the picture was het de foto die je moest raden.’ Het Groot Dictee der Nederlandse taal heeft natuurlijk weer een ander pluspunt: mensen worden geacht mee te schrijven. En dat doen ze massaal. Naar die Vlaams-Nederlandse spellingwedstrijd kijken jaarlijks in december maar liefst anderhalf miljoen kijkers, en velen van hen schrijven thuis ook werkelijk mee. Dat aantal stijgt volgens Peter Wilmer, de producent van het Groot Dictee, ook nog ieder jaar - net als trouwens het aantal kinderen dat meedoet met het Kinderdictee, dat sinds 2004 te zien is op kinderzender Z@ppelin (Nederland 3). Van Ooijen: ‘Het Groot Dictee is ook een succes omdat het één keer per jaar wordt georganiseerd.
| |
| |
Ga je het iedere week uitzenden, dan haken de kijkers af.’
Illustratie: Hein de Kort
10 voor taal, dat in Nederland (en tot voor kort ook in België) wordt uitgezonden in twee jaarlijkse series van zes tot tien afleveringen, is ook zoveel als een instituut. Net als het Groot Dictee bestaat het zo'n achttien jaar en draait het om de strijd tussen Nederlanders en Vlamingen.
En dan is er nóg een puur talig programma in de maak. Productiebedrijf Endemol legt momenteel de laatste hand aan de Nationale spellingstrijd, die vanaf januari enkele weken lang te zien zal zijn op RTL (op welke zender van RTL precíés is nog niet bekend).
| |
■ Spelling bee
De Nationale spellingstrijd is gestoeld op de Amerikaanse National Spelling Bee. Dat is daar een grote show met veel prijzen en veel drama. Scholieren in de leeftijd van 9 tot 15 jaar nemen het tegen elkaar op in een spannende spellingwedstrijd, die ook nog eens keihard is: één fout en je ligt eruit. De voorronden worden gefilmd en de finale is ‘nationwide’ live op televisie te zien. De winnaar van deze show is nationaal nieuws; het nieuwe spellingwondertje staat de volgende dag in iedere krant. Er is al een documentaire over dit fenomeen gemaakt (Spellbound, uit 2003), en zelfs een broadway-musical (The 25th Annual Putnam County Spelling Bee, 2004).
Dit jaar vond in Amerika de 78ste editie van de Spelling Bee plaats. De dertienjarige Evan O'Dorney spelde in de finale het woord serrefine (dat verwijst naar een bepaald medisch instrument) als enige correct, nadat zijn concurrenten al gestruikeld waren over de woorden aniseikonia (een oogafwijking), oberek (een Poolse volksdans) en cyanophycean (verwijst naar ‘zeewier’). Evan kreeg 35.000 dollar prijzengeld mee naar huis, een trofee, een universiteitsbeurs en woordenboeken.
Of de Nationale spellingstrijd in Nederland ook een succes wordt, is afwachten. In Canada sloeg het Amerikaanse idee in ieder geval aan. Daar wordt sinds 1987 eenzelfde soort spellingwedstrijd gehouden. De BBC heeft in Engeland twee jaar een Spelling Bee-achtige show uitgezonden (Hardspell en Star Spell), maar daar is géén vervolg op gekomen.
| |
■ Cijfers en letters
Wél erg populair in Groot-Brittannië is het programma Countdown, dat al vanaf 1982 op Channel 4 wordt uitgezonden. Bij dit spel maken de deelnemers ingewikkelde rekensommen en proberen ze van willekeurige letters de langst mogelijke woorden te maken (vergelijkbaar met Scrabble). De Franse variant heet Des chiffres et des lettres (letterlijk: ‘Cijfers en letters’, de naam waaronder de KRO het spel in de jaren zeventig en tachtig in Nederland heeft uitgezonden). De Franse show bestaat al 35 jaar en is daarmee het langstlopende tv-programma van Frankrijk.
Ook verder is het taalspel- of woord-raad- programma niet voorbehouden aan ons land. Zo is het - van oorsprong Nederlandse - format van Lingo verkocht aan twintig andere landen, waaronder Polen en Frankrijk. Het Amerikaanse Rad van fortuin (Wheel of Fortune) was ook al zo'n internationale hit; klinkers kopen deed men verder ook in Duitsland (Glücksrad), Noorwegen (Lykkehjulet) en Chili (La Rueda de la Fortuna).
| |
■ Spelling
Als je dat brede spectrum aan taalspelletjes ziet - van belspelletje tot de Nederlandse variant van de Spelling Bee - dan valt op hoeveel nadruk er eigenlijk ligt op het correct schrijven van woorden. Bij het Groot Dictee en de Nationale spellingstrijd is correct spellen zelfs het doel van het programma, maar ook bij belspelletjes, Get the picture en Lingo is er veel aan gelegen de woorden goed te schrijven - als je tenminste wilt voorkomen dat je antwoorden op de hak worden genomen in een programma als De wereld draait door, zoals de ‘chimpansee’- en ‘giraffe’-kandidaten aan het begin van het stuk overkwam. Alleen in 10 voor taal is er behalve voor spelling ook aandacht voor allerlei andere - volgens velen interessantere - kanten van taal, zoals etymologie, spreekwoorden, woordbetekenissen en ‘cryptokronkels’.
Hoe kunnen mensen 's middags een e-mail vol fouten versturen en 's avonds meeschrijven met het Groot Dictee?
| |
| |
En in een programma als Herexamen moeten eindexamenkandidaten van jaren geleden vragen beantwoorden over allerlei aspecten van het schoolvak Nederlands. Maar in het overgrote deel van de programma's speelt spelling een cruciale rol.
Die nadruk op spelling is nogal opmerkelijk als je bedenkt dat uit allerlei rapporten blijkt dat het slecht gesteld is met de spellingvaardigheden van scholieren en studenten. En deskundigen beweren ook vaak dat die scholieren en studenten spelling steeds onbelangrijker vinden. Hoe valt dat te rijmen met onze belangstelling voor al die taalspelletjes? Hoe kunnen mensen 's middags een e-mail vol fouten versturen, en 's avonds met een notitieblok op schoot meeschrijven met het Groot Dictee of nadenken over zesletterwoorden?
Dat heeft te maken met wat programmamakers de ‘shoutability’ van een programma noemen. Kijkers meten hun eigen kennis graag af aan die van een ander, en hebben bovendien onderuitgezakt voor de tv een duidelijke voorsprong op de kandidaten in de studio, die warme lampen boven zich hebben en een camera voor hun neus. Je zou ze de oplossing soms wel vanaf de bank willen toeschrééuwen: ‘Oen! Zonder d natuurlijk!’, en dat is precies het effect dat de makers van dergelijke spellen voor ogen hebben. En natuurlijk is het leuk als je, met je 43 fouten in het Groot Dictee, toch nog altijd beter scoort dan een zich snel uit de voeten makende minister.
| |
Van taallessen tot Lingo
Aandacht voor taal op tv is niet nieuw. Wat wel veranderd is, is het sóórt aandacht. Aanvankelijk ging het vooral om puur educatieve programma's, zoals de serie Onze arme rijke taal uit 1961. Daarin werden onderwerpen behandeld als ‘briefwisseling’ en ‘bijzinnen’.
Nog datzelfde jaar kwam er een luchtiger taalprogramma op tv: Hou je aan je woord, waarin schrijvers (onder anderen Harry Mulisch, Godfried Bomans en Hella Haasse) taalopdrachten uitvoerden, zoals het schrijven van een limerick.
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was de tijd kennelijk pas echt rijp voor taal op tv, want in twee jaar tijd gingen er allerlei latere kijkcijferkanonnen van start, zoals 10 voor taal (1989) en het Nationaal Dictee der Nederlandse Taal (1990; later omgedoopt tot Groot Dictee der Nederlandse Taal). En ook enkele populaire woord-raad-programma's als Lingo, Rad van fortuin en Boggle waren in die jaren voor het eerst te zien. Het tien jaar later door NET 5 geïntroduceerde taalprogramma Meneer Van Dale wacht op antwoord was minder succesvol. Al na één seizoen verdween het van de buis.
Ook tegenwoordig worden er zo nu en dan educatieve taalprogramma's gemaakt. Zo begon Teleac enkele jaren geleden, in 2004, met Taalspel, een taalquiz voor anderstaligen. En in januari 2008 gaat de Nationale spellingstrijd van start, dat geïnspireerd is op de Amerikaanse National Spelling Bee. Dat programma is daar al jaren een tv-hit. Volwassenen smullen vooral van het drama, maar volgens de makers dient het programma in de eerste plaats ter uitbreiding van de woordenschat van kinderen.
|
|