| |
| |
| |
Taalergernissen
Hoort of ziet u taalverschijnselen die u lelijk, verwerpelijk, leuk, nieuw of anderszins opmerkelijk vindt? Laat het ons dan weten. Liefst per e-mail (redactie@onzetaal.nl, met vermelding van uw adres) of anders per reguliere post (Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag).
| |
Dan wens ik u...
Esther Hagers-van der Eerden - Den Bosch
Steeds meer hoor ik het en ook steeds meer gaat het me ergeren: die gewoonte om aan het eind van een (telefonisch) verkoopgesprek en zelfs nu ook al na het beantwoorden van een enkele gestelde vraag af te sluiten met ‘Dan wens ik u verder een prettige dag.’ Tegenwoordig hoor ik het aan het einde van bijna elk gesprek. Het lijkt een vervanging van het gewone goedendag of goedenavond te worden. Maar vooral als de vragende persoon niet het antwoord gekregen heeft dat hij eigenlijk wilde (‘Mag ik u misschien wat informatie geven over aanvullende pensioenen? Nee? Dan wens ik u...’), doet het zo leeg aan. Leert men zoiets op een cursus, of is er zomaar iemand op die gedachte gekomen?
| |
‘Anders nog?’
Rogier van Ravesteyn - Zwolle
In de winkel koop ik een broodje en als dat voor me klaarligt op de toonbank vraagt de verkoopster: ‘Anders nog?’ in plaats van ‘Wilt u nog iets anders?’ Irritant vind ik dat.
| |
Plaats delict
Wim van der Linden - Waalre
Plaats delict als titel van een boek van Tomas Ross (Cargo, 2005).
Steeds vaker hoor en lees je in de diverse nieuwsmedia de term plaats delict. Voorbeelden: ‘De agenten begaven zich onmiddellijk naar plaats delict’ (in een opsporingsprogramma op tv), ‘aangekomen op plaats delict staan er files in beide richtingen’ (in een krant; zie ook de stijlfout: hoe kunnen files nu ergens aankomen?). Op de radio werd gezegd dat de verslaggever ‘op plaats delict’ is (jawel, bij de opening van een tentoonstelling!).
Ik heb weleens gehoord van een ‘corpus delicti’ en naar analogie daarvan (zij het veel minder vaak) van een ‘locus delicti’. Waarom zeggen we dat dan niet?
Of als het niet anders kan, dan maar ‘plaats van het delict’ om de plek van een misdaad aan te duiden. Het lijkt er echter sterk op dat men elkaar maar loopt na te praten en geen idee heeft wat delict eigenlijk betekent. Als het niet om een misdrijf gaat, zeg dan gewoon ‘plaats van handeling’ of ‘ter plaatse’ of ‘plek des onheils’ of - als je het echt niet weet - zeg nog liever helemaal niks!
| |
Spelers
A. Zwartendijk - Bergschenhoek
Zoals velen erger ik me aan het oprukken van het Engels in het Nederlands. Maar nog erger vind ik het letterlijk vertalen van Engelse woorden als doekje voor het bloeden. Zoals laatst in een stukje over de melksector in de Volkskrant: ‘Campina is vooral sterk vertegenwoordigd op de Europese markt en in Rusland, terwijl Friesland Foods een grote speler is in Zuid-Oost-Azië en Afrika.’
De uitdrukking players in the market past goed bij de goklust van de Engelsen, maar niet bij de Nederlandse calvinistische volksaard. Het woord deelnemer of partij is hier veel meer op zijn plaats.
| |
‘Hij impliceert iets’
Arie Snoek - Rotterdam
Impliceren heb ik altijd een rotwoord gevonden, net als expliciteren, impliciet en expliciet. Het is een wat stug, formeel woord, met ook een zweem van vermeende autoriteit. Het doet me denken aan de universiteit, aan ambtelijke nota's, aan mensen die zich te gewichtig vinden om gewoon het werkwoord inhouden te gebruiken. Maar tegenwoordig wordt impliceren ook nog eens steeds vaker behoorlijk ráár gebruikt. Ergens op internet zag ik: ‘Hij impliceert dat hetzelfde geldt voor de verhalen over wonderen in het Nieuwe Testament.’ En: ‘Zij impliceert dat “rechts” fout is.’ En zo zijn er nog tientallen voorbeelden te vinden.
Ik kan er niets aan doen, maar ik lees dit als ‘Hij houdt in dat hetzelfde geldt voor de verhalen’ en ‘Zij houdt in dat “rechts” fout is.’ Het is een ontwikkeling die wat mij betreft geen verbetering inhoudt.
| |
Uitspraak scepsis
Kees Putman
Jan en alleman en Balkenende zeggen dat ze ergens ‘septisch’ tegenover staan als ze ‘sceptisch’ bedoelen. Het verdwijnen van de k-klank na de s komt uiteraard doordat het oorspronkelijk Griekse scepsis onterecht ‘op z'n Latijns’ gespeld wordt met een c, en een c voor de e wordt in Latijnse woorden als een s uitgesproken (denk aan cent).
Het lijkt mij beter naar de Griekse origine van de woorden te kijken, en de schrijfwijzen skepsis en skeptisch te gebruiken. En dan meteen ook maar skepter om het feest compleet te maken.
Hierdoor ontstaat er meer een relatie met de oorsprong van de woorden, en het bespaart ons bewindslieden die beweren dat ze ergens ‘rottend’ tegenover staan als ze bedoelen dat ze ergens hun twijfels over hebben.
‘Genootschap, doe er wat aan!’
| |
Groenlicht
Wouter Bluekens - Breda
Een taalkundig fenomeen dat zich in toenemende mate manifesteert en mijn ergernis en zorgen wekt, behelst het samentrekken van het bijvoeglijk en het zelfstandig naamwoord. Een duo exempelen: een bordje bij de lokale kazerne maant de lezer te wachten op ‘groenlicht’ en bij de Albert Heijn-supermarkten worden zogenoemde ‘kleinverpakkingen’ verkocht.
Mijns inziens is deze aangelegenheid werkelijk volkomen gespeend van logica en een pijnlijk treffend voorbeeld van de niet eens op pragmatische overwegingen gestoelde, algemene en alomtegenwoordige tendentie de rede te verwerpen ten faveure van hersenloos handelen. Taalgenootschap, doe er wat aan!
| |
Achternamen met A
René Carrière
Scholen, sportverenigingen, reisorganisaties, etc. werken vaak met lijsten van alfabetisch geordende namen. Mensen wier achternaam met een A of een B begint, zijn daardoor vaak eerder aan de
| |
| |
beurt en krijgen ook verder disproportioneel veel persoonlijke aandacht van hun leraren of begeleiders. Zo worden zij op natuurlijke wijze getraind - ook om bijvoorbeeld beter op te letten als iemand ergens mee begint.
Het is een onbewuste vorm van positieve discriminatie, die al jarenlang en generaties lang plaatsvindt. Het gevolg is dat mensen met een achternaam aan het begin van het alfabet meer en betere kansen krijgen in de maatschappij. En groepen die toch al wat kwetsbaarder zijn, zoals allochtonen, kunnen zo makkelijk de dupe worden van een naam achter in het alfabet. Het is vast niet voor niets dat het ‘A-team’ (met Albayrak en Aboutaleb) in de top van de politieke hiërarchie zit en de rest als schoonmaker of iets dergelijks een beetje onder aan de maatschappelijke ladder bungelt.
| |
‘Cannada’
Hans de Bruyn - Rhoon
Waar ík me over verbaas, is dat presentatoren op radio en tv steeds vaker ‘Cannada’ zeggen als ze ‘Canada’ bedoelen. Waar komt dat vandaan en waar leidt dat toe?
| |
Uitspraak intriges
J.A. Bruch - Vries
Ik erger mij de laatste tijd steeds meer aan de uitspraak van menig woord van Engelse of Franse origine. Het woord dat mij het hevigst doet tenenkrommen is intriges, maar dan uitgesproken als ‘intriezjes’, hetgeen waarschijnlijk moet doorgaan voor deftig of echt Frans. Geef mij maar de uitspraak met een echte g, zoals Vlamingen het doen. We hebben het tenslotte ook niet over ‘intriezjerend’.
| |
Felicitatiekaart
A.A. Barelds-de Vries - Hoogeveen
Wanneer ik in een winkel een felicitatiekaart uitzoek, sla ik zonder meer de kaarten over met daarop de tekst: ‘Van harte gefeliciteerd en veel geluk gewenst!’
Feliciteren en gelukwensen betekenen immers hetzelfde. Voor mij hoeft het niet dubbel.
| |
‘Het’ Pleiade
A. Ten Berge-Bolten - Doorn
De naam van het cultuurhuis in Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug, is Het Pleiade - overduidelijk geïnspireerd op de naam van de zeven Parijse dichters die de Renaissance in de Franse letterkunde hebben ingeluid. Alleen, die groep heette wel ‘de’ Pléiade.
Foto: A. ten Berge-Bolten
Sinds de opening hangt er een banier met de naam in de centrale hal van het cultuurhuis. Burgemeester Naafs van de gemeente Utrechtse Heuvelrug vindt ‘zo'n lidwoord eigenlijk onbelangrijk’, zoals hij in een lokale krant zei. Maar mij ergert het zó dat ik mijn tegenzin om het cultuurhuis te betreden maar nauwelijks kan overwinnen!
| |
Stappen
C. Vollbracht-Muller - Arnhem
Waar ik nog steeds niet aan kan wennen, is de andere betekenis die het woord stappen alweer een tijdje geleden heeft gekregen. Gaan stappen betekende vroeger alleen ‘gaan wandelen’, maar tegenwoordig wordt het ook (en vooral) gebruikt voor ‘'s avonds uitgaan’. Het ergste vind ik het zelfstandig naamwoord dat ervan gemaakt wordt, zoals laatst in De Gelderlander: ‘Stappers slaags met de politie op de Korenmarkt’. Stappers betekende in mijn tijd alleen ‘wandelschoenen’: ‘Wat zijn dat een flinke stappers.’ Van stappen en stappers krijg ik pijn aan mijn ogen.
|
|