Verantwoord genieten
Redactie Onze Taal
Jan Kuitenbrouwer heeft gelijk. In het juli/augustusnummer van Onze Taal trekt hij in een artikel getiteld ‘Het Genotschap Onze Taal’ ten strijde tegen wat hij het ‘academisch gildedenken’ noemt: ‘De líéfde voor de taal, daar gaat het uiteindelijk om. Om de schoonheid, de poëzie, de muziek, de rijkdom en het raadsel van de taal. Om het genót van taal.’ Zo is het. Wie zou hiertegen kunnen zijn?
Toch zou uit Kuitenbrouwers artikel gemakkelijk de indruk kunnen ontstaan dat de redactie van Onze Taal gedomineerd wordt door academische zuurpruimen die niets liever doen dan op alle taalkundige slakken zout leggen, waardoor het ware genieten in de verdrukking zou raken. Klopt dat beeld? Wij zijn natuurlijk niet de meest aangewezenen om hierover te oordelen, maar toch: dat valt volgens ons best mee.
Inderdaad staat er in het colofon van het blad dat het Genootschap Onze Taal zich ten doel stelt om ‘op prettig leesbare en taalkundig verantwoorde wijze inzicht (te) geven in alle zaken die het taalgebruik betreffen’, maar dat betekent alleen dat het een het ander niet mag uitsluiten. ‘Taalkundig verantwoord’ is zeker niet belangrijker dan ‘prettig leesbaar’.
Maar wat is er dan gebeurd, dat Kuitenbrouwer zo van leer trekt? Vorig jaar had hij in zijn Onze Taal-column iets geschreven over het ‘Raadsel van Ont-’: het feit dat onthullen en ontbloten min of meer hetzelfde is, terwijl verhullen en bloot maken juist tegengesteld zijn. En de redactie had hem nadat hij het stukje had ingeleverd gewezen op een artikel in Onze Taal van een aantal jaren geleden waarin die kwestie werd besproken. Het ‘Raadsel van Ont-’ bleek door de taalkunde al te zijn opgelost. Het stond inmiddels allemaal netjes en zonder enig voorbehoud uiteengezet in de Algemene Nederlandse Spraakkunst, en daarop was dat Onze Taal-artikel dan ook gebaseerd.
Mag je als columnist dan geen raadsels beschrijven die al zijn opgelost? Moet je de hele taalkundige literatuur uitje hoofd kennen als je een stukje in Onze Taal wilt schrijven? Natuurlijk niet. Als columnist mag je al bijna helemáál schrijven wat je wilt. Maar het is wel de taak van de redactie om de auteurs van taalkundige informatie te voorzien.
Nogmaals: Kuitenbrouwer heeft gelijk. Het Genootschap Onze Taal moet vooral een ‘genotschap’ zijn, en taalkundig verantwoorde stukken lopen snel het risico ongenietbaar te worden. Er zijn maar weinig auteurs die aantrekkelijk over taalkwesties kunnen schrijven. Gelukkig doen velen van hen dat in Onze Taal. Sommigen hebben zelfs een column.