De kop van Noord-Holland
Een storm in de herfst
Dit was Wieringerwerf
Op zijn Wieringerwerfst
Het eerste vers is van de cabaretier Marcel Verreck, het tweede van de obscure dichter Evert van IJdic, met wie de bloemlezer kennelijk een bijzondere relatie onderhoudt.
We mogen stellen dat herfst is bedwongen. Maar er blijven nog genoeg uitdagingen voor rijmfanaten over. Ik zal u zo een lijstje voorzetten van onberijmbare woorden, waaruit we wellicht een waardige opvolger van herfst kunnen kiezen.
Laten we eerst afspreken dat een paar categorieën niet meedoen. Eigennamen laten we weg, zoals de merknamen Perl en Knirps, de voornamen Maup en Roelf, en de plaatsnamen Weesp en Warns. Het gaat ons om het gewone, algemeen gebruikelijke Nederlandse vocabulaire. Daarom laten we ook links liggen:
- | Verouderde of gewestelijke woorden: zwilk, veunst, garf. |
- | Buitenlandse woorden: überhaupt, bruusk, extra large. |
- | Klanknabootsingen: roetsjt, tsjirpt, knoerpt, burlt. |
Dan resteert dit groepje:
dirk |
heup |
twaalf |
walgt |
larf |
rasp |
zelfs |
wierp |
volks |
(ver)molmd |
stolp |
spuugt |
wilg |
wulps |
zulks |
schelms |
schalks |
leuks |
volgt |
baltst |
(ver)kleumd |
nieuws |
jongst |
Ten aanzien van de eerste rij woorden helpt de grote Van Dale ons uit de droom. Niks uitdaging voor rijmfanaten, de rijmpartners staan gewoon in het woordenboek. Er blijken een heleboel ouderwetse of gewestelijke woorden (die hier, bij de woorden waarméé je rijmt, natuurlijk wél meedoen) te zijn die onberispelijke rijmcombinaties vormen. Zo bestaat er een werkwoord nirken, ‘herkauwen’, dat rijmt op dirken - termen voor het begin en het einde van het spijsverteringsproces. Heup rijmt op reup, een plantenziekte, en jeup, wat ‘meidoorn’ of ‘meidoornvrucht’ betekent. ‘Mijn jeup heeft last van reup, riep boer Treub uit Greup’. Het befaamde onrijm twaalf gaat samen met zwaalf, ‘zwaluw’ (‘De zwaalven waren met z'n twaalven’). De rest wil ik u niet onthouden:
walgt |
valgt (valgen = ‘omploegen’) |
larf |
garf (korenschoof), warf (terp) |
rasp |
hasp (haspel) |
zelfs |
gelfs (schuins) |
wierp |
knierp (knierpen = ‘knoerpen’) |
volks |
Stolks (uit Stolwijk) |
vermolmd |
dolmt (dolmen = ‘slapen’) |
stolp |
golp (plens water), scholp (schelp) |
spuugt |
huugt (hugen = ‘schooien’) |
Illustratie: Matthias Giesen
Het woord wilg kan tweelettergrepig worden uitgesproken, naar analogie van film, dat dankzij die kunstgreep rijmt op Willem. Zo kan ‘willeg’ worden gekoppeld aan grillig.
Ouderwetse woordvormen kunnen weleens behulpzaam zijn. Drs. P heeft ooit dit versje gemaakt:
Ei, hoort gij niet een zoet gesuis?
Het is de minneroep eens uis
Dat kunnen wij ook! We gaan door:
Ei, hoort gij niet iets wufts en wulps? Het is de minneroep eens tulps