Spaan
Plekje
Waarom drijven sommige vormen van taalgebruik die de mijne niet zijn me tot razernij en andere niet? Ik sta voor raadselen. Er zijn mensen die zeggen ‘krassantje’ in plaats van ‘croissant’. Ze doen maar. Het laat me koud. De neiging tot verbeteren is afwezig.
Iets ergerlijker is het gebruik van parmezaan als Parmezaanse kaas wordt bedoeld. In het Groene Boekje zag ik het woord staan: parmezaan, meervoud: parmezanen, en: parmezaantje. Zou het Groene Boekje nu de kaas bedoelen of - ondanks de kleine letter aan het begin - inwoners van de stad Parma? Is een parmezaantje een blokje kaas, of een uit de Noord-Italiaanse stad afkomstige dwerg? Pardon: verticaal uitgedaagd persoon.
Ik weet wel wat me ergert in het culinair gebruikte woord parmezaan, dat je ook zo vaak op menukaarten aantreft. Er wordt een expertise gesuggereerd die er meestal niet is. Ik denk dat veel leden van kookclubs ‘parmezaan’ zeggen.
Ik zeg ‘Parmezaanse kaas’, of, in een snobistische bui, ‘Parmigiano Reggiano’. Zoals de lezers van Onze Taal weten, is dat de échte Parmezaanse kaas, in tegenstelling tot de, goedkopere, Padano.
Er bestaan verbasteringen die ronduit charmant zijn. Onze banketbakker noemt een bepaalde taartbodem ‘Franse panne’. Hij legt daarmee geen verband met autopech in Frankrijk, maar bedoelt een korst gemaakt van amandelmeel: frangipane.
Een moderne uitdrukking die een neiging tot het gebruiken van geweld bij me oproept, hoorde ik voor het eerst als deelnemer aan een gesprek tijdens een live televisie-uitzending. Ik moest me dus beheersen toen Humberto Tan aan een voetballer vroeg of hij het verongelukken van zijn beste vriend al ‘een plekje had gegeven’. De voetballer antwoordde als vanzelfsprekend dat hij de dood van zijn vriend inderdaad ‘een plekje had gegeven’.
Het is een vorm van emo-taal die in afzichtelijkheid zijn weerga niet kent. Onze goudvis heb ik na zijn overlijden een adequaat plekje gegeven toen ik hem in de wc gooide en heb doorgetrokken.
Wat is precies de bedoeling van deze vooral door de leesmap wijd en zijd verbreide uitdrukking? Het is een bezweringsformule die een blijvend verdriet ontkent. Zodra je het immers ‘een plekje hebt gegeven’, hebben jij noch je omgeving er nog last van. Het verdriet een plekje geven zoals dat tegenwoordig in het maanlandschap van onze taal op grote schaal gebeurt, is een letterlijke vorm van verdringing. Freud en Jung hadden er wel pap van gelust. Het is het consumentisme van de dood.
Heb je het verdriet nog géén plekje kunnen geven? O jee, wat vréselijk voor je. (En voor ons.)
O ja? Heb je de gruwelijke doodsstrijd van je moeder die in een overdosis uit haar eigen morfinepompje is geëindigd, ten slotte tóch een plekje weten te geven?
Gelukkig! Het is over.
Henk Spaan