■ Kleitabletten
Na zijn studie kreeg Vis een baan op een middelbare school in Gorinchem. Toen hij merkte dat hij niet voor het leraarschap in de wieg gelegd was, gooide hij het over een andere boeg en nam hij opnieuw contact op met de universiteit van Kreta. Het bleek mogelijk om een beurs te krijgen om daar een proefschrift te schrijven.
Zo bracht Vis de periode tussen 2003 en 2007 door in het stadje Rethymnon. Hij leerde er vloeiend Nieuwgrieks spreken en omdat het oude Grieks toch ook bleef trekken, verdiepte hij zich als onderzoeker juist in het Myceens. Dat is een dialect dat ongeveer 3200 jaar geleden werd gesproken, zeker vijfhonderd jaar voor Homerus.
Veel is er niet bekend over die taal. Alle gegevens die we hebben, zijn opgetekend op ongeveer zevenduizend, vaak gebarsten of gebroken kleitabletten die werden gebruikt voor de administratie van koninklijke paleizen. Men legde die tabletten aan het eind van het jaar in water te week zodat ze in het nieuwe jaar opnieuw gebruikt konden worden. Alleen als een paleis in brand raakte, werden de tabletten onbedoeld gebakken en dus bewaard - en doordat dat inderdaad gebeurde, weten we nog iets van het Myceens. De belangrijkste vindplaatsen zijn Pylos, op de Peloponnesus, en Knossos, op Kreta. Interessante lectuur is het niet, zegt Vis: ‘Het gaat erover hoeveel schapen er zijn, wie de eigenaar is, en wie de herder. Ik zat voor mijn onderzoek soms avondenlang schaapjes te tellen.’
Jeroen Vis, onderzoeker van het Myceens, een ruim drieduizend jaar oud Grieks dialect.