Tegen:
Net komt er een mail binnen van, even kijken hoor, ‘H.g., Piepie’, dat zal dus wel een mevrouw zijn. Ze dient een voorstel in voor een samenwerkingsverband met onze letterenfaculteit. ‘Beste Frank’ staat erboven. Ik krijg net zo'n gevoel als ik heb bij mensen die me bij een eerste ontmoeting zoenen. Ik ken Piepie niet, en zij mij ook niet. Maar weet ik dat wel zeker? Misschien ben ik haar vergeten. Vervelend. Ik voel me ook gemanipuleerd. Het lijkt alsof Piepie via deze opgedrongen vertrouwelijkheid de kans zo klein mogelijk wil maken dat ik haar bericht niet beantwoord. En als ik toch reageer, wat is dan Piepies volgende stap? ‘Hoi’ en ‘Doedoei’? Piepie ontneemt ons de mogelijkheid geleidelijk informeler te worden.
Traditionele briefconventies zijn niet achterhaald, maar geven de geadresseerde juist onontbeerlijke informatie over de opvattingen die de afzender heeft over de aard van het contact. Bovendien maken de conventies het voor beide partijen mogelijk om te beslissen op welke voet ze het contact voortzetten. Daarom zijn bij e-mail precies dezelfde conventies gepast als bij brieven.
Wat vindt u ervan? Mogen de aanhef en afsluiting informeel zijn in een zakelijke e-mail?
Geef voor 22 augustus uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Zakelijke e-mail moet formeel’ of ‘Zakelijke e-mail mag informeel’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.